Daphina Misiedjan is verkozen tot lid van de Jonge Akademie van de KNAW. Ze is jurist en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam bij het Institute for Social Studies (ISS). De installatie is op 28 maart 2023 en is voor vijf jaar. Misiedjan doet veel onderzoek naar klimaatongelijkheid: “Ik onderzoek tegen welke uitdagingen kwetsbare groepen aanlopen.”
Kun je uitleggen wat klimaatongelijkheid is?
“De rijkste landen en de bedrijven die het meest bijdragen aan klimaatverandering hebben vaak veel minder last van de gevolgen. Landen in het globale zuiden ervaren de impact het eerst. Denk aan steeds extremere droogte of juist overstromingen. In Jemen bijvoorbeeld komt de toegang tot water steeds meer in gevaar, maar de CO2-uitstoot van dat land is heel beperkt. Ook binnen landen zie je grote verschillen. Zo zijn het meestal mensen met een hoger inkomen die meer bijdragen aan klimaatverandering, maar mensen met een lager inkomen gaan daar meer onder gebukt.”
Speelt klimaatongelijkheid ook in Nederland?
“Zeker, denk aan de extreme hitte die steeds vaker voorkomt in de zomer. Mensen met een lager inkomen zijn kleiner behuisd en hebben meestal minder toegang openbaar groen in de omgeving om verkoeling te zoeken. Daardoor hebben zij eerder last van hittestress. Ook zie je dat deze groep minder makkelijk toegang heeft tot subsidies, bijvoorbeeld om de woning beter te isoleren.”
Waar komt je interesse voor klimaatongelijkheid vandaan?
“Als jurist kijk ik naar rechten, regulering en verdeelvraagstukken die deels door wetgeving worden bepaald. Mijn proefschrift ging over toegang tot drinkwater vanuit het perspectief van mensenrechten. De internationale mensenrechtenbeweging ontstond vlak na de Tweede Wereldoorlog, maar klimaat was lang een blinde vlek. Pas vanaf de jaren zeventig kwam het besef dat onze planeet tegen grenzen oploopt. Nu is de vraag hoe mensenrechten gewaarborgd kunnen blijven terwijl we te maken krijgen met steeds grotere milieu- en klimaatvraagstukken.”
“Ik wil proberen om kwetsbare groepen te helpen om zichzelf meer mondig te maken. Er zijn steeds vaker rechtszaken om kwetsbare groepen te beschermen. Dat vind ik een heel interessante ontwikkeling. Bijvoorbeeld de rechtszaak door Friends of the Earth tegen Shell vanwege vervuiling in Nigeria of de Urgendazaak in Nederland. Het recht kan dus goed doen, maar het heeft ook een keerzijde omdat het ook een rol heeft gespeeld bij de huidige verdeling van kapitaal.”
Wat hoop je met je onderzoek te bereiken?
“In eerste instantie wil ik de rol van het recht bloot leggen. Ook vind ik het belangrijk om onderzoek te doen over thema’s die mensen echt raken. Mogelijk dat mijn bevindingen kunnen helpen bij het formuleren van rechtszaken. Als onderzoeker heb ik meer tijd om me ergens in vast te bijten dan iemand die bij een NGO werkt. Partijen of individuen kunnen bij mij terecht voor vragen. Als ik er ruimte voor heb kan ik mensen op weg helpen en informatie geven.”
Hoe dan? Word je dan wel eens benaderd?
“Dat gebeurt regelmatig, bijvoorbeeld nadat mensen een interview met mij hebben gelezen of naar een lezing zijn gekomen. Onlangs vroeg iemand of een bosgebied bij hem in de buurt, dat gekapt dreigt te worden beschermd zou kunnen worden met ‘Rechten van de Natuur’. Het is bijzonder om te merken dat mijn onderzoek leeft en dat relevant is voor mensen. Ik kan niet altijd antwoorden, maar probeer ze te helpen waar ik kan. Zo deel ik links naar onderzoek of verwijs ik naar organisaties die kunnen helpen. Het ISS hecht veel waarde aan social impact en daar mag je ook ruimte voor vrijmaken.”
Wat betekent het om onderdeel te zijn van de Jonge Akademie?
“Het is heel waardevol om met onderzoekers uit andere vakgebieden in contact te komen en te zien hoe we elkaar kunnen aanvullen. Ik vind het ook heel leuk om mee te kunnen denken over wetenschapsbeleid en hoe dit ons raakt als jonge onderzoekers. Bijvoorbeeld over de criteria die het NWO zou moeten hanteren bij het toekennen van beurzen. Hoe kunnen we maatschappelijke impact meer laten meewegen bij onderzoeksfinanciering? Dat zijn vragen waar we over nadenken. We mogen ook meedenken over de onderzoeksagenda en zelf onderzoek opzetten. Zo is er tijdens de pandemie onderzoek gedaan naar de impact van Covid-19 op jonge onderzoekers.“
Wat zou jij graag op de agenda willen zetten?
“Ik vind het interessant om te kijken hoe we maatschappij en wetenschap meer met elkaar kunnen verbinden, vooral voor kinderen. Daarom spreekt het Lil’Scientist programma me aan. Daar worden kinderen betrokken bij onderzoek door hen zelf data te laten verzamelen. Ook zou ik het mooi vinden als er een Koninkrijk breed netwerk komt voor onderzoekers. Onderzoekers van de Caribische eilanden kwamen eerst niet altijd in aanmerking voor NWO-subsidies en waren tot voor kort ook niet verkiesbaar bij KNAW. Gelukkig kan dit nu wel. Ik zou graag willen meehelpen bij het opzetten van dit netwerk.”
- Universitair Docent
- Gerelateerde content