De Law, AI and Regulation (LAIR) Conference 2023, een internationale bijeenkomst van experts en beleidsmakers op het snijvlak van recht, kunstmatige intelligentie (AI) en regulering, vond plaats in Rotterdam op 8 en 9 juni 2023. Dit tweedaagse evenement, ondersteund door Rebalancing Public & Private Interests, Erasmus Centre of Empirical Legal Studies en Jean Monnet Centre of Excellence Digital Governance, was gericht op het verkennen van uitdagingen en kansen van het snel evoluerende landschap van AI en de juridische implicaties ervan. De presentaties bestonden uit twee keynote speeches en zes panels met tweeëntwintig sprekers, die allemaal werden afgesloten met discussies waarin beide dagen ongeveer dertig deelnemers actief deelnamen.
Eerste dag
Evert Stamhuis, hoogleraar Law and Innovation aan Erasmus School of Law, opende de LAIR-conferentie officieel met een welkomstwoord. Vervolgens hield Gillian Hadfield, Schwartz Reisman Chair in Technology and Society, Universiteit van Toronto, een tot nadenken stemmende keynote speech over de toekomst van AI-governance, waarmee de toon voor het vervolg van de conferentie werd gezet. Hadfield benadrukte daarbij de dringende noodzaak om instellingen op te bouwen die ervoor zorgen dat AI het welzijn van de mens bevordert.
Na de keynote speech ging de conferentie verder met verschillende panels, waarna de deelnemers levendige discussies voerden. Het eerste panel over privacy en gegevensbescherming belichtte de uitdagingen van AI voor gegevensbescherming en privacy vanuit verschillende perspectieven. Emine Akar, King's College London, besprak de implicaties van het gebruik van AI om gegevens over iemands emotionele toestand te extraheren en stelde de vraag of er een theoretische behoefte is aan ‘emotionele privacy’. Bilgesu Sumer, KU Leuven, bracht vervolgens het versnipperde regelgevingslandschap voor het gebruik van biometrische toepassingen in kaart. Eugerta Muçi, promovenda aan Erasmus School of Law, presenteerde haar werk over de empirische en doctrinaire rationale achter Open Banking, samen met de implicaties ervan voor privacy, gegevensbescherming en consumentenbescherming. Giuseppe Mobilio, Universiteit van Florence, richtte zich op de impact van gezichtsherkenningstechnologieën op kinderen en stelde de vraag of er speciale regelgeving nodig is voor dit soort technologieën.
Het tweede panel met de titel ‘Accountability and AI’ ging in op vragen over de verklaarbaarheid, betwistbaarheid en aansprakelijkheid van AI-systemen. Alejandra Bringas Comenarejo, University of Southampton, sprak over de synthese van zowel juridische als technische standaarden voor verklaarbare AI, door zich te richten op modellen voor machine learning. De presentatie werd gevolgd door Lucas Costas dos Anjos, Sciences Po, die zijn werk presenteerde over de schijnbare juridische ondoorgrondelijkheid van algoritmen onder het huidige recht, waarbij hij de technische, regelgevende en juridische dimensies in verband met het recht op uitleg integreerde. Ljubiša Metikoš, Universiteit van Amsterdam, analyseerde het recht op uitleg in de context van AI die wordt gebruikt bij gerechtelijke besluitvorming. Jan van Staalduinen, Universiteit Leiden, reflecteerde als laatste presentator van het panel kritisch op causaliteitsproblemen die voortkomen uit het gebruik van AI, waarbij hij zich richtte op zowel nalatigheid als risicoaansprakelijkheidsregels.
Het laatste panel van de eerste dag, getiteld ‘Regulation by Design’, ging in op de uitdagingen van het bouwen van technologieën en systemen die waardegericht en maatschappelijk verantwoord zijn, en eindigde met een discussie over de relatie tussen ontwerp- en regelgevingsdoelstellingen. Leonie Reins, hoogleraar Publiekrecht en Duurzaamheid aan Erasmus School of Law, opende het panel door te spreken over de ‘by-design’ regelgevende benadering voor biotechnologieën, en de voor- en nadelen van het integreren van het ‘Safe and Sustainable by Design’-concept. Sem Nouws, TU Delft, presenteerde vervolgens een sociaal-juridisch kader waarin het concept van de rechtsstaat gecombineerd werd met de wetenschappelijke praktijk van systeemveiligheid. Vicky en Kelly Breemen, Universiteit Utrecht, spraken over hun werk aan ‘culturele AI’ en onderzochten op waarden gebaseerde regulering door ontwerp voor gebruik in galerieën, bibliotheken, archieven en musea. Mitja Kovac, Universiteit van Ljubljana, besprak de interactie tussen publieke en private actoren bij het ontwerpen en ontwikkelen van AI.
De eerste dag werd afgesloten door Eduard Fosch-Villaronga, Universiteit Leiden, die in zijn keynote speech sprak over zijn huidige onderzoeksproject over datagestuurde reguleringsmodellen voor robottechnologie. Een levendige discussie volgde. Naast de academische sessies omvatte de conferentie ook een Young Scholars evenement, waarin Gillian Hadfield, Leonie Reins en Eduard Fosch-Villaronga enkele van hun persoonlijke ervaringen in het werken in de academische wereld deelden. Deze interactieve en informele sessie bood de deelnemers een waardevolle gelegenheid om een discussie aan te gaan over wat mislukkingen eigenlijk betekenen, en de nadelen maar ook mogelijkheden binnen een academische carrière. Het doel van de sessie was om de betrokkenheid van jonge onderzoekers in de academische wereld te vergroten en te faciliteren en om een actieve PhD-gemeenschap over verschillende universiteiten heen te stimuleren.
Tweede dag
De tweede dag van de LAIR-conferentie beloofde nog meer diepgang in de fijne kneepjes van AI-regulering. Nadat de dag officieel werd geopend door Koen Swinnen, hoogleraar Privaatrecht en Publieke en Private Belangen, vond het panel ‘Platform Governance’ plaats. Rachel Griffin, Sciences Po, begon het panel met een verkenning van de mogelijkheden en uitdagingen van gedragscodes in de Digital Services Act. Mathieu Fasel, Universiteit Lausanne, sprak over de rechtsmiddelen die sociale mediabedrijven gebruiken om content te modereren en stelde de toereikendheid daarvan en hun rol binnen bredere overheidskaders ter discussie. Sanna Toropainen, Universiteit van Helsinki, bood een interdisciplinair theoretisch perspectief op de kwestie van empowerment en controle in de context van de Europese verordening betreffende digitale identiteit.
Het panel ‘Modes of AI Governance’ omvatte interdisciplinaire benaderingen van het vraagstuk van AI-governance in verschillende rechtsgebieden. Jamelia M Anderson-Princen, Universiteit van Tilburg, presenteerde haar werk op basis van de transactiekosten-theorie en het multigroup path model om te onderzoeken hoe financiële instellingen in verschillende rechtsgebieden hun bestuursstructuren aanpassen om risico's van cloud-outsourcing te beheren. De presentatie van Helen Hayes, McGill University, richtte zich op AIDA, de Canadese Artificial Intelligence and Data Act, en de rol van verantwoordelijk en participatief ontwerp voor AI-systemen. Christoph Koenig, BSP Business & Law School, gaf een uiteenzetting over de relatie tussen recht en technologie, waarbij hij een gecontextualiseerde benadering voorstelde van hoe het recht zou moeten reageren op technologische ontwikkelingen.
Het panel ‘Governance of AI in the EU’ richtte zich op de governance van AI in de EU. Brenda Espinoza, Universiteit van Tilburg, presenteerde werk over de context van AI-aangedreven lokale zelfbeheerde elektriciteitssystemen. Alexis Galan, Universiteit Bonn, onderzocht in zijn presentatie de voorgestelde AI-wet en de mogelijke zwakke punten in de regelgevingsmechanismen ervan. Anna Schmitz, Fraunhofer Instituut, presenteerde een raamwerk dat helpt om te evalueren in hoeverre normen klaar zijn voor gebruik in AI-governance, zoals bijvoorbeeld voorzien in de AI-wet. Na een stimulerende discussie werd de conferentie officieel afgesloten door Klaus Heine, hoogleraar Rechtseconomie aan Erasmus School of Law.