Kijk goed om je heen, over de grens van je vak en van ons land.
Prof. mr. dr. Maarten Verbrugh
Hoogleraar Europees en rechtsvergelijkend ondernemingsrecht
“Maatschappelijke interesse is vrijwel altijd mijn drijfveer geweest. Je mag het ook best ‘nieuwsgierigheid’ noemen. Hoe zit de wereld in elkaar, hoe interacteren mensen, welke rol spelen de regels hierbij? Vanuit die optiek heb ik 25 jaar geleden – puur gevoelsmatig – gekozen voor de rechtenstudie. Het juridische aspect is zo belangrijk bij de organisatie van onze samenleving. Maar ik heb destijds ook kort Economie gestudeerd en heb later diverse vakken bij Psychologie gevolgd.”
Keuze voor de inhoud
“Ik was aanvankelijk vooral geïnteresseerd in strafrecht en criminologie, ook vanuit een zeker rechtvaardigheidsgevoel. Hoe ontstaat afwijkend gedrag, wat doen we met mensen die niet in ons ‘systeem passen? Maar mijn belangstelling was – en is – heel breed en ik wilde ook letterlijk de wereld in. Het vakgebied Internationaal recht bood me de kans om buiten Nederland te kijken, naar organisaties als de Verenigde Naties en de Europese Unie, die toen erg in opkomst was. Ik ben vrij snel in het Common Study Programme on Criminal Justice and Critical Criminology gestapt, waarin ik veel contact had met buitenlandse studenten. Dat gaf me ook de kans in het buitenland te studeren, onder meer een half jaar in Engeland. Maar ik heb ook in Turijn gestudeerd en zelfs een aantal maanden stage gelopen in Tokio. Ik zocht graag de uitdaging, maar heb wel altijd voor de inhoud gekozen. Ik heb de tijd genomen om me breed te oriënteren, moet toegeven dat dit toen gemakkelijker was dan nu. Maar ook voor huidige studenten is veel mogelijk. Ik hoop dat ze hun kansen grijpen. Vooral de ontmoetingen en de nieuwe visies bij studiereizen en in bijzondere programma’s hebben mij veel gebracht, professioneel maar ook op persoonlijk vlak. Uiteindelijk ben ik in twee richtingen afgestudeerd, strafrechtelijk en internationaalrechtelijk, terwijl ik als student-assistent op privaatrechtelijk terrein werkzaam was.”
Ondernemingsrecht in het DNA
“Een brede belangstelling brengt soms een koerswijziging met zich. Na als student-assistent gewerkt te hebben voor het Milieu-instituut onder leiding van de hoogleraar Jan van Dunné en daarmee mijn interesse van het strafrecht naar het privaatrecht begon te verschuiven, werd ik door het vak ondernemingsrecht en de colleges van hoogleraar Harry Honée gegrepen. Het belang van dit dynamische vakgebied in de maatschappij is niet te onderschatten. Rechtspersonen als de grote beursgenoteerde NV’s en de vele BV’s bepalen in belangrijke mate onze levens, denk alleen al aan de werkgelegenheid. Het is een veelomvattend specialisme, dat te maken heeft met de economie en het fiscaal recht, maar ook met menselijk gedrag. Ondernemingsrecht behelst interessante vraagstukken, bijvoorbeeld over de verdeling van zeggenschap en over het behartigen van alle belangen. Hoe zorg je dat niet alleen de grootaandeelhouders het voor het zeggen hebben, maar bescherm je ook de andere stakeholders, zoals werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders? In ons land hebben we de traditie van het Rijnlandse model, waarbij we naar de belangen van alle partijen kijken. Dat vind ik mooi en is ook heel sociaal. En Ondernemingsrecht zit in het DNA van Erasmus School of Law, die ‘Where law meets business’ als slogan voert. Een icoon als Wiek Slagter heb ik nog gekend, evenals Piet Sanders, onze bouwdecaan die ook zoveel heeft betekend voor arbitrage en kunst.”
“Eigenlijk is het niet moeilijk om mijn passie uit te stralen in het onderwijs. De link tussen vakgebied en actualiteit is snel gemaakt. Als ik uit het raam kijk zie ik het gebouw van Unilever, dat dreigde te worden overgenomen met alle maatschappelijke gevolgen en juridische aspecten van dien. Hier probeer ik verhalend over te vertellen, maar vooral wil ik de studenten aanzetten tot nadenken en een kritische houding. Onderwijs is geen kwestie van alleen maar overdragen. Vanuit die visie heb ik als opleidingsdirecteur van de masteropleidingen zeven jaar mogen meewerken aan de versterking van ons masteronderwijs.”
Onderzoeksambities
“Ik ga de komende jaren weer meer aandacht besteden aan het onderzoek. Er zijn diverse actuele vraagstukken binnen de corporate governance. In het ondernemingsrecht gaat het in de kern om het vinden van een goede balans tussen faciliteren en reguleren. Afgelopen jaren lag de nadruk bij de wetgever wat meer op het faciliteren van ondernemerschap, zoals met de flex BV, maar nu gaat de slinger weer meer naar het bescherming van de vennootschap en van haar stakeholders en zelfs van de maatschappij. Zo zijn er voorstellen van de wetgever om rechtspersonen te verbieden, om een bedenktijd bij een (vijandige) overname in te roepen en om het verkrijgen van (buitenlandse) zeggenschap in vitale vennootschappen tegen te houden. En ook kleine vennootschappen zoals personenvennootschappen en BV’s verdienen de aandacht. Zo is net een nieuw voorstel voor de personenvennootschap openbaar gemaakt. Ik denk dat we veel kunnen leren via rechtsvergelijkend onderzoek en je ziet dat lidstaten bij nieuwe wetgeving, zoals recent in België, naar andere landen kijken om inspiratie op te doen. Veel wetgeving komt uit Europa. Hoe kijken we hier kritisch naar en hoe vertalen we deze optimaal naar het Nederlandse bedrijfsleven? Weer het internationale element dus!”
“Ik heb in het verleden mooie onderzoeken gedaan, waaronder mijn promotietraject dat ik in 2007 afrondde. Daarnaast heb ik met Maarten Kroeze mogen werken aan een Asser-deel en met Frank Smeele de redactie van een mooie bundel binnen Lex Mercatoria gevoerd. Heel leerzaam! En recent is van mijn hand een hoofdstuk in de 5e druk van het handboek van Kapteyn/Verloren over Europees recht verschenen, een boek dat ik als student nog heb gebruikt. Ook binnen het ondernemingsrecht zou wat meer aandacht kunnen zijn voor het effect van wetgeving op gedrag. En er zijn diverse andere ambitieuze en belangrijke thema’s, zoals duurzaamheid en – samenhangend – het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ethiek heeft ook binnen het ondernemingsrecht de aandacht, en terecht! Het recente Volkswagen-schandaal is ook een deels ondernemingsrechtelijke kwestie. Dan kom je onder meer op het terrein van bestuurdersaansprakelijkheid, waarin we bij Erasmus School of Law veel expertise hebben. Bestuurders moeten zich te allen tijde kunnen verantwoorden, maar bange bestuurders gaan risicomijdend gedrag vertonen, dat is ook niet goed. Het maatschappelijk belang van onderzoek op dit gebied is groot. Wetgeving in deze heeft niet alleen gevolgen voor een paar ondernemingen maar voor het hele vestigingsklimaat.”
Where Law Meets Business
”Ik zei het al, mijn vak past goed in het profiel van de faculteit: Where Law Meets Business is de slogan. En de universiteit ligt me goed. Ik houd van de wetenschap: van de academische diepgang en van de vaak interdisciplinaire samenwerking. Onze faculteit biedt alle ruimte voor innovatieve ideeën en een brede scope. Ideaal voor promovendi, zou ik zeggen. Ik zou PhD’ers willen adviseren hierin mee te gaan. Kijk goed om je heen, over de grens van je vak en van ons land. Maar kies je eigen weg en blijf bij wie je bent. Sociale media zijn leuk, maar meestal weinig diepgaand. Het is voor ieder mens tegenwoordig een uitdaging om bij zichzelf te blijven, maar voor wetenschappers is het een must.”
Personalia
Naam: Maarten Verbrugh
Functie: Hoogleraar Europees en rechtsvergelijkend ondernemingsrecht
Proefschrift: Structuurwijzigingen bij kapitaalvennootschappen en de positie van schuldeisers. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar juridische fusie, splitsing en omzetting. (2007)
Expertise: Nationaal en Europees ondernemingsrecht, structuurwijzigingen
Huidig onderzoek: European Model Companies Act