De rechters in het Wildersproces zijn geen van allen lid van een politieke partij. Volgens prof. Elaine Mak is dat voor het eerst dat deze eis wordt gesteld in Nederland. In tegenstelling tot bepaalde andere landen, bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, speelt het feit of een rechter lid is van een politieke partij geen rol. Bij het aannemen van het ambt wordt er simpelweg niet naar gevraagd en als dat dan wel gebeurt is het geven van een antwoord niet verplicht.
Prof. Elaine Mak (bijzonder hoogleraar publiekrecht) stelt dat tot het proces Wilders dit de gang van zaken was in Nederland. Mak: "De gedachte is: het doet er niet toe. Rechters worden in staat geacht een zaak deskundig te behandelen, los van hun persoonlijke voorkeuren. Betwijfelt een rechter zélf of hem dat lukt, en dat komt weleens voor, dan kan hij de zaak aan anderen overlaten."
Het feit dat de Rechtbank Den Haag daar zo openlijk over communiceert verrast Mak: "bij media gevoelige zaken wijst de voorzitter van een afdeling de rechters aan die op de zaak worden gezet. Hij kijkt dan niet alleen naar hun beschikbaarheid, maar ook naar bijvoorbeeld hun inhoudelijke expertise. Maar de exacte overwegingen blijven doorgaans binnenskamers."
Hoewel Elaine Mak de Rechtbank Den Haag begrijpt, kan deze actie een averechts effect hebben. De rechtbank vermijdt op deze manier alle schijn van partijdigheid en neemt geen stelling in het publieke debat. Volgens Mak wordt door dit besluit ook weer twijfel gezaaid, want het kan de vraag oproepen of rechters in ons land niet altijd onpartijdig zijn.
Mak: "De rechtbank schiet in de verdediging nog voor er een aanval komt. Zo ondermijn je het vertrouwen in de rechtsstaat."