Impact at the Core kan rekenen op gevraagd en ongevraagd advies van haar eigen adviesraad. In deze reeks gaan we met de leden in gesprek over impactgedreven onderwijs, te beginnen met Anne Marie Weggelaar-Jansen. Na zelf jaren in de verpleging te hebben gewerkt is ze nu als assistant professor verbonden aan de faculteit ESHPM. “Bij traditioneel onderzoek kijk je van een afstand naar de mierenhoop. Ik ga er het liefst middenin zitten.”
Kun je iets meer vertellen over jezelf en jouw onderwijs?
“Naast mijn leven op de EUR ben ik ook nog gewoon actief als zelfstandig adviseur. Dat betekent dus dat ik zelf rondloop in de sector waar ik onderzoek naar doe. Op die manier hoor ik de vragen die de praktijk heeft, en dat helpt mij weer om goede onderzoeksvragen te stellen en goede voorbeelden te gebruiken in mijn onderwijs.”
“Ik ben verantwoordelijk voor twee mastervakken binnen ESHPM die allebei écht praktijkgericht zijn. De eerste is het internship, een keuzevak waarin studenten stage kunnen gaan lopen bij een zorg- of beleidsmanager. Zo kunnen ze al vroeg in het masterprogramma kennis opdoen in de praktijk en dat helpt om de kennis uit de colleges in perspectief te zien en werkgroepen te hebben met stevige discussies. Het andere vak is Health Service Innovation, een vak met studenten van verschillende masterstudies. Hier gaan ze, gebaseerd op echte vraagstukken uit de praktijk, en met gebruikmaking van theorie, innovaties bedenken.”
Waarom is impactgedreven onderwijs zo belangrijk voor de EUR?
“Wij zijn een universiteit van thinkers en doers, en dit is een groot onderdeel van het doen! Ik zal een voorbeeld geven: een paar maanden geleden werd ik gebeld door een oud-student die inmiddels werkt als manager in een academisch ziekenhuis. Zij had een groot en complex probleem, en vroeg of ik eens mee wilde denken. Toen ik haar vroeg wat ze al geprobeerd had om het op te lossen, bleek dat ze een aanpak had gekozen waarvan we allang weten dat het niet werkt. Uitgebreid beschreven in diverse publicaties. Toen ik haar vroeg waarom ze het zo had aangepakt, bleek dat ze sinds de studie eigenlijk nooit meer wetenschappelijke artikelen had gelezen. Studenten pakken niet als natuurlijke reflex al die wetenschappelijke kennis erbij om na te gaan wat de opties zijn om een probleem op te lossen.”
“Ik probeer in mijn vakken na te denken over hoe ik eraan kan bijdragen dat mensen de vaardigheden aanleren om na te denken over zulke problemen, over de vraag achter de vraag, over dynamieken die het probleem in stand houden. De kennis die wij aanbieden heeft een halfwaardetijd van, laten we zeggen, vijf jaar. Daarna zijn we in de wetenschap alweer verder - en zeker in het zorgdomein, waar waanzinnig veel wordt gepubliceerd. Als die kennis zich zó snel ontwikkelt, dan moet ik studenten de vaardigheden aanleren om zelf kennis te vinden, te begrijpen, te synthetiseren en toe te passen om vervolgens iets met die kennis te doen waar de praktijk mee verder kan.”
Op welke manier hebben studenten van ESHPM impact gemaakt?
“We hadden vorig jaar een mooi vraagstuk van een ziekenhuis: hoe ze het wachten in een ziekenhuis - wat natuurlijk veel voorkomt - waardig konden maken. Wat kun je doen met de tijd dat mensen zitten te wachten? Als je studenten dan aan een tafeltje zet met wat kartonnetjes en een bakje lijm dan gaat er waarschijnlijk niets uitkomen. Maar er gaan heel andere dingen gebeuren wanneer je zegt: Ga maar in een ziekenhuis zitten, ga maar met de mensen praten en vragen waarom ze moeten wachten.”
“De simpele oplossing zou zijn om iets te bedenken waardoor het wachten fun wordt; er moet een tv hangen, er moeten dingen zijn om te spelen en er moeten goede tijdschriften liggen. Dan ben je dus bezig met het pimpen van een wachtkamer. Maar als je vraaggericht onderzoek gaat doen dan ga je het systeem begrijpen waarmee we al dat wachten in stand houden. Een van mijn groepen studenten had dat heel netjes gedaan en zag dat mensen vaak niet goed zijn voorbereid op hun gesprek met de arts. Daardoor duurt het consult te lang en loopt de dokter uit. Als gevolg daarvan zitten mensen te wachten. De studenten hebben erover nagedacht hoe ze kunnen voorkomen dat mensen onvoorbereid bij de dokter binnenstappen. Wat als je wachttijd ziet als doe-tijd? Dat is een heel andere mindset!"
"Ze hebben een concept bedacht waarbij, op het moment dat je aankomt, het consult direct begint. Dan heb je dus helemaal geen wachttijd: patiënten zitten in de wachtkamer hun eigen anamnese in te vullen voordat er een arts aan te pas komt. Impactleren gaat erover dat zij hebben geleerd om de vraag achter de vraag te onderzoeken, om creatieve nieuwe dingen te bedenken en zo bij te dragen aan oplossingen waar het ziekenhuis mee aan de slag kon. Zo maken wij dus impact in de maatschappij.”
Wat moet er in de basis aanwezig zijn om impactleren mogelijk te maken?
“Ik heb daar voor Health Service Innovation een klein onderzoek naar gedaan. Ik heb met bestuurders van zorgorganisaties en met innovatiemanagers gesproken over de belangrijkste vaardigheden die je moet hebben als je hun werk goed wilt kunnen doen. Dat heb ik als basis genomen voor welke vaardigheden we moeten oefenen met studenten: samenwerken, perspectieven bij elkaar brengen, dingen kunnen uittesten en je niet te gauw laten verleiden om te denken dat je het allemaal wel snapt. Verder moet je kunnen netwerken en het lef hebben om een vraag te stellen. Zulk soort dingen.”
Wat is dan de rol van de docent in de samenwerking tussen studenten en externe partijen?
“Facilitator; je kijkt naar wat de studenten nodig hebben en hoe je daarin kunt ondersteunen. Dat vraagt van mij om hetzelfde te doen als wat ik van hen verlang: steeds het gesprek blijven aangaan en het onderzoeken van de vraag achter de vraag. Ik heb veel moeten leren in het begin, en dit jaar nog heb ik voor het eerst iets gedaan waarvan ik eerder dacht dat het onmogelijk was. Normaal gesproken verzamelde ik de problemen van probleemeigenaren, en maakte daar zelf een tekst van. Ik wilde nooit dat studenten met de probleemeigenaar spraken omdat ik bang was dat ze dan in een bepaalde richting gestuurd zouden worden. Maar omdat studenten vanwege corona over de hele wereld zitten en het moeilijker is om praktijkonderzoek te doen dacht ik: ik ga ze na drie weken tóch de kans geven om met de probleemeigenaar te praten en vragen te stellen. En het ging hartstikke goed! Studenten hadden zich goed voorbereid, stelden goede vragen en kregen goede feedback. Misschien is het dus ook hier zo dat de beperkingen in je eigen denken zitten.”
En als we kijken naar een fysieke of logistieke basis voor impactleren?
“Ik zou het super vinden als studenten naar een fablab - fabricage laboratorium - kunnen gaan. Bijna alle hogescholen hebben dat al. Er staan 3D-printers, laser cutters en allerlei materiaal om wat je bedacht hebt ook daadwerkelijk te maken. Binnen de EUR hebben we nog geen toegang tot zoiets. Zonde, want het maakt ook dat bepaalde praktijkvraagstukken die interessant kunnen zijn voor onze studenten onmogelijk in te passen zijn in het onderwijs. Ik ben twee jaar geleden bezig geweest om te kijken of we samen konden werken met een minor binnen Geneeskunde en met de TU Delft waar ze vakken hebben die vergelijkbaar zijn met Health Service Innovation. Studenten uit Delft kunnen dan kennis inbrengen van hoe iets gemaakt moet worden. We zijn nu vooral bezig met vraagstukken die te maken hebben met conceptontwikkeling, terwijl ik denk dat we ook ‘makerige’ dingen moeten hebben.”
Waar ligt de grens van dingen die we níet moeten willen?
“We moeten niet denken dat de bijdrage die wij leveren aan de maatschappij alleen maar over kennis gaat. Voor mij is het een groot pleidooi om na te denken over de vaardigheden die onze studenten nodig hebben om een impact te kunnen maken. Jaren geleden kwam er op de master Health Care Management een accreditatiecommissie langs die ons vertelde dat we te veel een hbo waren geworden, te weinig academisch. En ‘academisch’ zou dan zijn dat we het gedrag van managers bestuderen, dat we mensen opleiden voor de wetenschap. Natuurlijk leiden we altijd een aantal studenten op voor de wetenschap, maar het gros gaat gewoon de praktijk in en wordt zorgmanager of beleidsmedewerker in een zorginstelling. Ik vond dat toen een onbegrijpelijk oordeel. Het heeft ertoe geleid dat ongeveer alles dat riekte naar vaardigheden uit het curriculum verdween.”
“Het maken van impact vraagt dat mensen vaardigheden ontwikkelen om samen te werken, literatuur te zoeken en te verbinden, te onderhandelen en een vergadering te leiden. Allemaal dingen die superbelangrijk zijn als je straks op academisch niveau gaat werken, maar waar we niets aan doen. Dat zou een beetje zijn alsof we op de rechtenfaculteit mensen gaan opleiden zonder ze te leren hoe je moet pleiten. Alsof we dokters opleiden en ze alles vertellen over de pathologie en anatomie van het lichaam, maar niets over hoe je met patiënten omgaat of een slechtnieuwsgesprek voert.”
Tot slot: wat hoop je dat jouw rol wordt binnen de adviesraad van Impact at the Core?
“Ik zou willen dat we meer focussen op een doorgaande leerlijn. We kijken nu steeds naar bachelors en masters, maar als je het plat bekijkt heb je daarna ook nog de PhD, universitair docent en de universitair hoofddocent. Wat kunnen we hen bieden op het gebied van impactleren? Ik kan mij voorstellen dat bij onderzoek van de wetenschappelijk staf bachelor- en masterstudenten betrokken worden die bijvoorbeeld deelonderzoeken doen, of dataverzameling. Zo worden ze betrokken en zien ze wat er speelt. Ik denk dat de kracht van mijn onderwijs is dat ik altijd honderd voorbeelden heb uit de praktijk, omdat ik daar als interim manager of adviseur ook rondloop. PhD’s hebben dat ook, en daarmee wordt het leren tastbaarder.”
Meer over Impact at the Core
De EUR wil met haar onderwijs een positieve maatschappelijke impact maken. Met die ambitie in ons achterhoofd werken we aan vakken en studieprogramma's waarin studenten samen met professionals en peers kunnen werken aan de wicked uitdagingen van onze tijd. Uit enquêtes blijkt ook dat studenten van ons verwachten dat wij ze de vaardigheden aanleren die nodig zijn om met hedendaagse problematiek om te gaan, en om een baan te vinden die aansluit bij hun maatschappelijke drive. Impact at the Core is opgezet om initiatieven te steunen die bijdragen aan de positieve invloed die we als universiteit hebben in de samenleving. Wij helpen bij het financieren, ondersteunen en ontwikkelen van goede ideeën!