André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, was te gast bij Studio Erasmus om te praten over onvrijwillige zorg. Sinds januari 2020 is het via de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) mogelijk om in bijzondere gevallen verplichte zorg te verlenen aan kwetsbare patiënten in de geestelijke gezondheidszorg. Den Exter bespreekt om welke gevallen dit nu precies gaat en belicht de verschillen tussen deze vorm van verplichte zorg met de verplichting van (corona)vaccinaties.
Wat is onvrijwillige zorg?
“Onvrijwillige zorg wordt tegen de wil van de patiënt verleend”, zo stelt Den Exter. Hierbij kan het gaan om toedienen van medicatie, opname, insluiten, ondergaan van een medische controle, maar ook het afnemen van voorwerpen, zoals een telefoon. Den Exter maakt duidelijk het verlenen van deze onvrijwillige zorg een uitzondering is: “Het blijven de meest extreme inbreuken die je maakt op het menselijk lichaam.”
Om die reden moet er ook aan strikte vereisten worden voldaan, die sinds januari 2020 zijn vastgelegd in de Wvggz. Zo moet een zorginstelling bij ieder geval waarbij zij onvrijwillige zorg wil toedienen, een zorgmachtiging aanvragen bij de rechter. Per geval bekijkt de rechter of er aan bepaalde criteria wordt voldaan, zoals noodzaak, proportionaliteit en doelmatigheid. Het belangrijkste criteria is dat er sprake moet zijn van ernstig nadeel, die terug te voeren is naar de psychiatrische stoornis. Met ernstig nadeel wordt bedoeld dat de kans aanzienlijk is dat iemand zichzelf of een ander schade kan toebrengen. Als aan deze criteria wordt voldaan, kan de rechter de zorgmachtiging toekennen. Sinds de invoering van de wet zijn er acht gevallen voorgekomen waar de rechter de machtiging heeft toegekend.
Onvrijwillige zorg en verplichte vaccinaties
Den Exter licht toe dat verplichte vaccinatie iets anders is dan verplichte zorg in de psychiatrie: “Bij verplichte vaccinatie is geen sprake van dwang. Het is niet zo dat je wordt beetgepakt en dan gevaccineerd wordt. Dat is een belangrijk verschil.” Ook als mensen worden geweigerd in een café, restaurant of op de werkplek omdat ze niet gevaccineerd zijn, is er nog steeds geen sprake van dwang. “Het voelt als dwang, maar je hebt formeel nog steeds de keuze. Dat zie je ook in Frankrijk en Oostenrijk gebeuren: je hebt nog steeds de keuze om je te laten vaccineren en als je dat niet doet, betaal je een bekeuring”, aldus Den Exter.
Op de vraag of de kans bestaat dat (bepaalde groepen) mensen in de toekomst zullen worden gedwongen om zich te laten vaccineren antwoordt Den Exter dat hij dit niet zo snel ziet gebeuren. “Juristen geven aan dat als de wettelijke grondslag er is, het wel in lijn is met Europees Recht. Je hebt alleen echt een wettelijke grondslag nodig omdat je een inbreuk maakt op grondrechten. En dan is het alsnog alleen mogelijk onder de voorwaarden dat [vaccinatie onder dwang] echt noodzakelijk, proportioneel en doelmatig is. Dat zijn allemaal nog vraagtekens”, aldus Den Exter.
Ondanks dat Den Exter een gedwongen vaccinatie niet zo snel ziet gebeuren, is hij wel van mening dat de druk op de Nederlandse bevolking stapsgewijs mag worden opgevoerd: “Je begint met onder andere mondkapjes, maar als dat onvoldoende lijkt te werken, kun je steeds verder gaan tot bijvoorbeeld de 2G-maatregel die momenteel door de overheid wordt overwogen.”
Collectief besef en belang van lichamelijke integriteit
Het collectief besef speelt volgens Den Exter ook een rol in de strijd tegen corona. Hij vergelijkt hierbij de situatie in Nederland met die in Italië, waar hij gastdocent is aan de Universiteit van Bologna. Daar worden veel coronamaatregelen ingevoerd, zelfs binnen het onderwijs, welke effectief gehandhaafd en gehoorzaam opgevolgd worden. Niemand heeft daar volgens Den Exter problemen mee. “Dat komt mede door de gebeurtenissen die zich in het verleden hebben afgespeeld in Bergamo en andere gebieden in Italië. Iedereen heeft daar gezien hoe de legertrucks naar de crematoria werden gestuurd. Zo erg was de situatie. Dat geeft wel aan dat het collectief besef daar veel beter is ontwikkeld”, aldus Den Exter.
Een laatste gedeeltelijke rol is weggelegd voor het belang dat in Nederland wordt gehecht aan lichamelijke integriteit. Deze integriteit is volgens Den Exter erg belangrijk, maar hij stelt ook dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarbij het publieke belang en vooral het collectieve gezondheidsbelang rechtvaardigt dat er inbreuken gemaakt worden op deze rechten. Volgens Den Exter lijkt het collectief gezondheidsbelang momenteel een inferieure rol te spelen in de Nederlandse samenleving: “Vooral de individuele autonomie en keuzevrijheid is eigenlijk meer de norm dan dat het een instrument moet zijn om het gezondheidsbelang te dienen, want dat staat primair. Dat moet de grondslag zijn.”
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
De video van het item kan bekeken worden op het YouTube kanaal van Studio Erasmus.