Deze tekst is geschreven, in opdracht van het Language & Training Centre, door onze docent Nederlands Piethein Burmanje. Maandelijks kun je genieten van een nieuw verhaal over wat er zich afspeelt tijdens de Nederlands NT2 les.
Beter worden in alles en daar hard aan werken: dat was het voornemen van Saeed die het zoveelste AZC eindelijk had verruild voor een woning in Rotterdam, de rauwe stad van de opgestroopte mouwen en dat adagium had hij meteen geadopteerd en wilde het natuurlijk ook direct toepassen. ‘Ik ga mijn mouwen opvouwen,’ schreef hij.
U kent Saeed niet maar deze fraaie zin past perfect bij hem. Hij ziet er zeer verzorgd uit en besteedt aandacht en geld aan kleding, schoenen en uiterlijk. Zijn haar lijkt niet te groeien door kleine knipjes hier en daar en vaak volgt een geurtje hem bij het passeren. Ik zie Saeed zorgvuldig de handdoeken vouwen, lakens, hemden, T-shirts en ondergoed, alles recht als een lijntje in zijn kast behalve de overhemden natuurlijk want die moeten hangen en zelfs al zou hij weten wat mouwen opstropen betekent dan nog zou hij ze vouwen. Wen er maar aan, Rotterdam. Gevoel voor stijl heeft nog nooit iemand kwaad gedaan.
Ik ben geboren in januari, het begin van de toen nog strenge winter want mijn ouders hoopten op een sprankje in het nieuwe jaar. Ik ben geboren om de somberheid te verdrijven en dat is best wel een zware last. Soms vragen ze me te uit te leggen wat somber is. Ik zou een heleboel trieste landschappen kunnen schetsen maar vaak volstaat het woord januari. Januari is de somberste maand, het oude jaar is weggedronken en opgegeten, de dagen zijn nog net zo kort en grijs maar dan zonder feestjes in het vooruitzicht, het geld is op, je begint weer met iets wat je nooit meer zou doen en de sportschool, ach, de sportschool.
Voornemens, begin ik vrolijk, vertel me je voornemens voor het nieuwe jaar en let op: beter Nederlands spreken is geen voornemen maar een plicht. Voornemens worden vaak verward met wensen en dat verschil wordt duidelijk in de wens om bijvoorbeeld familie in je eigen land te willen zien en de onmogelijkheid om dat te kunnen doen. Jammeruari in een notendop.
Wie rookt er nog? ‘Ik weet dat het is slecht,’ begint Hayan, ’maar mijn schoonmoeder woont in huis en dan moet ik naar balkon om te roken.’ Zo trof ik hem het afgelopen jaar vaak aan op zijn kleine balkon met het geluid van huilende kinderen, schreeuwende vrouwen en kletterende pannen op de achtergrond en ik keek in zijn vermoeide gezicht en onder in beeld zag ik een blauw rookpluimpje. Hij is gestopt, niet met roken maar met de cursus omdat zijn thuissituatie dat onmogelijk maakte en hij wacht nu op een terugkeer in het klaslokaal. Het balkon is overigens een geliefde rookplek. Iemand schreef: ‘Ik ga naar balkon om cigarets te ruiken,’ en hoewel hij roken bedoelde, zou het ook een therapie kunnen zijn.
Afvallen staat ook op de verbeterlijst. Toen we elkaar nog in een leslokaal mochten zien, gingen er in de pauze bakjes rond met zelfgemaakte koekjes, zoet gebak en gevulde dadels en natuurlijk is het weigeren van deze geschenkjes in de Arabische wereld en ver daarbuiten heel onbeleefd. Hoewel de vrouwen verantwoordelijk zijn voor het bakken van deze kleine feestjes zijn het vooral de mannen die elkaar letterlijk de maat nemen. ‘Jouw buik krijgt een probleem,’ somberde Hassan toen ik een honingdruipend stukje baklava naar binnen wilde schuiven. ‘Een man zonder buik is als een huis zonder meubels,’ citeerde ik een Arabisch spreekwoord en Hassan knikte instemmend. Je moet wel je klassiekers kennen om te overleven in de pauze. De schade van de schermlessen is moeilijk waar te nemen omdat we elkaar niet in volle pracht kunnen zien.
En jij, meneertje Weetalles, wat ga jij doen dit jaar?
Ze leren zelf heel veel maar ik ga ze hier en daar een beetje helpen met opgevouwen mouwen.
- Gerelateerde content