Zeven Nederlandse consortia met topwetenschappers krijgen in totaal 142,7 miljoen euro in het kader van het programma Zwaartekracht. Hierbij zit het consortium ‘GUTS: growing up together in society’, waarvan Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) penvoerder is en ‘De algoritmische samenleving’, waarvan de EUR mede-aanvrager is. Daarnaast ontvangt het consortium 'Stress-in-action' waar hoogleraar en internist Liesbeth van Rossum van Erasmus MC bij betrokken is, financiering. Minister Dijkgraaf (OCW) stelt de financiering beschikbaar voor wetenschappelijke consortia die in de wereldtop kunnen meedoen met baanbrekend onderzoek.
Het consortium ‘Growing Up Together in Society (GUTS)’, onder leiding van prof.dr. Eveline Crone van Erasmus Universiteit Rotterdam, ontvangt 22 miljoen euro. Het doel van dit project is om te ontdekken hoe jongeren succesvol kunnen opgroeien en bijdragen aan de huidige en toekomstige maatschappij. “Succesvol opgroeien is een puzzel”, vertelt Eveline Crone, hoogleraar Developmental Neuroscience in Society. “Het onderzoek naar hersenontwikkeling bij jongeren is veelal individueel gericht. Maar een kind groeit niet individueel op, het is onderdeel van systemen van familie, vrienden, school en maatschappelijke normen. Daarom heeft het grote meerwaarde om kennis hierover met elkaar te verbinden.”
Er is al vijf jaar gewerkt aan het consortium van psychologen, sociologen, kinderpsychiaters, pedagogen en neurowetenschappers, waar ook de Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Amsterdam UMC, Universiteit Leiden, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, Radboudumc en het Nederlands Herseninstituut bij betrokken zijn. “Er wordt te makkelijk gedacht over interdisciplinair samenwerken, maar je moet echt elkaars taal leren spreken en elkaar vertrouwen. Daarin hebben wij geïnvesteerd en zo krijg je doorbraken.”
"De EUR is hier de beste plek voor"
Crone: “We doen dit echt voor de jongeren. De coronacrisis heeft zijn tol geëist. Achterstanden bijspijkeren is niet genoeg, ze moeten echt succesvol kunnen opgroeien en dat betekent meer dan scores; het gaat ook over welzijn, bijdragen en betrokkenheid bij de samenleving.” Een uniek aspect is de toevoeging van jongerenpanels, jongeren denken zelf mee over wat belangrijk is voor hun generatie. Het onderzoek wordt toegespitst op samen leren in het onderwijs, sociale netwerken zoals vriendschappen en jongeren die al jong in aanraking met justitie zijn geweest. Daar doorheen is er aandacht voor sociale ongelijkheid. “Hier is de EUR de beste plek voor, dit zit in het DNA van de universiteit”, vertelt Crone. “Ik ben erg gelukkig dat ik dit hier mag doen de komende tien jaar.”
De algoritmische samenleving
Prof.dr. Moniek Buijzen is betrokken bij het consortium ‘De algoritmische samenleving’ (ALGOSOC) dat 21,3 miljoen euro krijgt en wordt geleid door de Universiteit van Amsterdam. Vanuit onze universiteit neemt ook de Rotterdam School of Management deel, onder leiding van prof.dr. Ting Li. Het consortium bestaat verder uit hoogleraren van Universiteit Utrecht, TU Delft en Universiteit Tilburg.
Dit programma onderzoekt hoe binnen de ontwikkeling van (semi-)geautomatiseerde processen (zoals Artificiële Intelligentie) publieke waarden en mensenrechten kunnen worden gewaarborgd. “Denk aan systemen die worden gebruikt door banken of zorgverzekeringen. Je ziet dat daarin vooroordelen of vertekeningen ontstaan. Een voorbeeld hiervan is de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst”, vertelt Moniek Buijzen, hoogleraar Communicatie en Gedragsverandering.
Machines worden gevoed door mensen
“We kunnen machines de schuld geven, maar ze worden gevoed en gecontroleerd door ons. Misstanden in de samenleving liggen aan de basis en worden vaak versterkt in dit soort systemen. Wie zijn degenen die hier een rol in spelen? Techbedrijven worden steeds belangrijker.” Systemen blijken vaak technologie- en efficiëntiegedreven en menselijke waarden als autonomie, waardigheid en privacy dreigen te worden vergeten. “Ze komen in het geding en daar moet opnieuw over worden nagedacht. Juist daarvoor hebben we de sociale en geesteswetenschappen nodig.” Er is drie jaar gewerkt aan het consortium. Buijzen: “In de tussentijd zie je van alles gebeuren waardoor de urgentie van dit vraagstuk alleen maar wordt versterkt. Het is fantastisch dat we aan de slag kunnen en het past zeer goed bij de EUR.” Het consortium sluit naadloos aan bij het Erasmus Initiative ‘Societal Impact of AI’ en het Erasmus Centre for Data Analytics.
‘Stress-in-Action’
In het consortium ‘Stress-in-Action’ ontwikkelen wetenschappers nieuwe methoden om stress in het dagelijks leven te meten én te reduceren. Daardoor hopen de onderzoekers stressgerelateerde ziekten in de toekomst te voorkomen. Het consortium krijgt 19,6 miljoen euro, waarvan 3,6 miljoen naar onderzoekers in het Erasmus MC gaat. Prof.dr. Liesbeth van Rossum is bij het project betrokken en zij gaat haar studies naar stress en stressgerelateerde ziekten, zoals obesitas, hart- en vaatziekten en mentale ziekten, verder verdiepen.
Aansluiting bij Convergence
“Het is geweldig nieuws dat meerdere projecten van de EUR en Erasmus een toekenning vanuit het programma Zwaartekracht hebben gekregen. Een beloning voor jarenlang hard werken door alle betrokken wetenschappers, proficiat!”, zegt Ed Brinksma, voorzitter van het College van Bestuur van de EUR. “Dit onderstreept het belang van samenwerken over disciplines en instellingen heen om complexe vraagstukken in de samenleving aan te pakken. Iets waar wij ons als universiteit al langer op richten met de Erasmus Initiatives, Leiden-Delft-Erasmus en de Convergence met Erasmus MC en TU Delft. De gehonoreerde projecten sluiten hier dan ook bijzonder goed op aan.” Beide programma’s zijn geworteld in de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences en besteden veel aandacht aan talentontwikkeling van jonge wetenschappers die oog hebben voor samenwerking en maatschappelijke impact.
Onderzoek van internationaal topniveau
Het programma Zwaartekracht wordt in opdracht van het ministerie van OCW door NWO uitgevoerd. Uit veertig aanvragen zijn er uiteindelijk zeven consortia geselecteerd. Onderzoekers kunnen gedurende tien jaar universitair toponderzoek doen en multidisciplinair samenwerken. Minister Robbert Dijkgraaf (OCW): “Voor het doen van onderzoek van internationaal topniveau zijn rust en ruimte essentieel. Met deze forse impuls bieden we langetermijnperspectief en adequate financiering aan samenwerkende excellente onderzoeksgroepen. Onderzoekers van deze wetenschappelijke consortia, die op hun gebied tot de wereldtop behoren, kunnen met Zwaartekracht werken aan baanbrekend onderzoek.”
- Professor
- Professor
- Gerelateerde content