Zelfreflectie in de context van impactgedreven onderwijs is het weloverwogen en systematische proces waarmee studenten kritisch kijken naar hun leerervaringen, -acties en -resultaten, met de nadruk op het begrijpen van de bredere implicaties van hun werk binnen situaties uit de echte wereld. Het gaat hierbij om het kritisch evalueren van iemands overtuigingen, waarden, sterke en zwakke punten en gedragingen, en om de vraag hoe deze aspecten van invloed zijn op persoonlijke groei, besluitvorming en interacties met anderen.
Waarom zelfreflectie?
Zelfreflectie is van het grootste belang in impactgedreven onderwijs omdat het de hoeksteen vormt voor het bevorderen van transformatieve leerervaringen en zinvolle maatschappelijke verandering. Door aan zelfreflectie te doen, krijgen de studenten meer inzicht in hun eigen leerprocessen en krijgen ze inzichten van onschatbare waarde in de complexiteit van uitdagingen uit de echte wereld. Bovendien werkt zelfreflectie als een katalysator voor persoonlijke en intellectuele groei en bevordert zij een dieper begrip van iemands waarden, overtuigingen en motivaties. Door dit proces onderzoeken studenten kritisch hun ervaringen, zowel binnen als buiten het klaslokaal, waarbij ze de bredere implicaties van hun leerproces in de context van maatschappelijke uitdagingen en kansen zien. Door aannames in twijfel te trekken, verschillende perspectieven in aanmerking te nemen en hun doelen te verfijnen in overeenstemming met hun gewenste impact, ontwikkelen studenten empathie, veerkracht en een verhoogd gevoel van sociale verantwoordelijkheid, waardoor ze in staat worden gesteld om positieve veranderingen teweeg te brengen in hun gemeenschap en daarbuiten.
Hoe?
De reflectieve cyclus van Gibbs is van onschatbare waarde in ons streven naar impactgedreven onderwijs. Door studenten te leren systematisch na te denken over hun ervaringen, stellen docenten hen in staat om diepere inzichten te verwerven in hun leerproces en persoonlijke groei.
De reflectieve cyclus biedt een kader voor het onderzoeken van ervaringen en omvat 6 fasen:
- Beschrijving
- Gevoelens
- Evaluatie
- Analyse
- Conclusie
- Actieplan
Hier geven we een richtlijn voor studenten hoe ze de cyclus moeten gebruiken:
1. Beschrijving (wat)
Beschrijf de gebeurtenis of ervaring waar je over nadenkt. Hier moet vooral worden beschreven wat er is gebeurd. Dit omvat het geven van context, details en de volgorde van gebeurtenissen.
Valkuilen om te vermijden:
- Te vaag zijn: zorg ervoor dat je beschrijving duidelijk en specifiek is. Laat geen belangrijke details weg.
- Evaluaties, oordelen of conclusies opnemen: deze stappen komen later. Houd deze stap zo objectief mogelijk.
2. Gevoelens (wat)
Denk na over je emoties en gedachten tijdens de ervaring. Ga na wat je eerste reacties waren en hoe je gevoelens zich ontwikkelden. Probeer na te denken over hoe anderen zich in deze situatie zouden hebben gevoeld.
Valkuilen om te vermijden:
- Onderschatting van emoties: negeer of bagatelliseer je emoties niet. Alle gevoelens, positief of negatief, zijn relevant om over na te denken.
- Complexe emoties niet erkennen: soms kun je tegenstrijdige emoties ervaren. Maak je gevoelens niet te eenvoudig; onderzoek de nuances.
- Je alleen op jezelf en je eigen emoties richten: Het is belangrijk om te onderzoeken hoe je je voelde in relatie tot anderen en hoe je gedrag andere mensen beïnvloed zou kunnen hebben.
3. Evaluatie (en dan)
Beoordeel de positieve en negatieve aspecten van de ervaring. Denk na over wat goed ging, wat niet goed ging en eventuele verrassingen. Bedenk ook wat andere mensen hebben bijgedragen aan de situatie (positief of negatief).
Valkuilen om te vermijden:
- Alleen focussen op extremen: probeer niet om alles als volledig positief of negatief te beoordelen. Zoek naar nuances en gemengde resultaten.
- Je vooroordelen negeren: wees je bewust van eventuele vooroordelen die je evaluatie zouden kunnen beïnvloeden.
4. Analyse (en dan)
Analyseer de ervaring door de factoren te onderzoeken die de ervaring hebben beïnvloed. Denk na over je aannames, gedrag en de acties van anderen.
Valkuilen om te vermijden:
- Overhaaste conclusies trekken: trek geen overhaaste conclusies zonder de situatie grondig te analyseren. Overweeg meerdere perspectieven.
- Anderen de schuld geven: concentreer je tijdens het analyseren ook op je eigen acties en beslissingen. Vermijd om de situatie alleen toe te schrijven aan externe factoren.
5. Conclusie (en dan)
Vat het geleerde samen en benadruk welke veranderingen in je acties het resultaat in de toekomst zouden kunnen verbeteren. Denk na over wat je anders had kunnen doen in de situatie. Overweeg alternatieve acties, gedragingen of benaderingen.
Valkuilen om te vermijden:
- Te kritisch zijn: oordeel niet te streng over jezelf. Het doel is om mogelijkheden voor verbetering te identificeren, niet om jezelf buitensporig de schuld te geven.
- Beperkingen negeren: denk aan de context en de beperkingen waar je mee te maken had. Soms waren alternatieven mogelijk niet haalbaar.
6. Actieplan
Schets op basis van je reflectie de stappen die je zou nemen als je in de toekomst in een soortgelijke of gerelateerde situatie terechtkomt. Deze stap gaat over leren en groei. Probeer het SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) te maken.
Valkuilen om te vermijden:
- Een onrealistisch plan maken: zorg ervoor dat je actieplan haalbaar is en rekening houdt met de complexiteit van de situatie.
- Niet aanpasbaar zijn: besef dat de omstandigheden in de toekomst anders kunnen zijn. Je actieplan moet aanpasbaar zijn en openstaan voor wijzigingen.
- Het ‘hoe’-aspect overslaan: Valkuil: je alleen richten op wat je anders zou doen zonder aan te geven hoe je die veranderingen gaat doorvoeren.
De verschillende dimensies om over na te denken
Zelfreflectie speelt een centrale rol in impactgedreven onderwijs, omdat de reflectieve praktijk studenten in staat stelt om hun leerervaringen op verschillende manieren te verkennen, met verschillende dimensies:
A. Ervaring/activiteit: ontwikkeling van competenties, bijvoorbeeld samenwerking, communicatieve vaardigheden, rol van aanjager van positieve impact
B. Proces/procedures: Teamwork, wat is bijvoorbeeld mijn rol in een groep? Individueel leertraject, bijv. hoe heb ik me als student ontwikkeld tijdens de cursus?
C. Onderwerp/inhoud: Relevantie van de inhoud voor studenten op verschillende niveaus. Cognitief niveau: wat leer ik?
Studenten kunnen de gids over reflectieve activiteiten gebruiken voor leidende vragen over de dimensies waarop ze kunnen reflecteren.
Stappen voor reflectie
| Dimensies om op te reflecteren | |||
Ervaring Activiteit | Proces Procedures | Onderwerp Inhoud | ||
Beschrijving | Wat is er gebeurd? Wanneer en waar is het gebeurd? Wie waren er aanwezig? Wat deden/zeiden ze? Wat deed/zei jij? | Hoe ziet het (teamwork)proces eruit? Wat was jouw rol? Waar heb je mee te maken in je omgeving? Hoe dacht je over het proces/het teamwork/jouw rol/de rol van anderen, en wat gebeurde er echt? | Wat heb je geleerd? (theorie, concept enz.) Wat waren de belangrijkste inhoud en leermethoden die je waardeerde? Hoe hebben de concepten die je hebt geleerd je begrip veranderd of versterkt? | |
Gevoelens | Wat voelde je tijdens en na de situatie? Wat denk je dat andere mensen van de situatie vonden? Wat vind je nu van de situatie? Wat denk je dat andere mensen nu van de situatie vinden? Wat zegt dit over je persoonlijkheid, waarden, aannames, overtuigingen enz.? Had je gevoelens tijdens de ervaring die de ervaring beïnvloed kunnen hebben? | Wat vond je van je rol? Wat vond je van het teamworkproces? Wat deden anderen, en hoe voelde je je daarbij? Waarom voelde je wat je voelde over jouw rol, de rollen van anderen en het teamproces als geheel? Wat zegt dit over je persoonlijkheid, waarden, aannames, overtuigingen enz.? Had je gevoelens tijdens de ervaringen die het proces en je rol beïnvloed kunnen hebben? | Hoe heeft het concept/de inhoud betrekking op jou persoonlijk? Hoe hebben de concepten die je hebt geleerd je gevoelens veranderd of beïnvloed? | |
Evaluatie | Wat was er goed en slecht aan de ervaring? Wat ging er wel en niet goed? | Hoe heb je gepresteerd binnen het team/als individu? Hoe hebben jij en andere mensen bijgedragen aan de situatie? (positief/negatief?) | Hoe heb je de inhoud van de cursus gebruikt? Vind je dat je de cursusinhoud goed hebt gebruikt (genoeg voor de ervaring/activiteit? Hoe? | |
Analyse | Welke betekenis kun je aan deze ervaring geven? Waarom gingen dingen goed, waarom gingen ze niet goed? Wat had kunnen helpen of voor verbetering kunnen zorgen? | Had je op een andere manier kunnen reageren? Hoe? Had het team op een andere manier kunnen reageren? Hoe? Zou het proces anders kunnen? Hoe? Welke kennis, vaardigheden en attitudes kunnen jou (en anderen) helpen om de situatie te begrijpen/analyseren? Hoe heeft deze ervaring je kijk op jezelf, de teamdynamiek, relaties, de maatschappij enz. veranderd/beïnvloed? | Hoe kan de theorie verklaren wat er is gebeurd? Heeft de inhoud van de cursus je geholpen om de ervaring te begrijpen? Hoe? Welk verder onderzoek en welke verdere theorieën/modellen kunnen je helpen om de ervaring/activiteit te begrijpen? Wat betekent de inhoud voor jou en de hele wereld? Hoe heeft deze ervaring je kijk op de inhoud van de cursus veranderd/beïnvloed? | |
Conclusie | Wat had je anders kunnen doen? Wat zou je veranderen? Wat heb je geleerd? Welke vaardigheden heb je nodig om hier beter mee om te gaan? Welke competenties en kernkwaliteiten zou je de volgende keer kunnen gebruiken? | Hoe had dit een positievere situatie kunnen zijn voor alle betrokkenen? | Wat verandert deze nieuwe kennis voor jou? Hoe? Wat zou je nog meer willen leren over deze inhoud? (theorie, concept enzovoort). | |
Actieplan | Welke kennis, vaardigheden en attitudes heb je nodig voor de veranderingen die je wilt doorvoeren? Hoe ga je de benodigde competenties ontwikkelen? Hoe/waar kun je je nieuwe kennis en ervaring gebruiken? Hoe ga je je acties aanpassen om je competenties te verbeteren?
Wat zijn de volgende stappen die ik zal nemen voor mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling, om positieve verandering teweeg te brengen? | Welke kennis, vaardigheden en attitudes heb je nodig voor de volgende stappen? Hoe ontwikkel ik de vaardigheden die ik nodig heb?
Wat zijn de volgende stappen die ik zal nemen voor mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling, om positieve verandering teweeg te brengen? | Welke kennis, vaardigheden en attitudes heb je nodig voor de volgende stappen? Hoe ga je je (inhoudelijke) kennis verbeteren?
Wat zijn de volgende stappen die ik zal nemen voor mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling, om positieve verandering teweeg te brengen? |
The information provided in this factsheet draws on the insights and outcomes from the "Transformative Learning at RSM" initiative, which is a key component of the broader "Impact at the Core" project. This project is dedicated to enhancing educational practices and fostering impactful learning experiences at Rotterdam School of Management.