De Raad van Europa heeft Alberto Quintavalla, co-directeur van het Erasmus Center of Law and Digitalization en universitair docent Innovatie van Publiekrecht, uitgenodigd voor een gedachtewisseling over de risico’s die kunstmatige intelligentie met zich meebrengt voor de mensenrechten. Dit gebeurde ter gelegenheid van de inaugurele bijeenkomst van de Drafting Group on Human Rights and Artificial Intelligence (CDDH-IA). De CDDH van de Raad van Europa werkt momenteel aan een Handboek over Mensenrechten en Kunstmatige Intelligentie. Het doel van dit handboek is om overheidsfunctionarissen en beleidsmakers in de lidstaten van de Raad van Europa te ondersteunen bij het afstemmen van de ontwikkeling en inzet van AI-systemen op mensenrechten. Het werk wordt uitgevoerd door CDDH-AI, een gespecialiseerde werkgroep binnen de Raad van Europa die zich richt op AI en mensenrechten.
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft het Kaderverdrag over Kunstmatige Intelligentie en Mensenrechten, Democratie en de Rechtsstaat aangenomen. Dit is het eerste internationale verdrag dat de ethische en juridische aspecten van AI behandelt. Het verdrag is aangenomen in mei 2024. Het is echter een globaal verdrag en de regelgevende bepalingen ervan zijn breed geformuleerd. De brede formulering van het verdrag was voor de Raad van Europa aanleiding om een Handboek Mensenrechten en Kunstmatige Intelligentie te laten opstellen. Dit Handboek moet gaan dienen als een praktisch instrument voor de toepassing van mensenrechtennormen in het kader van AI. Op deze manier zou het Handboek als richtlijn dienen om overheidsfunctionarissen en beleidsmakers van lidstaten van de Raad van Europa te helpen bij de toepassing van bestaande juridische kaders. De werkgroep die verantwoordelijk is voor de opstelling van het handboek wordt verwacht haar werk in december 2025 af te ronden.
De meest urgente risico’s voor de mensenrechten in AI
“Bepaalde mensenrechten staan meer centraal in de hedendaagse discussies over de impact van AI-technologie op mensenrechten”, aldus Quintavalla. Onder deze rechten springt het recht op privacy eruit, wat in de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens breed wordt omschreven als het recht op eerbiediging voor privé- en gezinsleven (Artikel 8). Even belangrijk zijn de bescherming tegen discriminatie en het recht op een eerlijk proces. De invloed van AI reikt echter veel verder dan deze ‘gebruikelijke verdachten’.
“AI kan verschillende mensenrechten van verschillende generaties beïnvloeden”, benadrukte de onderzoeker. Dit blijkt uit een boek dat Quintavalla samenstelde met Jeroen Temperman, hoogleraar Internationaal Recht aan Erasmus School of Law. Het boek bevatte ook interessante bijdragen van collega’s. Quintavalla vertelt: “Temperman liet de impact zien die AI kan hebben op religieuze vrijheid, universitair docent Enrique Santamaria Echeverria besprak de implicaties van AI op het recht op gezondheid en ik schetste de relatie tussen AI en het recht op een gezond milieu.”
Welke rechten zouden meer gewicht moeten krijgen?
Hoewel sommige mensenrechten meer aandacht krijgen in de context van AI, pleitte Quintavalla voor een breder perspectief: “AI beïnvloedt de meeste, zo niet alle, mensenrechten.” Hij vertelt dat bepaalde rechten, zoals gegevensbescherming, profiteren van bestaande juridische kaders, zoals het Verdrag 108+ van de Raad van Europa, maar dat dit niet het complexe samenspel mag overschaduwen van mensenrechten die door AI worden beïnvloed.
“Zo kan het gebruik van biometrische identificatie op afstand, dat meestal wordt geassocieerd met het recht op privacy, een groot aantal gevolgen hebben voor verschillende mensenrechten, zoals bescherming tegen discriminatie, vrijheid van vergadering, veiligheid en het recht op asiel”, merkte Quintavalla op. Bovendien betekent het vermogen van AI om meerdere rechten tegelijkertijd te beïnvloeden dat deze rechten soms met elkaar kunnen concurreren. “Beleidsmakers moeten zich richten op het vinden van een manier om met deze complexiteit om te gaan”, aldus Quintavalla.
De rol van het Handboek
De onderzoeker benadrukte tijdens zijn bezoek dat het Handboek zich voornamelijk richt op overheidsfunctionarissen in de lidstaten van de Raad van Europa die werken op het snijvlak van AI en mensenrechten. “Deze actoren kunnen het Handboek gebruiken als een praktisch hulpmiddel voor het toepassen van relevante richtlijnen bij de interpretatie van bestaande juridische kaders”, zei hij.
De relevantie van het Handboek strekt zich echter verder uit dan alleen beleidsmakers. “Advocaten en andere juridische professionals zouden ook kunnen profiteren van een uitgebreid naslagwerk over mensenrechten en AI”, voegde Quintavalla toe. Andere geïnteresseerde partijen, zoals mensenrechtenorganisaties en AI-ontwikkelaars, kunnen het Handboek ook relevant vinden. Daarnaast spelen bedrijven een cruciale rol. “Bedrijven zijn hoofdrolspelers in de ontwikkeling van AI en kunnen een essentiële rol spelen bij het waarborgen dat AI-technologieën mensenrechten respecteren.” Door aanvullende richtlijnen te bieden voor het Kaderverdrag over Kunstmatige Intelligentie en Mensenrechten, Democratie en de Rechtsstaat, tracht het Handboek de lacunes in te vullen waar het Kader niet ingaat op specifieke mensenrechtenkwesties.
Quintavalla verduidelijkt waarom, gezien het tempo van de AI-ontwikkelingen, aanpassingsvermogen essentieel is voor regelgevende instrumenten. “Het Kaderverdrag is breed geformuleerd, niet alleen om wereldwijd bereik te garanderen, maar ook om voldoende flexibiliteit te bieden voor aanpassing aan snelle ontwikkelingen in AI-technologie.” Op dezelfde manier probeert het Handboek een balans te vinden tussen het bieden van concrete richtlijnen en het behouden van relevantie op de lange termijn.
Evenwicht tussen innovatie en bescherming van rechten
Quintavalla erkende tijdens zijn bezoek aan de Raad van Europa dat het een uitdaging is om een evenwicht te vinden tussen innovatie en de bescherming van grondrechten. “Het vinden van een goed evenwicht vereist goede kennis van de technische componenten en een meer omvattende kijk op de betrokken mensenrechten - zowel in positieve als in negatieve zin.” Hij benadrukte dat juridische en ethische experts een onmisbare rol spelen in dit proces. “Zij kunnen helpen bij het creëren van een regelgevend kader waarin AI-technologie op verantwoorde wijze kan worden ontwikkeld en geïmplementeerd met respect voor mensenrechten en waarden.”
Uiteindelijk zijn de keuzes over dit evenwicht maatschappelijke beslissingen. “Deze keuzes worden gevormd door het wereldbeeld dat wij als samenleving hebben,” concludeerde hij.
- Universitair Docent
- Meer informatie
Voor meer informatie over het boek van Quintavalla en Temperman, klik hier.