Hoe belangrijk zijn poppodia en muziekfestivals in Nederland? Dat onderzocht Martijn Mulder (Erasmus School of History, Culture and Communication) in zijn proefschrift. Hij ging met fans mee naar concerten, hij interviewde directeuren van poppodia en spitte een database door van 300.000 concerten. De festivalisering gaat niet ten koste van poppodia, constateert Mulder. En de komst van spiksplinternieuwe poppodia heeft in zijn ogen ook een keerzijde.
Afgelopen mei speelde de 73-jarige Bruce Springsteen twee keer in een uitverkochte Johan Cruijff Arena. Voor de aangekondigde concerten van Taylor Swift in 2024 hopen honderdduizenden fans een kaartje te bemachtigen. Wat maakt dat fans er alles voor over hebben en diep in de buidel willen tasten om hun idool live te zien? Dat onderzocht promovendus Martijn Mulder in zijn proefschrift 'I was there! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music'.
Hij deed daarbij onderzoek naar de rol van poppodia en muziekfestivals. Voor zijn onderzoek nam hij surveys af onder 1131 mensen die een concert bijwoonden. Hij ging zelfs mee naar meerdere optredens om concertgangers te observeren en te interviewen. Zo belandde hij tussen de gillende tienermeiden die fan zijn van popzangeres Marina en sprak hij een vijftiger die een van zijn geliefde bandjes live wou zien spelen. Wat opviel? "Iedereen kwam energieker en blijer uit het concert. Ze gaven na afloop aan dat de fysieke nabijheid en de sfeer heel belangrijk is. De titel van het boek "I was There" verwijst daar direct naar. Mijn onderzoek laat zien dat een concertbeleving niet door een livestream te vervangen is.”
Festivals concurreren niet met poppodia
Ook interviewde hij voor zijn proefschrift directeuren en programmeurs bij poppodia zoals TivoliVredenburg en spitte hij een database door met zo'n 300.000 optredens op zoek naar interessante patronen. Die dataset laat zien dat het aantal liveoptredens op festivals tussen 2008 en 2016 een enorme vlucht heeft genomen. "Wat opvalt is dat ook poppodia het heel goed doen. Vaak wordt gedacht dat festivalisering ten koste gaat van poppodia, maar dat blijkt niet zo te zijn. Podia laten, los van een klein dipje in 2016, ook een groei zien", vertelt de onderzoeker.
Volgens Mulder is de popcultuur, die in de jaren '60 opkwam, steeds volwassener geworden. Niet alleen zie je steeds ouder publiek, ook de zalen zijn steeds professioneler geworden met perfect licht en geluid. Zo zijn spiksplinternieuwe podia verrezen zoals het nieuwe TivoliVredenburg in Utrecht en Doornroosje in Nijmegen. Die professionalisering heeft volgens de onderzoeker goede dingen gebracht, maar er zit ook een keerzijde aan: "Optredens zijn soms tot op de seconde geregisseerd. Zelfs de toegift en het gesprekje tussendoor zijn gescript. Dat terwijl pop begonnen is als tegencultuur. Je wist niet wat er ging gebeuren. Een artiest kon dronken op het podium verschijnen of kwam soms überhaupt niet opdagen."
Pop als het nieuwe klassiek
Het spontane lijkt een beetje te verdwijnen, constateert de onderzoeker. Steeds vaker mag je drankje niet mee naar de zaal en het aandeel zitconcerten is verdrievoudigd tot meer dan 20 procent van alle optredens. Verder valt opmars van tributebands op. Zij spelen, net als bij klassieke muziek, nummers van andere (vaak overleden) artiesten na. Ouderwetse rockkroegen met een podium waar zo nu en dan een bandje speelt, sluiten juist steeds vaker hun deuren. "Pop lijkt het nieuwe klassiek te worden. Terwijl concertgangers juist oude zaaltjes zoals Rotown in Rotterdam het meest waarderen. Het zicht is er slecht, het geluid is niet perfect en er hangt een schrale bierlucht. Maar voor de concertbeleving blijkt dat niet uit te maken."
Die nieuwe poppodia zijn prima gebouwen, maar komen de popcultuur niet per se ten goede, vindt de promovendus. Het leidt tot meer eenheidsworst en de hoge exploitatiekosten dwingen de podia om steeds commerciëler te denken. "Ik sprak een directeur die zei: 'Ik heb een paleis, maar ben vooral bezig de exploitatie rond te krijgen’. Zo zien ze zelf liever een opkomend bandje spelen, maar dat trekt een select groepje jongeren die vaak weinig uitgeven. Dan kiezen ze sneller voor een Pink Floyd tributeband. Dat trekt een zaal vol vijftigers die ook nog eens zorgen voor een goede baromzet.”
Randstad versus provincie
En over de programmering gesproken: die blijkt behoorlijk conservatief te zijn. Tot 2009 was 84 procent van alle artiesten op het podium man en ook bleek het merendeel van de artiesten afkomstig uit Nederland, Engeland of de VS. Wel zie je dat met name in de Randstad de muziekvoorkeur (en het aanbod) verschuift en steeds diverser wordt. Er treden meer vrouwelijke artiesten op en hiphop, soul en experimentele muziek zijn steeds populairder. In de provincies zie je juist dat het aanbod juist conservatiever wordt. "Daar spelen bijvoorbeeld meer tribute- of bluesbands. Ze zeggen wel dat popcultuur een afspiegeling is van de samenleving. Je kunt dat in het liveaanbod ook echt terugzien, zo lijkt het."
Wat de onderzoeker wetenschappelijk wil onderbouwen is de kracht van livebeleving. "In ons leven zijn steeds minder dingen schaars. Zo is op Spotify bijna alle muziek te vinden. Mijn stelling is dat wanneer je zoveel binnen handbereik hebt, je juist de dingen gaat waarderen die schaars zijn", zegt hij. Het mag geen verrassing zijn dat de promovendus zelf ook een groot liefhebber is van livemuziek. Op de dag van zijn verdediging organiseert hij in een Rotterdams poppodium het 'MulDr. Festival'. Met op het podium natuurlijk een band die moet zorgen voor een onvergetelijke avond.
- Promovendus
- Meer informatie
M. Mulder verdedigt zijn proefschrift op vrijdag 7 juli 2023, getiteld: ’I was There! Pop venues and festivals and their value in the ecosystem of live music‘.
- Gerelateerde content