De bindende werking van Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie beleeft in 2024 het 15-jarig jubileum. Toch blijven de inhoud en impact van het EU-Grondrechtenhandvest voor velen onduidelijk. Daarom organiseerde de Nederlandse Juristen Vereniging (NJV) op 7 juni 2024 een jaarcongres met het thema: “Waarde, werking en potentie van het EU-Grondrechtenhandvest in de Nederlandse rechtsorde.” Hier presenteerden onder meer twee hoogleraren van Erasmus School of Law ten overstaan van een volle zaal in het Internationaal Theater Amsterdam preadviezen over het Handvest van de grondrechten van de EU: Pieter Verrest, hoogleraar Strafrecht, deed dat vanuit het strafrecht en Kasper Jansen, hoogleraar Europees Aansprakelijkheidsrecht, vanuit het privaatrecht.
De preadviezen benadrukken dat kennis van het Handvest essentieel is voor Nederlandse juristen vanwege de invloed van EU-recht op nationale wetgeving en rechtspraak. De preadviseurs leverden een bijdrage over de invloed en betekenis van het Handvest in hun vakgebieden en betoogden hoe de juridische praktijk en wetenschap moeten omgaan met fundamentele rechten van de EU.
Omgaan met grote ontwikkelingen in de rechtspraak
In zijn preadvies De invloed van het Handvest op het Nederlandse strafrecht beschrijft Verrest hoe de invloed van het Handvest op het strafrecht de afgelopen jaren snel toeneemt. “Dat komt vooral door een groot aantal uitspraken van het Hof van Justitie, dat bij uitleg van strafrechtelijke EU-wetgeving, vaak het Handvest betrekt. Het gaat daarbij over tal van verschillende onderwerpen: denk aan de evenredigheid van straffen, het recht op een eerlijk proces, en de verhouding tussen het recht op gegevensbescherming en effectieve opsporingsbevoegdheden. De Nederlandse wetgever en strafrechtelijke praktijk moeten nog steeds wennen aan het Handvest als nieuwe rechtsbron – naast het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens red.). Ze vinden het ook moeilijk om met de rechtspraak van het Hof van Justitie, die volop in ontwikkeling is, en soms wat lijkt te meanderen, om te gaan”, aldus Verrest. Daarom doet de hoogleraar Strafrecht in zijn preadvies een aantal aanbevelingen, onder andere voor het optreden van de Nederlandse regering in EU-verband, voor de wetgever en de rechtspraak.
Integratie van grondrechten in het privaatrecht
In zijn preadvies Het Handvest als privaatrechtelijk instrument gaat Kasper Jansen in op de betekenis van het Handvest voor het algemene vermogensrecht. Op dit moment lijkt die betekenis nog beperkt, maar volgens Jansen heeft het Handvest veel privaatrechtelijke potentie. Niet alleen bevat het Handvest verschillende vermogensrechtelijk georiënteerde grondrechten (zoals het recht op vrijheid van ondernemerschap en het recht op consumentenbescherming), maar ook heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie ‘horizontale werking’ aan Handvestrechten toegekend. Dat wil zeggen dat het Handvest direct inroepbaar is in geschillen tussen private partijen. Jansen betoogt tegen deze achtergrond dat het Handvest kan helpen bij een verdere integratie van grondrechten in het privaatrecht en bij het verder verfijnen van regels van Europees privaatrecht.
De invloed van het Handvest tastbaar en voelbaar maken
Verrest en Jansen reflecteren op het NJV-jaarcongres. Jansen: “Ik vond het een eer om mijn preadvies te mogen verdedigen tijdens de jaarvergadering van de Nederlandse Juristen Vereniging. Tot mijn genoegen stemde de meerderheid van de vergadering vóór mijn stellingen. Die stellingen kwamen erop neer dat juristen meer moeten gaan ‘doen’ met het Handvest. Ik hoop dat we hier in de komende jaren meer van gaan horen, want ik geloof echt dat het Handvest van meerwaarde is voor het privaatrecht. Wat ik mooi vond om te zien, was dat tijdens de jaarvergadering ideeën werden uitgewisseld tussen juristen van alle rechtsgebieden. Bij dit onderwerp is dat ook echt van belang, omdat het Handvest zowel voor het publiekrecht als voor het privaatrecht grote betekenis heeft. Een kers op de taart voor mij persoonlijk was dat ik tijdens de vergadering ben benoemd tot bestuurslid van de NJV. Dat betekent dat ik samen met de andere bestuursleden mag gaan nadenken over een nieuw thema voor een NJV-vergadering in de toekomst. Een mooie uitdaging!”
Verrest vult aan: “De belangrijkste doelstelling van mijn preadvies was om de kloof te overbruggen die bestaat tussen de strafrechtelijke praktijk in Nederland en het Handvest. Ik heb dat gedaan door de werking van het Handvest in het strafrecht in stappen uit te leggen, en te laten zien dat de fundamentele rechten opgenomen in het Handvest over de gehele linie van het materieel strafrecht en het strafprocesrecht toepassing vinden. Ik hoop dat de invloed van het Handvest zo tastbaar, voelbaar is geworden.”