Wat doet het met je wanneer je in een cultuur opgroeit die ook nieuw is voor je ouders? Promovenda Monika de Waal (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) bracht in haar proefschrift in kaart hoe dit mensen vormt, wat een thuisgevoel voor hen bepaalt en of dit hun gedrag op de werkvloer beïnvloedt. En wat blijkt? Mensen met deze achtergrond staan meer open voor andere culturen, kunnen beter omgaan met diversiteit en verkiezen een andere manier van leidinggeven.
Opgroeien in een land waar ook je beide ouders niet zijn geboren. Een groeiende groep kan hier over meepraten, bijvoorbeeld omdat hun ouders expats zijn of omdat die voor een NGO werken. Third Culture Kids (TCKs) is de term voor mensen die een groot deel van hun jeugd wonen in een ander land dan het paspoortland van de ouders. Door globalisering wonen en werken steeds meer mensen internationaal met als gevolg dat meer kinderen in het buitenland opgroeien.
Wat doen deze ervaringen met de ontwikkeling van TCKs en maakt hun achtergrond dat zij de ideale werknemers van de toekomst zijn? Dat is wat Monika de Waal in haar proefschrift “Third Culture Kids as Unique Sources” in kaart heeft gebracht. “Eerder onderzoek benadrukte juist de negatieve kant, zoals een permanent gevoel van ontworteld zijn. Ik ben juist nieuwsgierig naar de positieve bijdrage die TCKs kunnen leveren”, vertelt ze. Om het effect van cross-culturele ervaringen te duiden introduceert de Waal het concept Cultural Fusion Identity (CFI). De verbindende speech tijdens de inauguratie van Obama, die zelf ook in verschillende culturen opgroeide, vormde voor de onderzoeker een belangrijke trigger om dit te onderzoeken.
Worldaholic
De Waal groeide zelf ook deels in het buitenland op: “Toen ik op mijn zevende terugkwam uit Pakistan was dat lastig. Ik vond de mensen maar raar en ik viel van trappen, want die hadden we daar niet.” Toch is ze blij met haar achtergrond die maakt dat ze graag in een internationale omgeving werkt en dat ze makkelijker kan omgaan met culturele verschillen (interculturele sensitiviteit). Dat is niet alleen een persoonlijke ervaring, zo laat haar onderzoek zien. Uit de reacties van 1400 (waarvan 550 TCK) respondenten bleek dat zij vaker openstaan voor andere culturen. “Een vriendin van me die ook in het buitenland opgroeide, noemt zich heel treffend een ‘Worldaholic’.”
Uit een twintigtal diepte-interviews bleek dat de meeste TCKs positief staan tegen over de cultuur waarin zij opgroeien. Hun thuisgevoel blijkt hierin niet zo zeer plaatsgebonden, maar is veel meer verbonden aan mensen. Ook blijken deze respondenten vaker bruggenbouwers te zijn, zowel tussen culturen als verschillende groepen. “Een deelnemer groeide op in een drietal landen waaronder de Verenigde Staten. Zij heeft zich altijd hard gemaakt voor meer inclusiviteit van verschillende groepen. Zo werkte ze voor het doveninstituut waar ze zich inzette voor meer inclusiviteit van doven en slechthorenden”, illustreert de promovenda.
Globalisering vraagt om andere competenties
Maar waarom is het belangrijk te onderzoeken wat opgroeien in een ‘third culture’ met iemand doet? “Deze groep wordt in de toekomst alleen maar groter en een toenemende globalisering vraagt ook om andere competenties op het werk, bijvoorbeeld als het gaat om het soort leiderschapsvaardigheden. Teams zijn steeds meer divers en eerder onderzoek toonde al aan dat die teams alleen tot hun recht komen bij goed leiderschap.” Hiermee doelt ze onder ander op transformationeel leiderschap, dat zich kenmerkt door een inspirerende en motiverende manier van leidinggeven. Een stijl van leidinggeven waar juist Third Culture Kids vaker een voorkeur voor blijken te hebben, zo laat het onderzoek zien.
- Meer informatie
Op 24 september 2021 verdedigt Monika de Waal haar proefschrift, getiteld: 'Third Culture Kids as Unique Sources' bij de Erasmus School of Social and Behaviour Sciences (ESSB)
- Gerelateerde content