Schot in zaken rond The Voice Of Holland-misstanden

Op 20 januari 2022 verscheen een aflevering van de serie BOOS over misstanden bij The Voice Of Holland. Ruim een jaar later lijkt er schot in de zaken tegen de beschuldigden te komen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft afgelopen week aangegeven genoeg bewijs te hebben verzameld tegen Jeroen Rietbergen en Ali B – twee van de beschuldigden in de zaken – om over te gaan tot strafrechtelijke vervolging. Joost Nan, hoogleraar Straf(proces)recht aan Erasmus School of Law, legt uit waar dit bewijs zoal uit kan bestaan en waarom het OM wel of niet tot vervolging overgaat in zedenzaken.  

Vorig jaar april startte het OM een onderzoek tegen vier verdachten van zedenfeiten rondom The Voice of Holland. Voor twee van hen zet het OM de vervolging door: bandleider Jeroen Rietbergen wordt vervolgd voor verkrachting en coach Ali B wordt vervolgd voor verkrachting en aanranding. De verdachten zouden de feiten hebben gepleegd tussen 2014 en 2018, waarvan één feit gerelateerd is aan het televisieprogramma. Tegen Ali B werden eerder vier aangiftes gedaan, waarvan er inmiddels één geseponeerd is wegens gebrek aan bewijs van strafbaar handelen. “Het kan in dit type zaken bijvoorbeeld zo zijn dat er geen sprake is van dwang rondom de seksuele handelingen”, vertelt Nan.   

Bewijs in zedenzaken 

Voordat het OM normaliter overgaat tot vervolging bij zedenzaken zijn een slachtofferverklaring en ondersteunend bewijs nodig. Dat denkt het OM te hebben. Waar het bewijs precies uit bestaat, zal bekend worden tijdens de openbare zitting. Nan heeft zijn ideeën over het bewijs dat gepresenteerd zal worden. Hij noemt daarbij letsel dat direct na de gebeurtenis is geconstateerd of andere verwondingen die overeenkomen met het verhaal van het slachtoffer. “Zoals een letselverklaring van een (huis)arts of een verklaring van een agent die ter plaatse komt of de emotionele staat van het slachtoffer vlak na het feit”, aldus Nan. 

Eén bron is geen bron 

Nan legt uit dat bewijzen nooit herleidbaar mogen zijn tot één bron. Als een slachtoffer aan een ander vertelt wat er is gebeurd, is dit bijvoorbeeld geen bewijs tegen een verdachte: het verhaal komt immers van het slachtoffer zelf. “Dan is ander bewijs zoals een letselverklaring nodig”, vertelt Nan. “Ook DNA-sporen van de verdachte kunnen goed helpen”, vult hij aan. 

“De basisregel is dat je op één enkele getuigenis niemand veroordeeld kan krijgen”, licht Nan verder toe. “Bij één-op-één-situaties zie je vaak dat een slachtoffer getuigt over het strafbare feit. Vaak ontbreekt aanvullend bewijs of een extra bron die het verhaal bevestigt. Om iemand veroordeeld te krijgen, is dat wel nodig.” In de zaak van Rietbergen en Ali B is het OM ervan overtuigd dat dit aanvullende bewijs aanwezig is, anders zou de Officier van Justitie niet overgaan tot vervolging. “Dat is om het slachtoffer geen valse hoop te geven en om de verdachte niet onnodig met een strafproces op te zadelen”, aldus Nan. 

Vervolg 

Het kan nog wel even duren voordat het daadwerkelijke strafproces van Rietbergen en Ali B begint. Nan legt uit dat de aanvang afhankelijk is van het onderzoek dat moet worden gedaan: “In dat onderzoek kunnen de slachtoffers, de eventuele andere getuigen en vaak ook de verdachten nogmaals worden gehoord.” Bovendien krijgt de verdediging de tijd om te kijken of ze informatie mist en mag ze nog onderzoekswensen indienen bij de rechtbank. De rechtbank kijkt vervolgens of deze worden ingewilligd. Daarna wordt de zittingsdatum bepaald. 

Meer informatie

Lees hier meer over het bewijs en de beslissing van het OM. 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen