Hoe zorgen we dat arbitrage een goed alternatief voor rechtbanken blijft?

Piotr Wilinski

In de internationale handel wordt bij conflicten vaak gebruik gemaakt van arbitrage om op efficiënte wijze tot een oplossing te komen zonder tussenkomst van nationale rechters. Arbitrage is een veelgebruikt middel, waarbij de procespartijen zelf bepalen waar de arbiter zich over moet gaan buigen. Met andere woorden krijgt de arbiter van de partijen een mandaat om het geschil op te lossen. Omdat de reikwijdte van het mandaat echter niet altijd duidelijk is vastgelegd, wordt na het proces door de verliezende partij vaak als reden om het vonnis aan te vechten het overschrijden van het mandaat door de arbiter genoemd. Piotr Wilinski, universitair docent Internationale Commerciële Arbitrage aan Erasmus School of Law, schreef zijn proefschrift over de overschrijding van bevoegdheid in internationale commerciële arbitrage. Hij onderzocht de naleving van het mandaat door arbiters vanuit twee perspectieven. Voor zijn proefschrift ontving hij lovende woorden van de jury van de Academic Prize 2021 van het Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie (CEPANI).

“Internationale Commerciële arbitrage is een geschillenbeslechtingsmechanisme dat bedrijven de mogelijkheid biedt om hun verschillen buiten de rechtbank op te lossen. Met een expliciete afspraak tussen partijen (de arbitrageclausule), kunnen bedrijven van het reguliere rechtssysteem afzien”, vertelt Wilinski. “Het is een belangrijk middel, want het biedt vele voordelen waar partijen voor zouden kunnen wensen te kiezen. Daaronder vallen onder andere wereldwijde handhavingsmogelijkheid van arbitrale vonnissen, de mogelijkheid om een eigen arbiter te kiezen en de expertise van de beslissende partijen.”

Arbitragemandaat als bewegend doelwit

De karakteristieken van  internationale arbitrage maken het dus een populair middel, maar het overschrijden van het mandaat voor arbitrage is een van de vaak gebruikte gronden voor het aanvechten van het vonnis. Wilinski: “Het proefschrift gaat over het mandaat van een arbitragetribunaal, een moeilijk te kwalificeren concept.  Aan de ene kant kan het mandaat van het tribunaal worden gedefinieerd als een rechter-achtige bevoegdheid van het tribunaal om het geschil te beslechten tussen partijen. Die interpretatie komt in de buurt van de functie van een rechter in een rechtbank. Aan de andere kant kan het mandaat van het tribunaal worden bekeken vanuit een contractueel perspectief, dat de functie van het tribunaal linkt aan de afspraak tussen de arbiters en de procespartijen van de arbitrage. In dat geval is de functie van het tribunaal nauw verbonden aan de dienst die het verleent aan de partijen. Dat onderscheid is belangrijk, omdat – afhankelijk van het perspectief – de reikwijdte van de bevoegdheid van het tribunaal verschillen. Dat leidt tot onenigheid over de vraag of het tribunaal het mandaat heeft overschreden of juist niet.”

Het mandaat gezamenlijk definiëren

Wilinski’s proefschrift laat zien dat ‘overschrijding van het mandaat’ een populaire grond voor het aanvechten van het vonnis is: “in het bijzonder, omdat het concept mandaat vaag is, leidt de ruime interpretatie door de partijen die een arbitraal vonnis wensen aan te vechten in een stadium na het vonnis tot frustratie van de fundamentele waarde van de arbitrage – de onherroepelijkheid van een arbitraal vonnis.”

Wilinski pleit voor een actieve betrokkenheid van alle partijen: “om de werking van het systeem te behouden, is het advies voor de beide partijen en arbiters om een actieve rol in het definiëren van het mandaat in te nemen om dit zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij hun behoeften. Tegelijkertijd moeten rechtbanken zich bewust zijn dat een beroep op ‘overschrijding van het mandaat’ geen uitnodiging is om als beroepsrechtbank het onderhavige dispuut te behandelen, want dat is niet toegestaan binnen de arbitrage.”

Wilinski’s proefschrift ontving lovende kritiek van de jury van de Academic Prize van CEPANI. De jury: “de vergelijkende benadering volgt een gestructureerde methodiek, ondersteund door uitgebreid onderzoek. Het is een zeer begrijpelijk verhaal over een complex onderwerp […].” De jury benadrukt ook het praktische belang van het boek: “de wetgever in het bijzonder, zal dit boek immens waarderen, aangezien het niet alleen antwoord geeft op alle vragen over het mandaat van het tribunaal, maar ook een bron van inspiratie is. Ook arbiters doen zich er goed aan om dit excellente proefschrift bij de hand te houden.”.

Universitair Docent
Meer informatie

Klik hier voor het proefschrift “Excess of Powers in International Commercial Arbitration - Compliance with the Arbitral Tribunal’s mandate in a comparative perspective”.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen