“Juist in de zorg is het belangrijk dat er van fouten wordt geleerd”, zo stelde voormalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hugo de Jonge in 2021 toen er ophef ontstond over zwijgcontracten in de zorg. Afgelopen juli werden dergelijke contracten verboden. Het is daarmee verboden om zorgcliënten het zwijgen op te leggen. Toch blijft het gebeuren, blijkt uit het verhaal dat een vrouw deelde met RTL Nieuws. Nadat haar hulpverlener intiem contact met haar had, bood haar zorgaanbieder haar een ‘vaststellingsovereenkomst’ aan waarin stond dat de vrouw geen klacht over de hulpverlener mocht indienen in ruil voor schadevergoeding. “Dit heeft alle kenmerken van een zwijgcontract”, vertelt Andre den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law.
In 2020 begon de discussie in de Tweede Kamer over zwijgcontracten in de zorg, ook wel bekend als geheimhoudingsovereenkomsten. De overeenkomsten leggen afspraken tussen zorgaanbieders en cliënten vast die het een cliënt verbieden om te spreken over voorgevallen incidenten. “Het spreekt voor zich dat dergelijke overeenkomsten onwenselijk zijn. Niet goede patiëntenzorg, maar reputatieschade staat voorop. Het niet bespreekbaar maken en melden van grensoverschrijdend gedrag schaadt de patiëntenzorg en het vertrouwen in de zorg, en is daarom onwenselijk. Dat was voor de wetswijziging niet anders, dat is nu alleen expliciet gemaakt voor hulpverleners in de zorg. Daarvoor waren dergelijke overeenkomsten ook nietig in verband met de ongeoorloofde oorzaak [red. een overeenkomst heeft een ongeoorloofd voorwerp wanneer zij ertoe strekt een toestand te doen ontstaan of in stand houden in strijd is met de openbare orde, de goede zeden of met dwingende wetsbepalingen]”, licht Den Exter toe.
Het recentelijk ingevoerde verbod moet de transparantie binnen de zorg vergroten, cliënten beschermen tegen verplicht zwijgen en een cultuur binnen de zorg waar fouten worden benoemd en aangepakt bevorderen.
“… onthoudt zich van het indienen van klachten”
Toch bewijst het verhaal van de gedupeerde vrouw dat zwijgcontracten de wereld nog niet uit zijn. De cliënte werd twee jaar lang thuis geholpen voor psychische problemen. Ze werd herhaaldelijk getroost door een hulpverlener die volgens haar te dichtbij kwam en te veel intimiteit opzocht. De vrouw in kwestie gaf aan dat het gedrag van de hulpverlener een averechts effect op haar herstel had. Na afloop van het zorgtraject diende ze een klacht in. Ze kreeg excuses en een schadevergoeding, maar moest via een ‘vaststellingsovereenkomst’ bevestigen dat zij zich zou onthouden van het indienen of openbaar maken van een klacht of melding.
“Dit heeft alle kenmerken van een zwijgcontract”, vertelt Den Exter. “Ik ben verbaasd dat hier een jurist aan heeft meegewerkt, want dit soort contracten zijn sinds 1 juli 2023 verboden.” Volgens de universitair hoofddocent Gezondheidsrecht is de overeenkomst dan ook nietig. De zorgaanbieder in kwestie laat weten dat het moment waarop het contract werd opgesteld parallel liep aan de datum van wettelijke afschaffing van het zwijgbeding. Vóór afschaffing was het zwijgcontract een standaardartikel in vaststellingsovereenkomsten van de zorgaanbieder.
Inmiddels heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) meerdere meldingen over mogelijke zwijgcontracten binnengekregen. De organisatie doet onderzoek naar de inhoud ervan. “Dat is een goede ontwikkeling en dwingt zorgaanbieders tot transparantie, maar vooral tot nadenken over de vraag: wat is goede zorg? Daarnaast zal de zorgverzekeraar ook met bijzondere aandacht naar de declaraties van zorginstellingen gaan kijken. Publieke middelen besteden aan zwijgcontracten is geen optie”, concludeert Den Exter.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
Klik hier voor het hele artikel van RTL Nieuws.