De afgelopen weken demonstreerden op de Erasmus Universiteit studenten en medewerkers voor een vrij Palestina. In een brief roepen meer dan 300 studenten en medewerkers het CvB op tot een academische boycot, een staakt-het-vuren en het erkennen van genocide. Dit speelt op alle universiteiten.
Afgelopen week is samen met de 14 andere universiteiten een rectorenbrief gepubliceerd in dagblad Trouw. Daarin leggen de universiteiten uit hoe zij aankijken tegen academische vrijheid en de roep van studenten en medewerkers om de banden met Israëlische kennisinstellingen categorisch te verbreken. Deze brief en de vele andere gebeurtenissen rond de campus en in Gaza heeft veel reacties opgeroepen uit heel verschillende hoeken. Een interview met rector Annelien Bredenoord.
Er is veel gebeurd de afgelopen weken, zowel in Gaza als hier op de campus. Hoe kijk je op dit moment naar de situatie?
Ik kijk met afschuw en wanhoop naar wat er in Gaza gebeurt. Het maakt me intens verdrietig als er weer een tentenkamp is gebombardeerd. De verschrikkingen van de burgerbevolking daar, de ontelbare doden en gewonden, jonge kinderen en vrouwen, de uitzichtloosheid, het breekt mijn hart. De vernietiging van de volledige academische infrastructuur in Gaza. Een schande. Sigrid Kaag (VN-coördinator voor Humanitaire Hulp en Wederopbouw in Gaza) noemde het van de week: de hel op aarde. Alles in mij wil dat deze verschrikkelijke situatie stopt. Nu. En dat de bevolking alle ruimte krijgt hun levens toch weer een soort van op te bouwen. Het is een ongekend humanitair drama dat ook onze humaniteit op de proef stelt.
Dan moeten je handen jeuken om ook iets te doen toch?
Reken maar dat ik hier veel mee bezig ben. Er zijn mensen die zeggen dat het helder is: dat we als universiteit moeten oproepen tot een staakt-het-vuren, het erkennen van de genocide of het instellen van een academische boycot. Het is heel begrijpelijk dat die gevoelens heel diep worden gevoeld. Ik voel ze namelijk zelf ook. De onmacht. Ik kan het schieten en het doden niet stoppen. Wel kan ik alle tijd en de positie die ik heb gebruiken om met zoveel mogelijk mensen binnen onze gemeenschap te spreken. En ik kan proberen ervoor te zorgen dat iedereen hier een plek heeft en zich toch thuis kan voelen. Het persoonlijk lijden van mensen verafschuwt ons allemaal, maar we kiezen ook allemaal een eigen manier daar mee om te gaan. En ik wil al die verscheidenheid aandacht geven binnen wat er kan in een universiteit.
Met iedereen afzonderlijk in gesprek gaan gaat natuurlijk niet?
Klopt, maar ik probeer wel zo ver mogelijk te komen en heb de afgelopen maanden al heel veel studenten en medewerkers gesproken, ook vandaag nog. En steeds ook weer opnieuw. Velen zullen het soft vinden, weer anderen vinden dat we het onvoldoende doen. Maar we moeten echt met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Dat deden we eerste in kleinere groepen, maar op maandag 24 juni gaan we in ieder geval ook live met elkaar in gesprek tijdens de dialoogtafels. We moeten moeite blijven moeten doen om elkaar beter te leren begrijpen en over elkaars opvattingen te leren. Het is een democratische en academische vaardigheid om altijd in verbinding te blijven en het gesprek te blijven opzoeken, ook als je het radicaal met elkaar oneens bent. De 'overlappende consensus' zoals filosoof John Rawls dat noemde te blijven opzoeken.
Hoe is er gereageerd op de rectorenbrief die jullie hebben geschreven over de samenwerkingsverbanden met Israël?
Ik merk dat er nog veel uit te leggen is over de context waarin we deze brief moeten zien. Als rectoren van de 15 universiteiten van Nederland hebben we een gezamenlijke brief geschreven over academische vrijheid en de samenwerkingsverbanden met Israëlische kennisinstellingen. Daarin schetsen we de argumenten waarom onze basishouding is dat we de banden met Israël niet categorisch willen verbreken. We vinden het niet passen bij de aard van een universiteit om een heel land categorisch te boycotten. Dit is een benadering die ruimte laat voor het onderzoeken en heroverwegen van samenwerkingen met specifieke kennisinstellingen in een land. Een dergelijke fijnmazige, precieze insteek past bij het zorgvuldige proces dat je van een universiteit en de wetenschap mag verwachten. En uiteraard zijn er nog geen conclusies getrokken, proberen we er zo onbevooroordeeld als het wetenschappers betaamt in te staan, staan we open voor kritiek, argumenten en tegenargumenten, falsificatie. Dat is de aard en het karakter van de academie en dat moet je ook doen als het schuurt en ongemakkelijk wordt.
Waarom hebben jullie bij de start van de oorlog in Oekraïne wel zo snel en wel categorisch dat besluit genomen?
Ik heb een tijdje terug in een interview met Erasmus Magazine ook gezegd dat we als universiteitsbestuurders met de wijsheid van nu toen ook een andere benadering hadden gekozen. Dit is precies waarom de Commissie voor Gevoelige Samenwerkingen nodig is. Elke situatie is anders, de context maakt verschil. Onze eigen academische gemeenschap was, net als de rest van de Nederlandse samenleving trouwens, veel minder gepolariseerd. Bovendien vroeg de Nederlandse regering ons om deze boycot. Met de wetenschap van vandaag zouden we ons denk en hoop ik niet meer onder druk laten zetten om zo snel zo'n ingrijpend besluit te nemen. We hebben veel geleerd de afgelopen maanden. Wat zou het mooi zijn als dit soort gruwelpraktijken zich nooit meer zouden voor doen, maar we moeten realistisch blijven. Dus ik stel mij voor dat bij een volgend voorval onze CGS direct in conclaaf gaat met de vergelijkbare commissies van de andere universiteiten om tot een weloverwogen besluit te komen op basis van vooraf vastgestelde ethische en mensenrechtelijke kaders.
Gaat deze commissie wel echt een verschil maken?
Niet alleen bij ons, maar ook bij een aantal andere Nederlandse en Europese Universiteiten zijn er commissies aan het werk om heel specifiek naar de bestaande samenwerkingsverbanden te kijken met kennisinstellingen en Israël en in Gaza voor zover die nog mogelijk zijn. Bij de EUR lijkt het uit een eerste inventarisatie voornamelijk om uitwisselingsprogramma's voor studenten te gaan, van banden met wetenschappelijk onderzoek dat gebruikt zou kunnen worden voor oorlogsvoering of onderdrukking lijkt vooralsnog geen sprake te zijn. Maar dat gaat nu precies in kaart worden gebracht en gewogen op basis van een vooraf opgesteld ethisch kader waarbij mensenrechten en kennisveiligheid belangrijke criteria zijn. Ook toekomstige samenwerkingen zullen op deze manier bekeken worden.
Snapt u de kritiek van de studenten en medewerkers die stellen dat u genoeg weet om radicaal te breken met kennisinstellingen in Israël?
Absoluut snap ik dat, maar toch hebben we geleerd van de situatie met Oekraine en Rusland en willen we het via een commissie beter aanpakken. Ik vraag mijzelf ook elke dag af: doe ik wel genoeg? Er is ook al veel dat we weten, de resoluties van de VN, de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof. En als instelling zijn we daar ook niet blind voor. Wel hebben we er bij de minister herhaaldelijk op aangedrongen als land maximale druk uit te oefenen om deze oorlog te stoppen.
Ook ik hoop dat er snel een staakt het vuren komt, dat deze vreselijke situatie snel tot een einde komt, en dat de zachte stemmen en goede krachten die werken aan hoop en vrede weer de boventoon mogen voeren, ook in conflictgebieden elders in de wereld. Vanuit dat oogpunt is de roep om alle banden te verbreken goed te volgen. Tegelijkertijd moeten juist wij als wetenschappers het hoofd koel houden en uit oogpunt van academische vrijheid en de noodzaak om tot weloverwogen en zorgvuldige besluiten te komen geduld betrachten en het vertrouwen opbrengen in een onafhankelijke commissie die zijn werk gaat doen. Je moet namelijk het kader dat wij toepassen op Israël daarna ook kunnen toepassen op andere conflict- en oorlogsgebieden in de wereld, en helaas gaat dat om veel landen. Juist als universiteit moet je zo lang mogelijk in dialoog en samenwerking willen blijven.
De ME moest eraan te pas komen om de demonstranten op Erasmus Plaza te verwijderen. Hoe nu verder?
Ik ben opgelucht dat de demonstranten zelf zijn vertrokken en dat er geen geweld is gebruikt. Het is jammer dat ze geen gebruik wilden maken van het aanbod om het tentenkamp te verplaatsen naar Park Noord. We hebben ze expliciet een andere plek aangeboden en hun demonstratierecht maximaal gerespecteerd. Maar we hebben in de bijna twee weken dat het tentenkamp er was ook heel veel activiteiten moeten afzeggen, waaronder verschillende basisschoolklassen. En er waren ook veel studenten en medewerkers die ons berichtten dat ze de graffiti en leuzen als intimiderend ervaarden. Het is belangrijk dat al onze studenten en medewerkers zich op onze campus veilig voelen, of ze nu een Palestijnse, Israëlisch of andere achtergrond hebben. De demonstranten hebben de grenzen opgezocht en hier en daar ook overtreden: vernieling, bekladding, anti-semitische uitingen, mensen najagen over de campus; allemaal niet acceptabel. Dat maakt het afwegen van de belangen van alle groepen op de campus niet eenvoudiger. Het is een misverstand dat ze alleen weg moesten “vanwege een feestje”. Het is een veel bredere afweging.
Hoe ga je als CvB om met al die verschillende, vaak tegengestelde belangen?
Als College van Bestuur kunnen we niet anders dan alles meewegen: de verschrikkingen die de mensen in Gaza overkomt en de passie waarmee onze studenten en medewerkers daar tegen demonstreren. Maar dus ook de gevoelens van onveiligheid die Israëlische en joodse studenten en medewerkers voelen als ze over de campus lopen. Bovendien is er nog een grote groep studenten en medewerkers die minder direct bij de kwestie betrokken zijn, maar wel de effecten van de oorlog en de protesten meebeleven. We blijven dag in dag uit wegen en proeven om aan alle belangen recht te doen en zo integer mogelijk met deze morele dilemma’s om te gaan. Ik doceerde zelf 20 jaar lang ethiek. Het is inherent tragisch: wat je ook besluit, er blijft morele pijn.
Dus moest de demonstratie wijken naar Park Noord voor het HeartBeat Festival?
We hadden gehoopt dat de demonstranten het een goede oplossing zouden vinden om de demonstratie te verplaatsen naar een andere plek op de campus zodat de afsluiting van het Lustrumjaar met de WellBeing Week en het HeartBeat festival zouden kunnen doorgaan. Deze week draait en het feest draaien om al onze studenten en medewerkers. We hebben de afgelopen jaren ook hier een hoop meegemaakt en hoe gruwelijk de situatie in Gaza ook is, moeten we ook ruimte maken voor het welzijn van de mensen hier. Dat ze elkaar informeel kunnen ontmoeten, juist nu er ook grote bezuinigingen vanuit een nieuw kabinet op ons afkomen. De demonstratie en het welzijn van onze mensen kunnen wat mij betreft goed samengaan op de campus. Ik wil nogmaals benadrukken dat er voor vreedzame bijeenkomsten en protesten nog steeds alle ruimte is. Onze universiteit is en blijft een omgeving waarin dialoog en begrip centraal moeten staan.
Ik hoop dan ook dat onze studenten en medewerkers die zo nauw betrokken zijn bij Gaza gebruik zullen maken van de mogelijkheid om aan te sluiten bij de dialoogtafels van de EUR over dit onderwerp. De eerstvolgende dialoogtafel is op maandag 24 juni aanstaande. Het zou goed zijn als daar ook nagedacht wordt over welke ideeën en initiatieven er kunnen zijn met betrekking tot de wederopbouw van de kennisinfrastructuur in Gaza te zijner tijd. Laten we hopen met de relatief positieve geluiden over een staakt het vuren vanuit de Verenigde Naties de laatste dagen, dat het geweld nu eindelijk stopt en we aan de wederopbouw kunnen gaan denken. Deze oorlog is een humanitaire tragedie die diep doorwerkt ook bij ons op de campus.
- Onderzoeker
- Gerelateerde content