Iceman Wim Hof is in de Verenigde Staten voor zo’n 60 miljoen euro aangeklaagd. De aanleiding voor deze aanklacht is de dood van een Amerikaanse tiener die volgens haar vader overleden zou zijn door het beoefenen van Hofs ademhalingsoefeningen in het water. Ook werd het in april eerder dit jaar voor de Rotterdamse yogadocent Denise Ermes bijna fataal toen zij in Mexico een zogeheten kriya-detox onderging. Deze detox moet ervoor zorgen dat giftige stoffen het lichaam uitgewerkt worden. In plaats daarvan scheurde Denises slokdarm en kreeg zij een klaplong. Ongevallen zoals deze doen de vraag rijzen in hoeverre gezondheidsgoeroes aansprakelijk kunnen worden gehouden als zij diensten aanbieden of gezondheidsclaims doen die letsel of dood als potentieel gevolg hebben. Hoogleraar Gezondheidsrecht Martin Buijsen, universitair docent Straf(proces)recht Liselotte Postma en hoogleraar Europees Aansprakelijkheidsrecht Kasper Jansen, allen verbonden aan Erasmus School of Law, leggen verschillende juridische gevolgen uit bij dergelijke kwesties.
Wat is een gezondheidsgoeroe?
Een gezondheidsgoeroe is een persoon met aanzienlijke kennis over gezondheid en een gezonde levensstijl. Gezondheidsgoeroes zijn actief bezig met het bevorderen van gezonde gewoontes. Hun adviezen en kennis delen ze vaak met anderen op verschillende manieren, zoals via media of door het geven van cursussen.
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen gezondheidsgoeroes en mensen met een beroepstitel- of opleidingstitelbescherming. Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht, geeft aan dat mensen die geen beroepstitel- of opleidingstitelbescherming genieten in de zin van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), niet verschillen in hun verantwoordelijkheden en verplichtingen van andere burgers op die punten. Dit houdt in dat gezondheidsgoeroes dezelfde verantwoordelijkheden en verplichtingen hebben als andere burgers en dus niet gelijkgesteld kunnen worden aan mensen met een beroepstitel- of opleidingstitelbescherming, zoals artsen of verpleegkundigen.
Dit roept de vraag op of eenieder zich dan kan profileren als gezondheidsgoeroe of dat deze mensen een bepaalde mate van medische expertise moeten bezitten om gezondheidspraktijken aan te bieden. Buijsen legt uit dat in de Nederlandse wet de vrije keuze van hulpverlener is opgenomen. Die keuze houdt in dat patiënten het recht hebben om zelf een hulpverlener te kiezen. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook paramedische professionals, alternatieve genezers en alternatieve geneeskundige beoefenaars.
Bescherming vanuit de wet
In dit verband is artikel 96 van Wet BIG van belang. Liselotte Postma, universitair docent Straf(proces)recht, verklaart dat deze bepaling zich richt op de hulpverlener die bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg buiten noodzaak, benadeling of een aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid van een ander veroorzaakt. Postma: "De reikwijdte van de strafbepaling omvat ook de alternatieve hulpverlener casu quo de gezondheidsgoeroe. De patiënt heeft de keuze om zich tot een alternatieve hulpverlener te wenden, maar als daarbij benadeling van de gezondheid wordt veroorzaakt bij de patiënt laat de wet dat niet onverschillig." Dat betekent dat er sancties voor de hulpverlener verbonden zijn aan benadeling van de gezondheid van een patiënt door behandeling van een alternatieve hulpverlener. Postma geeft echter wel aan dat vervolging op grond van artikel 96 van Wet BIG in de praktijk niet vaak voorkomt. "Als het al gebeurt, is dat vaak in combinatie met delicten uit het Wetboek van Strafrecht."
Bekwaam of onbekwaam
Buijsen zegt over het gezondheidsrecht: "Er is geen wet- en regelgeving die voorschrijft dat deze aanbieders (zoals gezondheidsgoeroes) medische expertise moeten hebben. Er zijn evenwel handelingen die wettelijk voorbehouden zijn aan hulpverleners die beroepstitelbescherming genieten in de zin van de Wet BIG." Bij handelingen die wettelijk voorbehouden zijn aan hulpverleners die beroepstitelbescherming genieten, kan gedacht worden aan het voorschrijven van geneesmiddelen of het verrichten van heelkundige ingrepen. Buijsen legt uit dat dit handelingen zijn waarbij bevoegdheid en bekwaamheid vereist zijn. "Verricht een onbevoegd iemand een handeling die wettelijk voorbehouden is aan artsen, dan levert dat een strafbaar feit op", zegt Buijsen. Deze onbevoegde personen zouden dan eventueel strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Buijsen geeft aan dat wanneer iemand wel een beroepstitel mag voeren, deze persoon naast strafrechtelijke aansprakelijkheid ook tuchtrechtelijk aansprakelijk zou kunnen worden gesteld. Tuchtrecht is een vorm van rechtspraak die toezicht houdt op de naleving van gedragsregels van een beroep door de leden van die beroepsgroep. Het focust zich op aansprakelijkheid in verband met het handhaven van gedragsregels en normen binnen specifieke beroepsgroepen, terwijl strafrecht zich focust op het handhaven van de wet en het straffen van individuen voor strafbare feiten in de samenleving.
Geen straf zonder schuld
Voor strafrechtelijke aansprakelijkheid zijn verschillende elementen vereist. Allereerst dient gekeken te worden naar artikel 1 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). In dit artikel is het legaliteitsbeginsel vastgelegd, waarin staat: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Postma wijst erop dat het handelen van de gezondheidsgoeroe onder de reikwijdte van een strafbepaling dient te vallen, terwijl de gezondheidsgoeroe van dat handelen een verwijt moet worden gemaakt. Postma: "Immers ligt aan het strafrecht het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ ten grondslag: als bij een verdachte elke schuld ontbreekt dan kan het gedrag hem of haar niet worden verweten en dan kan geen straf worden opgelegd".
Hoe ver gaat de zorgplicht?
Als het handelen van een gezondheidsgoeroe zwaar lichamelijk letsel of de dood van de patiënt tot gevolg heeft, kunnen er verschillende bepalingen uit het strafrecht van toepassing zijn. Ten eerste artikel 300 lid 1 WvSr: mishandeling. Onder mishandeling wordt verstaan: het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Uit artikel 300 lid 4 WvSr blijkt: met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid. Postma wijst op de relevantie van de zaak Millecam in dit verband.
Rechtszaak Millecam
De rechtszaak Millecam betreft de dood van actrice Sylvia Millecam en de daarbij betrokken paranormale genezer Jomanda. Millecam leed in 2001 aan borstkanker. Echter, Millecam koos ervoor om alternatieve geneeskunde te volgen in plaats van een medische behandeling zoals het ondergaan van chemotherapie. Jomanda had verklaard dat Millecam niet aan kanker leed, maar aan een bacteriële infectie. Jomanda gaf aan dat haar alternatieve behandelingen voldoende waren om Millecam te behandelen. Uiteindelijk overleed Millecam aan de ziekte. De uitspraken van Jomanda leidden tot vragen over de verantwoordelijkheid van alternatieve genezers bij het adviseren van patiënten over medische aandoeningen. Anders dan de bij Millecam betrokken artsen die ook een ‘alternatieve’ praktijk uitoefenden, is Jomanda vrijgesproken. Jomanda had een zorgplicht jegens Millecam, maar haar adviezen en bijstand strekten er kortgezegd niet toe Millecam ervan te weerhouden artsen te blijven bezoeken. Van het op grove wijze schenden van de zorgplicht was in deze zaak geen sprake. Niet gezegd kon worden dat de door Jomanda verstrekte adviezen en bijstand op zichzelf reeds tot benadeling van de gezondheid van Millecam konden leiden.
Postma: "Uit deze zaak blijkt dat ook alternatieve genezers zorgplichten hebben die onder omstandigheden tot strafrechtelijke aansprakelijkheid kunnen leiden. De zorgplichten gaan wel minder ver dan die van artsen die alternatieve geneeskunde aanbieden."
Naast artikel 300 Sr kunnen er nog andere strafbepalingen van belang zijn in het geval dat het handelen van een gezondheidsgoeroe zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft. Er kan sprake zijn van doodslag, zoals genoemd in artikel 287 WvSr, als de dood van de patiënt of cliënt opzettelijk is veroorzaakt. De artikelen 307 en 308 WvSr stellen het door schuld veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel of de dood strafbaar. Dit gebeurt op basis van het verwijt van ‘min of meer aanmerkelijke nalatigheid of onvoorzichtigheid’. "Het niet-opzettelijk veroorzaken van ‘gewoon’ letsel is daarentegen niet strafbaar."
Verder vertelt Postma dat de toestemming van een patiënt voor een bepaalde behandeling geen garantie is voor straffeloosheid. Postma: "De vrijwillige deelname van een cliënt aan activiteiten van een gezondheidsgoeroe is op zichzelf nog niet voldoende om strafrechtelijke aansprakelijkheid te verminderen."
Onrechtmatige daad en contractuele aansprakelijkheid
Kasper Jansen, hoogleraar Europees Aansprakelijkheidsrecht, verklaart: "Als iemand onbevoegd medische handelingen verricht die op grond van de wet alleen door artsen mogen worden verricht, dan levert dat niet alleen een strafbaar feit op, maar ook een civiele onrechtmatige daad." Dat betekent dat de onbevoegde persoon gehouden kan zijn tot het betalen van een schadevergoeding aan de patiënt. Als de patiënt een contract had gesloten met de gezondheidsgoeroe, kan de aansprakelijkheid ook daaruit voortvloeien. Het gaat er dan om of sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de gemaakte afspraken. Het contract kan overigens ook een ‘exoneratie’ bevatten. Jansen legt uit wat dat betekent: “Dat is een contractuele uitsluiting van aansprakelijkheid. Ten opzichte van consumenten heeft zo’n exoneratie meestal geen effect, zeker niet als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de kant van de gezondheidsgoeroe”.
Ongeschreven zorgvuldigheidsnorm
"Los van deze situaties waarin de gezondheidsgoeroe de wet overtreedt of een contract schendt, is ook aansprakelijkheid mogelijk als de gezondheidsgoeroe inbreuk maakt op de lichamelijke integriteit van de patiënt of handelt in strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm", stelt Jansen. Inbreuk op de lichamelijke integriteit houdt in dat er opzettelijk of rechtstreeks letsel wordt toegebracht aan de patiënt. Het handelen in strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm houdt in dat gehandeld of nagelaten wordt in strijd met wat in de maatschappij als ‘betamelijk’ gezien wordt. Jansen licht toe wanneer een gezondheidsgoeroe aansprakelijk gehouden kan worden voor het handelen in strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm: "Dat is met name het geval als de gezondheidsgoeroe de patiënt aan een groter risico blootstelt dan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs verantwoord was. Van de patiënt mag in dit verband enige oplettendheid worden verwacht, maar zeker in extreme gevallen zal het handelen van de gezondheidsgoeroe al snel als onrechtmatige gevaarzetting kunnen worden betiteld". Jansen wijst wel nog op de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt: "Heeft de patiënt welbewust bepaalde risico’s genomen, dan zal in beginsel geen schending van een zorgvuldigheidsnorm kunnen worden aangenomen".
Oneerlijke handelspraktijk
Daarnaast is het nog mogelijk dat de gezondheidsgoeroe in reclame-uitingen misleidende mededelingen doet over zichzelf of over de behandeling. De gezondheidsgoeroe zou bijvoorbeeld ten onrechte kunnen beweren dat die arts is of dat er geen enkel risico verbonden is aan de behandeling. Dit zou nog een extra grond voor civielrechtelijke aansprakelijkheid opleveren. Jansen licht toe dat dan sprake kan zijn van een ‘oneerlijke handelspraktijk’, wat ook weer een vorm van onrechtmatige daad is, en dus een grondslag voor aansprakelijkheid.
De rechtszaak van Wim Hof zal plaatsvinden in de Verenigde Staten. In dit artikel is ingegaan op het Nederlandse recht.
- Professor
- Universitair Docent
- Professor
- Meer informatie
Onder het thema 60 jaar groos. viert Erasmus School of Law haar lustrumjaar. Ter ere hiervan wordt het hele jaar via verschillende activiteiten en content aandacht besteed aan diverse onderdelen van onze faculteit. Zo ook met dit 'lustrumartikel', waarin verschillende rechtsgebieden samenkomen rond één probleemstelling. Wij zijn er groos op!