Een breed gedragen opvatting is dat rechters zich buiten het politieke speelveld moeten houden. Maurits Helmich (Erasmus School of Law) betoogt in zijn proefschrift dat de rechtspraak in veel gevallen juist inherent politiek is. De promovendus voert een aantal bekende casussen op, zoals de Urgendazaak en de rechtszaak om het boerkaverbod in Frankrijk, om dat te illustreren.
In 2017 leidde de Catalaanse wens tot onafhankelijkheid tot grote spanningen. Er werd een referendum georganiseerd door de regionale regering dat door het Spaanse constitutionele hof niet werd erkend. Toen het referendum toch doorging, trad de Guardia Civil hard op tegen burgers en werden stembussen in beslag genomen. Dit is een van de casussen die promovendus Maurits Helmich behandelt in zijn proefschift ‘Using Law to Depoliticize Adjudication? A Skeptical Thesis’.
Erken politieke macht
Een klassieke (‘Montesquieuaanse') opvatting is dat rechters het mondstuk zijn van de wet en dat zij dankzij hun interpretatieruimte weliswaar een mate van politieke macht hebben, maar dat je dit zoveel mogelijk via doctrines weer aan banden legt. Deze visie op rechtspraak kan op steeds meer kritiek rekenen. Volgens de onderzoeker moet je politieke macht zo veel mogelijk erkennen en als maatschappij bepalen hoe je daar verstandig mee omgaat. De keuzes die je daarin maakt zijn in ogen ook politiek geladen. “Ik vergelijk het wel met gender; is dat een construct of een biologische kwestie? Dan is uiteindelijk een politiek geladen discussie. Datzelfde geldt voor rechtspraak. De vraag waar rechters wel of niet over mogen beslissen is ook politiek.”
Maar waarom is de Spaanse casus voor Helmich zo interessant? “Het Spaanse constitutionele hof deed verschillende uitspraken die het onafhankelijkheidsproject als onconstitutioneel bestempelden. Zij redeneerden dat de wens tot onafhankelijkheid alleen legitiem kan zijn als het congres hier in meerderheid achterstaat, wat niet het geval was. De gangbare opvatting was dat het hof het recht toepaste en dat de Catalaanse regering daar vanaf week. Je kunt ook zeggen dat het een strijd is tussen twee ideologische projecten over de verdeling van de macht. Als je het zo bekijkt is de uitspraak van het hof juist heel erg politiek geladen.”
"De werkelijke vraag gaat over wat de ware Franse identiteit is en dat is een politieke vraag waar rechters zich niet aan kunnen onttrekken"
Franse identiteit
Een ander casus die hij aanhaalt, is de zaak over het boerkaverbod dat Frankrijk invoerde en die kwam tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De Franse staat redeneerde dat een boerka in strijd is met hun regels in publieke ruimte (ground rules of communication), maar tegenstanders zagen een inperking van de godsdienstvrijheid. Het EHRM wil zich volgens de promovendus niet te veel mengen met interne kwesties en gaf de Franse staat gelijk. “Deze zaak is voor mij veel meer dan een botsing van twee belangen. De werkelijke vraag gaat over wat de ware Franse identiteit is en dat is een politieke vraag waar rechters zich niet aan kunnen onttrekken. In dit geval leken zij niet erg geïnteresseerd in de rechten van moslimvrouwen.”
Volgens Helmich is het problematisch als mensen zich niet meer door de rechtspraak vertegenwoordigd voelen, zoals het geval was in Catalonië waar de legitimiteit van het hof in twijfel werd getrokken. De promovendus poogt niet om met pasklare aanbevelingen te komen. Wel zou hij graag zien dat de rechtspraak zich minder in de luren laat leggen door slinkse juridische constructies. “Staar je niet blind op de juridische werkelijkheid, maar kijk meer naar de geleefde werkelijkheid”, zegt hij doelend op de zaak tegen Uber over de vraag of hun bestuurders werknemers zijn. “Je ziet dat rechters hier nu steeds kritischer naar kijken en dat ze veel meer meenemen hoe de chauffeurs het zelf beleven. Wanneer ze dit willen, kunnen rechters dus heel goed met de tijd meegaan.”
Urgendazaak
De rechtsfilosoof behandelt ook de Urgendazaak, waarin de Nederlandse staat met succes werd aangeklaagd om zich aan haar eigen klimaatdoelen te houden. Het hof redeneerde dat de overheid passende maatregelen zou moeten nemen om burgers te beschermen tegen klimaatverandering. “De milieurechtspraak kan ik de waarde van inzien. Als je de grondwet ziet als een samenlevingscontract om op een duurzame manier te kunnen samenleven en dat idee serieus neemt, moet je ook zorgdragen voor de leefomgeving en het klimaat. Ik vind het heel plausibel dat rechters daar voor willen staan.”
- Meer informatie
Promotie
Op vrijdag 30 September 2022 verdedigt Maurtis Helmich zijn proefschrift ‘Using Law to Depoliticize Adjudication?’ bij Erasmus School of Law.
- Gerelateerde content