Op 2 februari 2022 meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat twee op de drie jonge vrouwen (tussen de 12 en 25 jaar) tussen 2020 en 2021 zijn lastiggevallen op straat. Hoewel de cijfers maar niet dalen, ontstaat er wel steeds meer bewustzijn dat dit soort gedrag niet acceptabel is. Tamar Fischer, universitair hoofddocent criminologie aan Erasmus School of Law, ging erover in gesprek met de NOS, Rijnmond, NU.nl en NPO Radio 1.
Omgekeerde wereld
“Het begint bij nastaren of het naroepen met opmerkingen, maar het kan ook verdergaan: vrouwen worden nagelopen of zelfs ingesloten”, begint Tamar Fischer. De universitair hoofddocent Criminologie houdt zich al meerdere jaren bezig met het onderzoeken van straatintimidatie.
Het gevolg van straatintimidatie is dat vrouwen hun gedrag gaan aanpassen; straten worden vermeden, kleding wordt aangepast en oogcontact ontweken. Fischer vindt dit de omgekeerde wereld. De omgeving en maatschappij zouden intimiderend gedrag moeten herkennen en afkeuren, en de slachtoffers juist bij moeten staan.
Van ‘dat hoort erbij’ tot onacceptabel gedrag
In 2017 hield Fischer in Rotterdam een grootschalig onderzoek. De hoge percentages vielen toen al op. Toch is er een groot verschil te zien tussen de situatie van vijf jaar geleden en die van nu. Fischer vertelt dat in 2017 heel veel mensen aangaven dat het intimiderende gedrag bij het leven in de grote stad hoorde. “Nu benoemen veel meer vrouwen dat ze er last van hebben en dat ze het intimiderend vinden”, benadrukt Fischer. “Ze zijn zich veel meer bewust dat het geen acceptabel gedrag is”.
Benoemen in plaats van belonen
“Het is iets van alle tijden dat vrouwen lastiggevallen worden”, zegt Fischer. Of de cijfers toe- of afnemen is niet duidelijk, aangezien er geen vergelijkbare cijfers zijn. Wel is straatintimidatie de afgelopen jaren zichtbaarder omdat er meer aandacht aan wordt besteed.
Fischer gelooft dat het benoemen van intimiderend gedrag voor een afname kan zorgen. “Het is een gedraging die voortkomt uit een cultuur die we met elkaar in stand hebben gehouden; het wordt geaccepteerd, er wordt weinig tegen gedaan, en voor mannen en jongens volgt er een soort beloning op”. Deze beloning kan bestaan uit het krijgen van status in een groep of het ondervinden van een gevoel van macht over meiden en vrouwen op straat.
Als echter negatief op intimiderend gedrag wordt gereageerd door de samenleving, dan zou het af kunnen nemen. Die reactie is ook belangrijk voor de geïntimideerde vrouwen die het gevoel hebben er alleen voor te staan: “Het is niet alleen haar probleem, het is een probleem van de samenleving en van de jongens en mannen die het doen”.
Verbod op straatintimidatie?
De voorkeur van Fischer gaat uit naar het bewust maken van de samenleving in plaats van het opleggen van sancties. Verboden op straatintimidatie, in de volksmond sisverboden genoemd, werken volgens de criminoloog niet. De discussies en gesprekken die erdoor op gang komen zijn daarentegen wel bevorderend. “Het is niet alleen het naroepen van die ene man. Het is continu het gevoel en de onzekerheid; wat is de volgende stap? Waar gaat dit heen? Leidt dit tot veel onveiligere situaties?”, benoemt Fischer. Dat besef is er bij heel veel mannen eigenlijk niet geweest. Bewustzijn creëren is dus erg belangrijk, concludeert Fischer. “Niet iedereen heeft door dat ze fout bezig zijn, en er is natuurlijk ook veel leuke interactie op straat”.