Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waren er eind vorig jaar ongeveer 78.000 verschillende patiënten die op de wachtlijst stonden voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Meer dan de helft van de personen op de wachtlijst moet langer wachten op zorg dan de maximum aanvaardbare wachttijd. De stichting ‘Recht op GGZ’ heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Staat en zorgverzekeraars. De stichting is van mening dat de overheid te weinig geld beschikbaar stelt voor de GGZ. Daarnaast stellen zij dat zorgverzekeraars hun zorgplicht schenden door onvoldoende GGZ in te kopen. Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht, heeft zich in het NOS journaal en NOS nieuws uitgelaten over het probleem en de aangespannen rechtszaak.
Buijsen vertelt: “Voor wachttijden gelden in de zorg zogenaamde Treeknormen.” De NZa houdt toezicht op de zorgplicht van zorgverzekeraars. Deze plicht heeft de NZa in beleidsregels geconcretiseerd. Voor elke vorm van zorg is door zorgaanbieders en zorgverzekeraars vastgesteld wat de maximum aanvaardbare wachttijd is. Buijsen vervolgt: “Voor de GGZ is de Treeknorm voor de aanmeldwachttijd vier weken, en voor de behandelwachttijd tien weken. Ben je door de huisarts naar een door jouw verzekeraar gecontracteerde GGZ-hulpverlener verwezen en er heeft binnen vier weken geen intake met deze hulpverlener plaatsgevonden, dan is de verzekeraar in verzuim, zoals deze ook in verzuim is wanneer niet binnen tien weken na de intake met de behandeling begonnen wordt.” Slechts wanneer de zorgverzekeraar een geslaagd beroep op overmacht doet, zou deze onder zijn zorgplicht uit kunnen komen. Maar wanneer slaagt een beroep op overmacht? Buijsen: “Overmacht aan de kant van de zorgverzekeraar wordt alleen geaccepteerd wanneer het voor de zorgverzekeraar feitelijk onmogelijk is gebleken voldoende zorg in te kopen. In maart nog heeft de NZa de resultaten bekend gemaakt van onderzoek waaruit naar voren kwam dat zorgverzekeraars onvoldoende in beeld hebben welk GGZ-aanbod in hun regio’s te koop is. Later die maand hebben zelfs twee zorgverzekeraars maatregelen van de NZa opgelegd gekregen omdat zij in dit opzicht tekortschoten.” In NOS Nieuws gaf Buijsen aan dat het voor zorgverzekeraars heel lastig is om overmacht aan te tonen.
Een resultaatsverplichting
De stichting ‘Recht op GGZ’ vindt dat zorgverzekeraars hun zorgplicht schenden, omdat uit een onderzoek van de Consumentenbond is gebleken dat duizenden psychologen en psychiaters niet gecontracteerd worden door zorgverzekeraars. Buijsen vertelt in het NOS journaal dat Nederlandse zorgverzekeraars er voor moeten zorgen dat er tijdig, bereikbaar en goede GGZ geleverd wordt. Hij vertelt dat dit volgens de wetgever een resultaatsverplichting is en geen inspanningsverplichting. “Tot welk resultaat een zorgverzekeraar jegens zijn verzekerden verplicht is, hangt af van het soort zorgverzekeringsovereenkomst dat zij hebben. Heb je een restitutieverzekering, dan is de zorgverzekeraar verplicht je de kosten te vergoeden die je gemaakt hebt bij de zorgaanbieder van jouw keuze. De meeste verzekerden hebben echter een naturaverzekering, waarbij de zorgverzekeraar voor zijn verzekerden zorg gecontracteerd heeft. De zorgverzekeraar is in dat geval verplicht voor zijn verzekerden tijdige zorg van goede kwaliteit op redelijke afstand van hun woonplaats te organiseren. Dat moet de zorgverzekeraar garanderen.”
Toegang tot zorg is een mensenrecht
Op dit moment zijn de wachtlijsten volgens de stichting ‘Recht op GGZ’ te lang. De Stichting noemt de wachtlijst onaanvaardbaar en is van mening dat mensenrechten worden geschonden. Buijsen: “Het recht op toegang tot noodzakelijke gezondheidszorg is een erkend sociaal mensenrecht, vastgelegd in een aantal verdragen waarbij Nederland partij is.” Als voorbeeld noemt Buijsen artikel 12 van het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. “Wat geldt als ‘noodzakelijke gezondheidszorg’ behoort tot de ‘margin of discretion’ van een staat die partij is bij dat verdrag, en is afhankelijk van de mogelijkheden en voorkeuren van die staat, maar dat de GGZ die in het basispakket zit noodzakelijke gezondheidszorg is, staat vast. Anders zouden we die vorm van zorg in Nederland niet collectief hebben willen financieren.” Buijsen legt uit dat de Zorgverzekeringswet een van de wetten is waarmee Nederland dat internationaal erkende sociaal recht heeft geconcretiseerd. Wanneer een verzekerde met een naturapolis langer moet wachten op de voor hem of haar geïndiceerde vorm van GGZ dan de toepasselijke Treeknorm voorschrijft, dan is diens mensenrecht geschonden, zo concludeert Buijsen. Volgens Buijsen heeft de stichting dan ook zeker een kans in deze zaak.
- Professor