Wat de deliverables voor een impactgedreven cursus zijn, laten we zien aan de hand van de minor Impact Space. De beoordeling binnen de minor Impact Space is opgebouwd rond actiegerichte probleemoriëntatie en portefeuille-opbouw. Evaluatiecriteria omvatten zowel collectieve groepsinspanningen als individuele leerreflecties.
Hier volgt een uitgebreide uitleg van de deliverables die van de studenten worden verwacht:
- Ondersteunende academische paper (in groepsverband: 40%)
- Reflectieverslag (individueel, 30%)
- Projectportefeuille (in groepsverband, 30%)
Vanwege de inherente aard van het minorprogramma, waarin prioriteit wordt gegeven aan samenwerking en interdisciplinaire benaderingen, legt het beoordelingssysteem meer nadruk op groepsprojecten dan op individuele opdrachten. Deze beslissing wijkt af van de normale beoordelingsrichtsnoeren van de faculteit. De examencommissie gaf echter speciale toestemming om de beoordelingsstructuur af te stemmen op de nadruk van het programma op collectief leren en gezamenlijke inspanningen. Beoordeling in het minorprogramma is gecentreerd rond het proces van probleemoriëntatie en portefeuille-opbouw, waarbij zowel groepswerk als individuele reflecties een integrale rol spelen. De opbouw van het cijfer weerspiegelt deze focus: groepsgebaseerde componenten, zoals de procesportefeuille en ondersteunende academische documenten, zijn goed voor een aanzienlijk deel van het totale cijfer (70%), maar ook aan individuele bijdragen wordt gewicht toegekend, zoals blijkt uit het zelfreflectieverslag (30%). Deze aanpak zorgt ervoor dat de vaardigheden van studenten om samen te werken, te communiceren en effectief bij te dragen in een groepssetting voldoende worden erkend en geëvalueerd, in overeenstemming met de overkoepelende doelen en doelstellingen van het programma.
Leerdoelen:
Leerdoelen
| Succescriteria | Beoordeling | Feedback |
(LD1) Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om hun perceptie van hun eigen standpunten en vooroordelen te bepalen. | De studenten verwoorden duidelijk hun begrip van persoonlijke standpunten en vooroordelen.
Studenten laten zien zich bewust te zijn van hoe persoonlijke standpunten en vooroordelen percepties en besluitvorming kunnen beïnvloeden.
| Openings- en slotgedachten: door de sessie met deze activiteit te beginnen en te eindigen, worden de studenten aangemoedigd om na te denken over hun eigen standpunten en vooroordelen, waardoor ze zelfbewustzijn en inzicht in hun vooroordelen ontwikkelen.
Reflectiedagboek: de studenten wordt gevraagd om gedurende de cursus een reflectiedagboek bij te houden waarin ze regelmatig kunnen schrijven over hun voortschrijdend inzicht in hun eigen standpunten en vooroordelen. Bovendien geven ze specifieke voorbeelden en inzichten uit klassikale discussies, groepsprocessen, wat ze hebben gelezen of persoonlijke ervaringen. Wekelijks wordt de studenten gevraagd om inzichten uit hun reflectiedagboek te delen.
| Geef feedback die hun reflecties erkent, hun inzichten valideert en verder onderzoek aanmoedigt.
Voer klassikale discussies over gemeenschappelijke thema’s, misvattingen en biedt strategieën voor zelfreflectie.
Mondelinge of schriftelijke feedback op de reflectiedagboeken van de studenten, waarin hun inzichten worden erkend en gebieden voor verder onderzoek worden benadrukt. |
(LD2) Tegen het einde van de cursus kunnen de studenten hun behoeften op het gebied van individueel leren en het groepsproces beoordelen. | De studenten identificeren persoonlijke leerbehoeften en -voorkeuren.
De studenten herkennen individuele bijdragen en uitdagingen in de groepsdynamiek.
| Persoonlijke leerdoelen stellen: de studenten denken individueel na over hun leerdoelen in hun aantekeningen. Door hun eigen leerdoelen te stellen, kunnen studenten hun individuele behoeften in de leer- en groepsprocessen identificeren, wat zelfbeoordeling en zelfgestuurd leren bevordert. Door middel van discussies en schriftelijke reflecties kunnen de studenten hun leerdoelen delen met de coaches en met medestudenten, wat mogelijkheden biedt voor feedback en begeleiding bij het effectief bereiken van die doelen. | Bekijk de zelf gestelde leerdoelen van de studenten en beoordeel of deze overeenkomen met de leerdoelen.
Individuele feedback over de duidelijkheid, specificiteit en haalbaarheid van de doelen.
Plan periodieke contactmomenten om hun voortgang in de richting van de doelen te bespreken en bied begeleiding bij het bereiken ervan. |
(LD3) Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om hun multidisciplinaire analyses uit te voeren door middel van participatief onderzoek met medestudenten en stakeholders.
| De studenten passen participatieve onderzoeksmethoden toe om gegevens en inzichten uit meerdere disciplines te verzamelen.
De studenten werken doeltreffend samen met medestudenten en stakeholders in het onderzoeksproces.
| Visualisatie: de studenten wordt gevraagd om een visualisatie van hun ideeën/proces/interventie te presenteren. Het visualiseren van concepten, analyses, interventieplannen en complexiteit vergroot het begrip en helpt bij de multidisciplinaire analyse en het navigeren door acties met een maatschappelijke impact.
Casestudy’s presenteren in groepjes: de studenten presenteren in groepjes hun casestudy, waarbij ze hun bevindingen, gebruikte methoden en verworven inzichten laten zien.
| Mondelinge feedback over de duidelijkheid, nauwkeurigheid en indeling van hun visualisaties. Vergemakkelijk peerfeedback om constructieve feedback te geven op elkaars visuele weergaven, waarbij sterke punten worden benadrukt en verbeteringen worden voorgesteld. Geef feedback op hun analyseaanpak, de integratie van meerdere disciplines en het samenwerkingsproces met stakeholders, en zorg dat er ruimte is voor discussie en collectief leren. |
(LD4) Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om interventieplannen te ontwerpen die een tastbare impact hebben op toegewezen casussen. | De studenten ontwikkelen interventieplannen die inspelen op de geïdentificeerde behoeften van de toegewezen casus.
De studenten tonen de creativiteit, haalbaarheid en potentiële impact van de voorgestelde interventies aan.
| [Voor dit leerdoel kan de activiteit ‘visualisatie’ worden gebruikt/toegepast]
Peerreview van interventieplannen: de studenten wisselen hun interventieplannen uit met een medestudent of een ander groepje. De studenten wordt gevraagd de duidelijkheid, haalbaarheid en mogelijke impact van de plannen te beoordelen en er constructieve feedback op te geven.
| De rol van coaches is om de studenten aan te moedigen suggesties voor verbetering te doen en gebieden te benadrukken die verder ontwikkeld moeten worden. Tegelijkertijd benadrukken coaches het belang van het geven van specifieke en bruikbare feedback om de kwaliteit van de interventieplannen te verbeteren. Voer klassikale discussies om directe feedback te geven op de scenarioanalyses van de studenten, waarbij de sterke punten en verbeterpunten worden benadrukt. Moedig de studenten aan om hun medestudenten feedback te geven tijdens de presentaties, waarbij de nadruk ligt op de analyse van onderling samenhangende factoren en voorgestelde strategieën. |
(LD5) Aan het einde van de cursus zijn de studenten in staat om vaardigheden te verbeteren om te navigeren door complexiteit in het proces van het onderzoeken, ontwerpen en uitvoeren van acties voor maatschappelijke impact. | De studenten laten zien dat ze begrijpen hoe complex acties voor maatschappelijke impact zijn.
De studenten passen probleemoplossende en kritische denkvaardigheden toe om complexe uitdagingen het hoofd te bieden.
| [Voor dit leerdoel kan de activiteit ‘visualisatie’ worden gebruikt/toegepast]
Complexiteitsscenarioanalyse: de studenten krijgen levensechte of hypothetische scenario’s voorgeschoteld met complexe uitdagingen op het gebied van het onderzoeken, ontwerpen en uitvoeren van acties voor maatschappelijke impact. Er wordt hun gevraagd de scenario’s te analyseren en de onderling samenhangende factoren, mogelijke obstakels en strategieën te identificeren om door die complexiteit te navigeren. De studenten presenteren hun analyses, waarbij er ruimte is voor klassikale discussie en feedback. | Voer klassikale discussies om directe feedback te geven op de scenarioanalyses van de studenten, waarbij de sterke punten en verbeterpunten worden benadrukt. Moedig de studenten aan om hun medestudenten feedback te geven tijdens de presentaties, waarbij de nadruk ligt op de analyse van onderling samenhangende factoren en voorgestelde strategieën. |
Overzicht van het beoordelingsplan:
Beoordelingsmethode | ||||
Leerdoel | Weging doelstelling | Procesportefeuille | Ondersteunende academische paper | Zelfreflectieverslag |
LD1 | 20% | X | ||
LD2 | 20% | X | X | |
LD3 | 20% | X | ||
LD4 | 20% | X | X | |
LD5 | 20% | X | ||
Weging (percentage van het eindcijfer) | 30% | 40% | 30% | |
Groepswerk of individueel | Groepswerk | Groepswerk | Individueel |
Beoordelingsmatrix:
Procesportefeuille
Taxonomie van Bloom | |||||||
Leerdoelen | Onthouden | Begrijpen | Toepassen | Analyseren | Evalueren | Creëren | Totaal aantal punten |
LD2 | 20 pt | 20 pt | |||||
LD4 | 10 pt | 10 pt | |||||
Totaal aantal punten | 20 pt | 10 pt | 30 pt |
Ondersteunende academische documenten
Taxonomie van Bloom | |||||||
Leerdoelen | Onthouden | Begrijpen | Toepassen | Analyseren | Evalueren | Creëren | Totaal aantal punten |
LD3 | 15 pt | 15 pt | |||||
LD4 | 15 pt | 15 pt | |||||
LD 5 | 10 pt | 10 pt | |||||
Totaal aantal punten | 25 pt | 15 pt | 40 pt |
Zelfreflectieverslag
Taxonomie van Bloom | |||||||
Leerdoelen | Onthouden | Begrijpen | Toepassen | Analyseren | Evalueren | Creëren | Totaal aantal punten |
LD 1 | 15 pt | 15 pt | |||||
LD 2 | 15 pt | 15 pt | |||||
Totaal aantal punten | 30 pt | 30 pt |
Beoordelingsrubrics:
Procesportefeuille
Onder verwachting | Aanvaardbaar | Boven verwachting |
De studenten hebben de gevolgde lessen en de belangrijkste leerpunten goed bijgehouden, hoewel sommige lessen/onderzoeksstappen ontbreken. | ||
De studenten laten uitgangspunten en discussies zien die ze hebben gehad om tot bepaalde resultaten te komen, zoals werkverdeling. Sommige details of diepgaande redeneringen zijn weggelaten. | ||
De studenten laten het proces dat nodig is voor hun interventieplannen grotendeels zien. Ze delen hun literatuuronderzoek en hun ideeën voor interventies, hoewel de volledige context ontbreekt of sommige stappen te plotseling zijn genomen. | ||
0-5,5 | 6-7,4 | 7,5-10 |
Ondersteunende academische documenten
<5,5 | 5,5-8 | 8-10 | |
Inleiding en theoretisch kader | Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt welke theorieën op de casus worden toegepast en waarom. Het is onduidelijk hoe het onderzoek bijdraagt aan het maken van het interventieplan. | Het is grotendeels duidelijk welke theorieën op de casus worden toegepast en waarom, hoewel er nog wel wat diepgaande uitleg ontbreekt. Er wordt uitgelegd hoe het onderzoek bijdraagt aan het maken van het interventieplan, maar het is niet overtuigend. | De toepassing van de theorieën voor de casus zijn volledig duidelijk en bieden een diepgaande uitleg. Er wordt goed en op overtuigende wijze uitgelegd hoe het onderzoek bijdraagt aan het interventieplan. |
Methodologie | Er wordt onvoldoende uitgelegd welke methoden worden gebruikt om de casus te analyseren en waarom. De gebruikte methoden zijn niet logisch voor de casus in kwestie. De methoden maken alleen gebruik van de kennis van één discipline. De methoden zijn bekend en enigszins eenvoudig. | Er wordt uitgelegd welke methoden worden gebruikt, maar de reden waarom is niet helemaal duidelijk. De methoden zijn enigszins logisch, maar niet het meest voor de hand liggend/realistisch voor de casus in kwestie. De methoden zijn enigszins multidisciplinair en iets geavanceerder. | Er wordt goed uitgelegd welke methoden worden gebruikt en het is heel duidelijk waarom die methoden worden gebruikt. De methoden zijn erg logisch en passen perfect bij de casus in kwestie. De methoden zijn zeer multidisciplinair en bieden vernieuwende inzichten. De methoden zijn veel geavanceerder. |
Resultaten | De onderzoeksresultaten zijn niet duidelijk en niet origineel. Het interventieplan is niet geschikt voor de casus in kwestie. | De onderzoeksresultaten zijn vrij duidelijk, maar niet origineel. Het interventieplan is al toegepast op de casus in kwestie en de aanpassingen zijn slechts gering. | De onderzoeksresultaten zijn erg duidelijk en origineel. Het interventieplan is innovatief en creatief en pakt een blinde vlek aan. |
Stijl | Zeer informeel taalgebruik. Taal-/grammaticafouten. | Het taalgebruik is hier en daar informeel. Enkele taal-/grammaticafouten | Het taalgebruik is gepast formeel en academisch. Geen taal-/grammaticafouten |
Verwijzingen en opmaak | Verwijzingen in APA-stijl onjuist toegepast. Paginanummers ontbreken. Inhoudsopgave ontbreekt. Er worden verschillende lettertypes gebruikt. Namen van studenten, studentnummers, datum en aantal woorden ontbreken of zijn onvolledig. Er worden minder dan minimaal 5 academische bronnen gebruikt. | Verwijzingen in APA-stijl meestal correct toegepast, met een paar kleine foutjes. Paginanummers zijn aanwezig. Inhoudsopgave is aanwezig. Namen van studenten, studentnummers, datum en aantal woorden zijn grotendeels aanwezig. Er worden minimaal 5 academische bronnen gebruikt. | Verwijzingen in APA-stijl overal correct toegepast. Paginanummers zijn aanwezig. Inhoudsopgave is aanwezig. Namen van studenten, studentnummers, datum en aantal woorden zijn allemaal aanwezig. Het minimum van 5 academische bronnen wordt overschreden. |
Zelfreflectieverslag
Onder verwachting | Aanvaardbaar | Boven verwachting |
De student geeft een overzicht van zijn reflectie gedurende de cursus, maar laat het patroon hierin niet goed zien. | ||
De student heeft kritisch naar zichzelf en waar hij aan het einde van de cursus wilde staan gekeken, maar had meer moeite kunnen doen om deze zelfreflectie gedurende de cursus voort te zetten. | ||
De student reflecteert goed op zijn rol in het groepswerk, maar had grondiger kunnen zijn in het beschrijven van zijn bijdragen/verbeterpunten | ||
0-5,5 | 6-7,4 | 7,5-10 |