Skandia, Danske Bank en kogelvissen…

Onlangs heeft mr. Liesbeth Metzemaekers, universitair docent belastingrecht bij Erasmus School of Law, een opiniërende blog geschreven omtrent het Skandia-arrest. Liesbeth is betrokken bij het onderwijs van de master indirecte belastingen van Erasmus School of Law. Haar blog is hieronder te lezen:

In zijn Besluit van 17 december 2020[1] verklaart onze Staatssecretaris van Financiën stellig dat het Skandia-arrest[2] geen gevolgen heeft voor Nederland. Onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad[3], constateert de Staatssecretaris dat in Nederland (in tegenstelling tot de Zweedse situatie) een vaste inrichting niet 'los' van het hoofdhuis tot een fiscale eenheid voor de btw kan behoren; het buitenlandse hoofdhuis doet automatisch mee. Dat dat in Zweden niet zo is, is toe te schrijven aan de Zweedse invulling van art. 11 Btw-richtlijn; dit is de 'kan-bepaling' die de lidstaten de mogelijkheid biedt om een fiscale eenheid toe te staan. De Staatssecretaris merkt ook op dat, ingeval een in Nederland gevestigd hoofdhuis alhier tot een btw-fiscale eenheid behoort, ook de buitenlandse vaste inrichting hier onderdeel van uitmaakt (de 'omgekeerde Skandia-situatie'). Nu ten tijde van de publicatie van het Besluit van de Staatssecretaris een spoedige uitspraak van het Europese Hof van Justitie te verwachten viel over deze 'omgekeerde Skandia', doet de categorische opstelling van de Staatssecretaris denken aan een kogelvis in verdedigingshouding.

In zijn Danske Bank-arrest van 11 maart 2021[4], waarin geoordeeld wordt over de 'omgekeerde Skandia', verbindt het Hof van Justitie consequenties aan de territoriale beperking die vervat ligt in art. 11 Btw-richtlijn. Deze consequenties lijken haaks te staan op het Nederlandse beleid ten aanzien van de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Het arrest roept ontegenzeggelijk vragen op, maar het blijft afwachten of de Staatssecretaris voldoende tegengif weet te produceren.


[1] Besluit van 17 december 2020, nr. 2020-25513, Stcrt. 62975, onderdeel 3.2

[2] HvJ EU 17 september 2014, zaak C-7/13 (Skandia America Corp. (USA), filial Sverige, ECLI:EU:C:2014:2225

[3] HR 14 juni 2002, nr. 35.976, ECLI:NL:2002:AD6434i

[4] HvJ EU 11 maart 2021, zaak C-812/19 (Danske Bank C, ECLI:EU:C:2021:196)

Universitair Docent
mr. Liesbeth Metzemaekers

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen