Een poster hangt boven zijn bureau op de vijfde verdieping van het Bayle-gebouw: 'Evolution: life on Earth is one big extended family' (Evolutie: het leven op aarde is één grote familie). Op een tijdlijn worden alle dieren weergegeven en hun onderlinge relatie. En: de vijf voorgaande perioden van massa-uitsterving. Universitair Docent Yogi Hale Hendlin is gezondheidswetenschapper en milieufilosoof, zowel aan de University of California in San Francisco als aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is onderdeel van het initiatief Dynamics of Inclusive Prosperity. Hendlin citeert een FAO-rapport: "De enige manier waarop we de hele wereld, nu en in de toekomst, kunnen voeden is door over te schakelen op lokale, biologische landbouw."
U onderzoekt gezondheidsvraagstukken en milieuvraagstukken. Wat is het verband tussen deze twee vakgebieden?
“Ik zou zeggen: is er een manier waarop ze niét met elkaar in verbinding staan? In het Westen zijn we geneigd te denken dat je op het ene vlak iets kunt doen, zonder dat het jou op het andere vlak raakt. Als er bijvoorbeeld een kolencentrale moet komen, zie je het verschijnsel ‘NIMBY-isme’ (not in my back yard): we willen wel de energie van die centrale ontvangen, maar niet de nadelen ervan voor het milieu of onze gezondheid. Mijn onderzoek is vooral gericht op problemen die voortkomen uit de industrialisatie. Hoe beïnvloeden industriële processen onze gezondheid en ons milieu?”
Wat zijn uw bevindingen tot nu toe?
“In het dagelijks leven ervaren we klimaatverandering niet als een bedreiging voor onze gezondheid, toch is het de grootste dreiging waar deze aarde ooit voor heeft gestaan. We bevinden ons nu in de zesde periode van massa-uitsterving en dat heeft te maken met het feit dat we technologie boven wijsheid en ethiek hebben geplaatst. Als filosoof ben ik geïnteresseerd in hoe we denken over de 'goed' en 'slecht'. Met 'slecht' bedoel ik bijvoorbeeld: onze wegwerpeconomie, de uitputting van de grond en van grondstoffen, grootschalige vervuiling en dat zo'n beetje alles dat geproduceerd wordt, uiteindelijk 'afval' wordt. Geen enkel ander organisme op deze planeet produceert zoiets als afval; dat begrip komt alleen bij mensen voor.
Ik bestudeer bijvoorbeeld (soms geheime) documenten van grote internationals, de bedrijven die actief zijn op het gebied van fossiele brandstoffen, de voedingsindustrie, de tabaksindustrie. Op de University of California hebben we een project waarbij we deze documenten verzamelen om te kijken hoe deze bedrijven hun adviseurs inzetten, welke taal ze hanteren, wat hun aannames zijn. We onderzoeken zelfs welke wetenschappelijke onderzoeken ze hebben laten uitvoeren die ze nooit bekend zullen maken of zullen delen; omdat ze de legitimatie van hun producten of hun winst tegenspreken.”
Waar gaat uw onderzoek op het gebied van duurzame landbouw over?
“Samen met Professor Alessandra Arcuri van de Erasmus School of Law onderzoek ik duurzame landbouw en niet-duurzame landbouw, en vragen zoals: hoe stellen overheden risico's vast rondom pesticides zoals glyfosaat? En wat te doen met de chemische voetafdruk die dat tot gevolg heeft? Hoe worden de toegestane gifconcentraties bepaald?
Het probleem is: te vaak worden de regels hieromtrent vastgesteld op particuliere en economische belangen, en niet gestuurd door het algemeen belang. Veel regelgeving betreffende chemische stoffen is gebaseerd op de aanname dat er een maatschappelijke behoefte bestaat aan die chemische stoffen. Het tegendeel is het geval. Neem bijvoorbeeld glyfosaat, een werkzaam bestanddeel van RoundUp. Deze stof is een bedreiging voor onze gezondheid, de gezondheid van de bodem en de gezondheid van de planeet, maar dit verdwijnt naar de achtergrond, economische belangen komen voorop.”
"Ik lever wetenschappelijk bewijs aan om beleidmakers en politici aan te moedigen de juiste keuzes te maken, die goed zijn voor onze gezondheid en voor het milieu”
Hebt u een verklaring hiervoor?
“Nederland is per hoofd van de bevolking een van de grootste voedselexporteurs ter wereld. Het merendeel van onze broeikassen is eigendom van Monsanto en een handjevol andere internationale bedrijven, die glyfosaat en allerlei soorten chemische stoffen en pesticiden gebruiken om gewassen te laten groeien. Deze gewassen zijn gedrenkt in de chemicaliën en die eten wij dan op. Mensen die in de buurt van die akkers wonen – in Nederland zie je dat bijvoorbeeld rondom bloemenvelden – lopen een hoger risico op kanker, een hoger risico op astma. Als maatschappij hebben we kennelijk afgesproken dat dit soort gevolgen acceptabel zijn, een offer om ervoor te zorgen dat monopolies goedkope producten voor ons kunnen blijven produceren. Deze bedrijven nemen het leeuwendeel van de landbouwbesluiten voor de hele wereld: over de kwaliteit van voedsel, onze gezondheid en hoe we met onze landbouwgronden omgaan. Daarnaast creëren ze door de klakkeloze toepassing van hun landbouwchemicaliën ongedierte dat resistent is tegen de pesticiden, ook een groot probleem.”
Wat is de oplossing, hoe kunnen we de wereld voeden en tegelijkertijd goed zorgen voor onze gezondheid en de bodem?
“De Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de VN meldde in haar jaarverslag van 2012 dat onze bodem wereldwijd zo snel achteruit gaat dat we de vraag niet zullen kunnen bijhouden tenzij we overschakelen op lokale, biologische landbouw. Andere studies bevestigen deze diagnose. Bedrijven zoals Monsanto zijn groot geworden dankzij hun gif. Zij maakten bijvoorbeeld ook gif in de Eerste Wereldoorlog. Nu doden ze insecten en, ‘oeps’, je krijgt er zelf ook wat van binnen. Het is van belang dat we onze geschiedenis kennen, en dat we het tij gaan keren.”
Er wordt wel gezegd: als we overschakelen op biologische landbouw, zullen we niet de hele wereld kunnen voeden. Maar u zegt het omgekeerde?
“Er is inderdaad veel wetenschappelijk bewijs voor het tegendeel. Er zijn studies waarin wordt aangetoond dat een overschakeling op biologische landbouw (zonder het gebruik van pesticiden) zal leiden tot een verlies van twee tot vier procent. Dat is niet veel! Ervan uitgaande dat voedsel met minder chemicaliën voedzamer wordt, dat de bodem niet kapot gaat en dat onze gezondheid er baat bij heeft.
Professor Alessandra Arcuri en ik willen in kaart brengen wat boeren nu doen, en welke factoren een rol spelen bij de keuze voor hun huidige landbouwmethoden. We willen kijken naar het leenstelsel van banken: banken verlangen soms van boeren dat ze conventionele landbouwmethoden toepassen, om in aanmerking te komen voor leningen. Boeren zitten eigenlijk ook klem in het systeem. We zouden erachter willen komen waardoor boeren beperkt worden in hun keuzes, als het gaat om de vraag welke landbouwmethoden op lange termijn het beste zijn voor de levensvatbaarheid van hun gezin en hun land.”
Op welke manier heeft uw onderzoek maatschappelijke relevantie?
“Afgelopen juni brachten de hoofden van IARC (het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een bezoek aan onze campus om samen met internationale wetenschappers, juristen en politici uit de EU over dit onderwerp te praten. We hadden een workshop georganiseerd. ‘The Science and Politics of Glyphosate’. Daar verschenen zelfs een paar lobbyisten van Monsanto, die geïnteresseerd waren in wat we te zeggen hadden. Ik ben ervan overtuigd dat de toestemming voor het gebruik van glyfosaat in 2020 niet zal worden verlengd in Europa. Sommige landen, waaronder Duitsland, stoppen er nu al mee.
Alle systemen zijn kwetsbaar, zelfs systemen die zo krachtig en onveranderlijk lijken. Er is alleen bij de juiste mensen op de juiste plaats moed nodig om de juiste keuzes te maken. Als wetenschapper heb ik de taak ze aan te moedigen: ik kan wetenschappelijk bewijs aanleveren om beleidmakers en politici aan te moedigen de juiste keuzes te maken, die goed zijn voor onze gezondheid en voor het milieu.”
- Universitair Docent
- Gerelateerde content