Het reguleren van Artificiële Intelligentie blijft een uitdaging

Evert Stamhuis

Van productierobots en chatbots tot gepersonaliseerde suggesties van Netflix of Spotify; artificiële intelligentie heeft steeds meer invloed op ons dagelijks leven. Daarom heeft de Europese Commissie in april 2021 een voorstel voorgelegd dat artificiële intelligentie (AI) moet reguleren. Deze verordening Artificiële Intelligentie (AI Act) is leidend op wereldniveau, maar nog steeds bestaan een aantal fundamentele uitdagingen. Evert Stamhuis, hoogleraar Law & Innovation aan Erasmus School of Law, komt aan het woord in een artikel van Science | Business als vervolg op deelname aan een webinar over wereldwijde regulering van AI.

De AI Act is een stap in de goede richting om kunstmatige intelligentie te beteugelen. Echter, door de groeiende universele verbondenheid, geopolitieke spanningen en opkomende polarisatie is het belangrijk dat een wereldwijde consensus bereikt wordt voor het gebruik van AI.

Hoewel veel andere landen al wetgeving voor AI hebben gecreëerd, komen deze momenteel niet altijd overeen op het punt van de primaire doelen en de soort kunstmatige intelligentie die gereguleerd wordt. China reguleert bijvoorbeeld ook het gebruik van algoritmes, terwijl de Verenigde Staten op federaal niveau zo min mogelijk wetgeving beoogt. Het hebben van meerdere toepassingskaders per geografisch gebied zal het ingewikkeld maken om deze technologie grensoverschrijdend te ontwikkelen en in business te gebruiken.

EU-wetgeving

De EU AI Act deelt artificiële intelligentie op in drie verschillende risicocategorieën: onacceptabel risico, hoog risico en een restcategorie. De eerste soort wordt verboden, terwijl de tweede categorie gereguleerd wordt en de laatste groep feitelijk vrijgelaten wordt. Stamhuis vindt deze indeling niet toereikend voor de toekomst: “Je kunt geen zekerheid bereiken als je deze simpele categorieën hebt”.

De dynamische aard van AI zorgt ervoor dat hoog risico toepassing moeilijk te definiëren is voor de lange termijn. “Een definitie voor een periode van meer dan vijf jaar is totaal niet levensvatbaar”, geeft de hoogleraar aan. Het in werking treden van Europese wetgeving is erg ingewikkeld. “Daardoor is er een grote weerstand tegen het snel veranderen hiervan, wat de regels inflexibel maakt. Normaliter wordt flexibiliteit dan ingebouwd door een expert procedure in te bouwen die periodiek de klassering herziet. Dat stelt de commissie ook voor in de AI Act. Dit onderwerp is echter zo fundamenteel dat het een open politiek debat vereist en niet overgelaten mag worden aan een expert procedure, waar beïnvloeding door belanghebbenden buiten beeld is”, constateert Stamhuis.

Daarnaast heeft Stamhuis twijfels over het deel van de AI-wetgeving dat gaat over certificering en registratie van AI-systemen; “Wat certificeren we eigenlijk? Zijn het de modellen, zijn het de systemen? En wat gebeurt er als het proces verandert of het model verbeterd wordt? Houden we dan wel een betrouwbaar register bij?”

Professor
Meer informatie

Lees het artikel van Science | Business hier (in het Engels).

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen