Nieuw boek biedt inzichten over toekomst van de Nederlandse euthanasiepraktijk

Martin Buijsen

Het Nederlandse euthanasiebeleid is continu in ontwikkeling. Zo werden laatst enkele oud-medewerkers van de Coöperatie Laatste Wil in de middel X-zaak vervolgd en maakte een groep invloedrijke psychiaters en (kinder)artsen hun zorgen kenbaar over euthanasie bij psychisch lijden. In zijn nieuwe boek Euthanasia as Privileged Compassion beschrijft Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse euthanasiebeleid, analyseert hij de laatste ontwikkelingen en geeft hij inzichten over de toekomst van de euthanasiepraktijk in Nederland.

Buijsen richt zich in zijn nieuwe boek op een internationaal lezerspubliek dat geïnteresseerd is in de juridische en morele aspecten van beslissingen aan het einde van het leven. Hij belicht hoe Nederland het euthanasiebeleid heeft vormgegeven en hoe dit in de praktijk vorm krijgt. Het boek is niet alleen een waardevol naslagwerk voor academici en studenten, maar ook een essentieel onderwijsboek dat gebruikt zal worden in verschillende juridische, medische en gezondheidswetenschappelijke masteropleidingen, waaronder de Erasmus School of Law-master Recht van de Gezondheidszorg.

De drijfveren achter het beleid

Buijsen benadrukt dat het Nederlandse euthanasiebeleid voornamelijk is gegrondvest op compassie. Buijsen: “Het is van groot belang te begrijpen dat dit beleid uiteindelijk gegrondvest is op compassie, en niet zozeer – zoals men ook in het buitenland wel pleegt te denken – op zoiets als individuele zelfbeschikking.” In het Nederlandse recht wordt al lang erkend dat een arts die overgaat tot het beëindigen van het leven van een patiënt op diens verzoek, onder bepaalde voorwaarden, ontslagen moet worden van rechtsvervolging. “In het Nederlandse recht is er ruimte gebleken voor het begrijpen van dergelijk opzettelijk levensbeëindigend handelen als een daad van compassie, een vorm van compassie die is voorbehouden aan artsen”, aldus Buijsen. “Zo’n arts kan een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand als hij zich geplaatst weet in een situatie van conflict van plichten, de plicht tot behoud van het leven van de patiënt enerzijds en de verlichting van diens lijden anderzijds, en voor dat laatste kiest ten koste van het leven. Maakt de arts melding maakt van dat handelen en heeft hij bij dat handelen bepaalde eisen van zorgvuldigheid in acht genomen heeft, dan blijft de arts gevrijwaard van strafvervolging.”

De toekomst van het euthanasiebeleid

Buijsen voorziet dat het Nederlandse euthanasiebeleid ook in de toekomst gebaseerd zal blijven op het huidige regulatoire concept: strafbaarstelling, een bijzondere strafuitsluitingsgrond gekoppeld aan zorgvuldigheidseisen, een meldplicht en toetsing achteraf. Dit concept is in de loop der jaren analogisch toegepast op andere terreinen van opzettelijke levensbeëindiging, zoals bij ernstig lijdende pasgeborenen en recentelijk uitgebreid naar patiënten tot de leeftijd van 12 jaar. Echter, Buijsen merkt op dat verdere uitbreiding, zoals het voorstel van Uit Vrije Wil voor ouderen zonder medische grondslag, waarschijnlijk geen succes zal hebben binnen het huidige wettelijke kader. “Van wettelijke regels met als expliciete doelstelling het vergemakkelijken van hulp bij zelfdoding voor ouderen bij wie geen sprake is van lijden op basis van een medische grondslag, zie ik het niet zo gauw komen”, aldus Buijsen. 

Een kritische blik op het gidsland

Hoewel Nederland vaak wordt gezien als een gidsland op het gebied van euthanasie, stelt Buijsen dat de succesvolle analogische toepassingen van het regulatoire concept juridisch problematisch zijn. Regelingen zoals die voor ernstig lijdende pasgeborenen en kinderen tot 12 jaar missen een solide wettelijke basis en zijn mogelijk onverenigbaar met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Buijsen wijst erop dat hoewel het recht van eenieder om te beslissen hoe en wanneer het eigen leven eindigt door het EVRM wordt erkend, de Nederlandse wetgeving beperkingen stelt die kwetsbare mensen moeten beschermen. “Aan de uitoefening van dat recht mag een staat beperkingen stellen, en dat heeft Nederland met Euthanasiewet welbeschouwd ook gedaan. Maar de ‘margin of appreciation’ is erg ruim en het lijdt geen twijfel dat de Euthanasiewet verenigbaar is met het EVRM”, aldus Buijsen. 

Professor
Meer informatie

Wil je meer weten over de ontstaansgeschiedenis, actuele ontwikkelingen en de toekomst van het Nederlandse euthanasiebeleid? Klik hier en ontdek alle details in Euthanasia as Privileged Compassion van Martin Buijsen, beschikbaar bij Cambridge University Press. 

Gerelateerde content
Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, bespreekt de rechtszaak van Alex S. over het verstrekken van dodelijk middel X.
Gerelateerde opleiding
Wil jij met jouw kennis van zaken snel carrière maken? Heb jij interesse in de verhoudingen tussen patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars?

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen