Hoogleraar Minderheden en Fundamentele Rechten, Kristin Henrard, verlaat Erasmus School of Law per september 2020 voor een nieuwe uitdaging in haar wetenschappelijke carrière. Henrard gaat aan de Vrije Universiteit Brussel de leerstoel Internationaal Publiekrecht bekleden bij het Institute for European Studies.
Als mensenrechtenexpert bouwde prof. dr. Kristin Henrard een indrukwekkende staat van dienst op bij Erasmus School of Law. In 2010 sprak zij haar oratie uit over The Ambiguous Relationship between Religious Minorities and Fundamental (Minority) Rights, waarmee zij haar leerstoel Minority Rights Protection inwijdde. De onderzoeksbakens werden verzet in een daaropvolgende leerstoel, getiteld: Fundamental Rights and Minorities.
Kristin Henrard: ‘Terugkijkend op mijn bijna 12,5 jaar bij Erasmus School of Law, hebben mijn beste herinneringen betrekking op de warme en inspirerende relaties met een verscheidenheid aan mensen met wie ik gewerkt heb. Met name in het ontwikkelen en geven van vakken, in het oprichten van het Leiden-Delft-Erasmus Centre Governance of Migration and Diversity, en natuurlijk in relatie met Erasmus Law Review, waar ik hoofdredacteur was. Ik kijk er naar uit om in contact te blijven.’
Buiten de campus liet Kristin zich ook niet onbetuigd. Zo was zij onder meer lid van de Jonge Akademie van de KNAW en bestuurslid van het Netherlands Network for Human Rights Research.
Naast een omvangrijke wetenschappelijke bijdrage op het gebied van minderheden en mensenrechten heeft Kristin binnen Erasmus Universiteit Rotterdam mensenrechtenonderwijs op de kaart gezet, o.a. in de vorm van gespecialiseerde cursusen en honours classes voor rechtenstudenten, alsook minoren voor de niet-juristen. Met een prestigieuze VIDI-beurs heeft zij, samen met een team van promovendi, minderhedenbescherming in de context van EU-regelgeving over non-discriminatie onderzocht.
Decaan Suzan Stoter is Kristin Henrard zeer erkentelijk voor de bijdragen die zij de afgelopen jaren heeft geleverd: ‘Wij wensen haar een succesvol vervolg in Brussel van een alleszins imposante carrière.’