Sinds 1 januari 2022 is de maximumstraf voor mensen die illegaal een haventerrein betreden of hier verblijven (om bijvoorbeeld drugs uit zeecontainers te halen) verhoogd naar een jaar celstraf. Het Openbaar Ministerie (OM) hoopte op hogere straffen voor deze uithalers, maar ondanks dat het OM hogere straffen eist, kwamen verdachten recent in hoger beroep weg met een aanzienlijk lagere straf dan door het OM werd geëist en in eerste aanleg door de Rechtbank Rotterdam werd opgelegd. Joost Nan, hoogleraar Straf- en Strafprocesrecht aan Erasmus School of Law, licht deze ontwikkelingen toe tegenover RTL Nieuws.
Het OM heeft in een aantal gevallen celstraffen geëist tegen uithalers, maar de strafrechter gaf de verdachten uiteindelijk een taakstraf. Deze tegenvaller dwingt het OM om zijn werkwijze nog eens goed te evalueren. Zaken van verdachten worden nu aangehouden bij de rechtbank in afwachting van deze evaluatie. De verdachten in deze zaken zijn in vrijheid gesteld en tot er meer duidelijkheid is, mogen toekomstige ‘first offenders’ hun proces in vrijheid afwachten.
Volgens hoogleraar Nan zijn dit soort tegenvallende resultaten niet ongebruikelijk bij de invoer van een nieuwe strafwet: “Bij een nieuwe strafbaarstelling krijg je heel vaak dit soort taferelen. Het is logisch ook dat het aan beide kanten een beetje wennen is. Nu weet het OM ook dat het een volgende keer meer in het dossier moet stoppen om zijn zin te krijgen.”
Onderzoek naar de criminele organisatie
De nieuwe wet lijkt tot nu toe geen succes, maar volgens Nan biedt het juist mogelijkheden: “deze wet is er ook om te zorgen dat je via de uithaler verder de organisatie in kunt kijken. Stel, je ziet iemand die potentieel drugs gaat uithalen in de haven, maar die heeft nog niks gedaan, dan kun je als OM in het licht van dit artikel nu ook besluiten mensen nader te onderzoeken. Door hen bijvoorbeeld onder de tap te plaatsen om zo hoger in de organisatie te komen.”
- Professor
- Meer informatie
Klik hier voor het hele bericht van RTL Nieuws.
