Waar de Erasmus Universiteit in 1913 gehoor gaf aan de behoefte van de snelgroeiende handel in de Rotterdamse haven, geeft de universiteit een eeuw later actief gehoor aan de maatschappij. De universiteit wil positieve maatschappelijke impact creëren en zet dat streven extra bestuurskracht bij met de benoeming van Prof.dr. Arwin van Buuren tot Strategic Dean Impact & Engagement.
Arwin van Buuren, o.a. hoogleraar Bestuurskunde en academisch leider van Impact at the Core, is actief betrokken bij de nieuwe strategie van de Erasmus Universiteit. "Alle ontwikkelingen – denk aan de toenemende ongelijkheid, armoede, het woningtekort, klimaatverandering en de digitalisering – hangen met elkaar samen. Dat leidt tot complexe vraagstukken waarvan de samenleving aan ons als universiteit vraagt dat wij helpen om oplossingen te vinden”.
Oplossing voor maatschappelijke vraagstukken
“Je moet deze vraagstukken vanuit verschillende disciplines, professies en ervaringen bekijken om tot oplossingen te kunnen komen die een positief maatschappelijk impact hebben. Om dat onze studenten te leren, integreren we actuele maatschappelijke vraagstukken in ons curriculum en bevorderen we transdisciplinaire samenwerkingen, tussen onze docenten en overheidsorganisaties, maatschappelijke instanties, het bedrijfsleven maar ook andere onderwijsinstellingen.”
Studenten met maatschappelijke ambities hebben een enorm potentieel
“Jaren geleden had ik een student bij bestuurskunde die vrijwilliger was bij een lokale omroep,” schets Van Buuren als voorbeeld. “De lokale omroepen kregen het destijds steeds moeilijker en dat was zijn drijfveer voor de studie bestuurskunde, hij wilde de overheid beter begrijpen om het voortbestaan van de lokale omroepen te waarborgen. We zien een groeiende groep studenten die veel sterker nadenkt over welke impact ze willen hebben en hoe een wetenschappelijke studie daarin past. Deze studenten willen we meer en beter ondersteunen. In hun afstuderen steken ze heel veel tijd en energie, ’soms wel 600 uur en het gaat om duizenden studenten per jaar. Daar zit een enorm potentieel voor de samenleving, maar dat vereist in veel gevallen nog wel dat we onze afstudeertrajecten anders insteken, zonder daarbij onze academische standaarden te veronachtzamen. ”
Toekomstscenario impactgedreven onderwijs
“We hebben een mooie start gemaakt sinds 2020. Faculteiten bieden – met hulp van Impact at the Core – meer onderwijsvormen aan om met de praktijk samen te werken en we hebben tal van samenwerkingen – zoals in Crooswijk en rond de energietransitie – opgezet waarbij studenten met maatschappelijke vraagstukken aan de slag kunnen. Waar we naartoe willen is studenten nog vaker, maar vooral meer structureel en het liefst ook in interdisciplinair verband, daadwerkelijk aan de slag gaan met maatschappelijke vraagstukken, waarbij dat ook echt leidt tot meerwaarde voor de samenleving.”
Luisteren en verbinden om antwoorden te vinden
De plannen van Van Buuren zijn nog volop in ontwikkeling, over de specifieke invulling kan hij dus nog niet veel kwijt. Wat vaststaat is dat hij doorgaat met het versterken van de maatschappelijke impact van de EUR en het organiseren van meer en sterkere verbindingen tussen de universiteit en de praktijk. “Als je positieve maatschappelijke impact wilt creëren roept dat vragen op waar we de antwoorden nog op moeten ontdekken. We moeten gaan nadenken over vragen zoals onze standaarden en principes als we samenwerken met de praktijk. Wat kan echt niet meer en wat zijn onze randvoorwaarden? Hoe beschermen we onze wetenschappers? Daarover zijn we in gesprek en daar helpt deze rol bij.”
Maatschappelijke Adviesraad
Om de band met de samenleving te versterken, wordt gedacht om een Maatschappelijke Adviesraad voor de universiteit in te richten. "We willen een stem geven aan de samenleving," zegt Van Buuren. "Het is belangrijk dat we weten wat de samenleving van ons vraagt, hoe onze inzet wordt ervaren en hoe we daarop kunnen inspelen. We moeten ons bewust zijn van de ethische en maatschappelijke aspecten van ons werk," benadrukt hij. "Transparantie en dialoog zijn daarbij essentieel."