De gemeentelijke verduurzamingsregeling (GVR) is een veelbelovend instrument om woningen van particulieren te verduurzamen, maar er zijn twijfels of de werkwijze fiscaal juridisch houdbaar is. Dat is de conclusie van een onderzoek dat het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden en Ernst & Young in opdracht van de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland hebben uitgevoerd. Provincies roepen het Rijk op om de juridische obstakels snel weg te nemen.
Doel van de GVR is om woningen te verduurzamen waarvan de eigenaar niet de mogelijkheid heeft om de investering zelf te doen. Bij de GVR betaalt de gemeente de verduurzaming aan de woning. De woningeigenaar betaalt dit bedrag in 30 jaar terug middels een maandelijkse baatbelasting. De baatbelasting rust op de woning, waardoor de maandelijkse betalingsverplichting bij verkoop van de woning automatisch overgaat op de volgende eigenaar. De GVR is door het bedrijf De Woonpas ontwikkeld, in samenwerking met een aantal overheden. In Wijk bij Duurstede is ervaring opgedaan met de werkwijze. De onderzoekers concluderen dat de GVR goed werkt en dat alle betrokken partijen tevreden zijn.