De Erasmus Universiteit in Rotterdam (EUR) heeft als ambitie uitgesproken dat elke student tijdens de studie leert werken aan maatschappelijke uitdagingen in de stad. Op centraal niveau is ze daarvoor het project ‘Impact at the Core’ gestart. Een van de activiteiten daarin is om in het laatste jaar van de bacheloropleidingen een ‘Impact Ruimte’ te creëren voor studenten. Wat dat precies inhoudt, vertelt Daniel van Vliet, Project Lead Impact at the Core.
Studenten van de EUR werken veelal extracurriculair vaker in teams aan praktijkvraagstukken. Inmiddels is het impactgedreven onderwijs een vast onderdeel van de strategie van de universiteit geworden, die als ambitie heeft: To Make Positive Societal Impact.
Teruggeven aan de samenleving
“Hoe kunnen we de impact terugkrijgen in het onderwijs? En hoe moeten we ons onderwijs zo vormen dat we meer binding met de maatschappij krijgen? Dat zijn vragen die wij daarbij stellen”, vertelt Van Vliet. “Ook studenten hebben aangegeven dat ze meer maatschappelijke problematiek in hun onderwijs willen zien en meer verbinding willen hebben. Want nu gebeurt dat nog niet goed genoeg. Ook vanuit de maatschappij wordt het als taak van de universiteit gezien om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Je moet wat teruggeven aan de samenleving. Daarom zijn we in 2020 gestart met een project op centraal niveau: Impact at the Core.”
Doel van dat project is om voor eind 2024 in elke bestaande bachelor- en masterprogramma een vorm van impactgedreven onderwijs te implementeren. “We vinden het belangrijk dat de inbedding dus binnen het onderwijs zit. Het moet duurzaam zijn en niet zomaar een losse activiteit , die ophoudt te bestaan als niemand er meer naar omkijkt.”
Impact Ruimte
De call van de City Deal 2021 om te werken aan opschaling kwam dan ook op een goed moment, vertelt Van Vliet. “Sinds 2020 is ons project door de Universiteitsraad goedgekeurd. Deze call paste heel goed bij onze eigen (opschalings)proces. We zijn namelijk zelf al continu bezig met hoe dit kan worden opgeschaald. Hoe kan deze vorm van onderwijs in elke bachelor en masterprogramma worden ingebracht?”
Dat is nog best een uitdaging, aangezien de EUR enorm is gedecentraliseerd, stelt Van Vliet. “Het zijn allemaal eilandjes van faculteiten. Elke opleiding heeft zijn eigen tijdsschema of academische kalender. Om echt interdisciplinair samen te werken is gewoon heel lastig. De enige periode waarin het wel goed kan is de minorperiode, in het derde studiejaar, van september tot en met november. Dit is de periode waarin je als student op uitwisseling gaat een minor volgt of een stage loopt. We zijn gaan kijken of we voor deze periode iets konden ontwikkelen en daar is de Impact Ruimte uitgekomen. In die ruimte willen we een moment creëren als kans voor alle studenten om tijdens hun studie echt te werken aan maatschappelijke en stedelijke problemen. Het liefste interdisciplinair zodat ze ook met andere denkwijzen en ideeën bij elkaar komen.”
Opschalen
Zo’n Impact Ruimte maakt ook dat je impactgedreven onderwijs kan opschalen, stelt Van Vliet. “Je kan het in die periode eigenlijk aanbieden aan alle studenten aan de EUR.” Momenteel kijkt Van Vliet met verschillende faculteiten of en hoe het kan worden ingebed in die minorperiode. Studenten kunnen dan naast een uitwisseling of minor, als derde optie kiezen voor een ervaring om te werken aan een maatschappelijk vraagstuk in de stad.
In september gaat de Impact Ruimte voor de eerste keer van start als pilot met maximaal veertig studenten. “Het onderwijskundig ontwerp ligt er al. Nu willen we de komende tijd met docenten en een groep van studenten, stakeholders en learning innovatoren in co-creatie kijken wat werkt wel wat niet. Zijn er bepaalde interventies die we kunnen doen? Dat gaat dus verder dan een implementatieplan, zoals voor dit CDKM project staat. Straks na de pilot kijken we hoe we het verder kunnen brengen, wat hebben we geleerd? Dat wordt het implementatieplan.”
Kennismakelaars
Met de financiering uit de call heeft Van Vliet vanuit zijn project twee kennismakelaars aangenomen die als taak hebben om op centraal niveau het netwerk te gaan bouwen om die partijen en maatschappelijke vraagstukken aan de buitenkant te gaan matchen met het onderwijs aan de binnenkant. Ook moeten ze werken aan een centraal punt waar partijen met vraagstukken zich kunnen aanmelden. “Op EUR niveau bestaat geen centraal loket voor stakeholders om binnen te komen. Bedrijven staan te rammelen aan de poorten aan de voorkant, alleen weten ze niet waar ze naartoe kunnen. Van de vorige rector kregen we al de opdracht om dit te creëren om vraag en aanbod vanuit onderwijs en samenleving op elkaar aan te sluiten. Daar worden nu stappen in gezet om dat vorm te geven. Voor het eind van de zomer willen we duidelijk hebben hoe we het loket neer gaan zetten.”
Het draagvlak voor het impactgedreven werk is binnen de Erasmus Universiteit in ieder geval groot en tot en met 2024 is er extra financiering om een Impact Ruimte in de bacheloropleidingen te implementeren. De gemeente Rotterdam en Erasmus Universiteit verwachten dat dit initiatief de interactie tussen de grootstedelijke context en het onderwijs in de stad versnelt, de samenwerking in het onderwijsdomein versterkt en het talent van de studenten beter verbindt aan de opgaven van de stad. “Ook belangrijk is dat we regionaal gaan kijken, bijvoorbeeld richting TU Delft. Die heeft al interesse getoond om eventueel aan te haken. We kunnen kijken hoe we het samen kunnen doen. Die regionale samenwerking begint steeds meer naar boven te komen. Er gebeurt heel veel in Rotterdam en de regio, het is zaak om goed met elkaar te verbinden.”
Dit artikel, geschreven door Pieter Verbeek, verscheen voor het eerst op 29 maart 2022 op de website van Agenda Stad. U kunt hier het artikel terugvinden: https://agendastad.nl/impactgedreven-werken-krijgt-vaste-plek-op-de-eur…;