Sinds 2015 kunnen ondernemers in een winkelgebied of op een bedrijventerrein een gezamenlijk verzoek doen bij de gemeente tot belastingheffing wanneer ze bijvoorbeeld een gezamenlijke investering willen financieren van zonnepanelen of het winkelgebied willen aankleden met kerstverlichting. De voorgenomen activiteiten worden opgenomen in een activiteitenplan, waarna de gemeente op verzoek en na een stemming onder alle betrokken ondernemers een belastingaanslag oplegt (BIZ-bijdrage). Deze gezamenlijke vorm van investering is door het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale Overheden (ESBL) onderzocht. In het rapport “Ruimte voor ambitie van bedrijveninvesteringszones” zijn de ervaringen van betrokken BIZ-organisaties geëvalueerd en voorstellen tot verbetering gedaan.
Een BIZ-bijdrage begint met een initiatief van een aantal ondernemers die bepaalde gezamenlijke activiteiten wil organiseren. De initiatiefnemers verzoeken de gemeente om mee te werken bij het vormgeven van een BI-zone. De gemeenteraad stelt vervolgens een belastingverordening BIZ-bijdrage vast. Daarna organiseert de gemeente een wettelijk verplichte stemming onder de betrokken ondernemers die gevestigd zijn in de beoogde BI-zone. Slechts wanneer er voldoende draagvlak is voor invoering, komt de BI-zone tot stand, treedt de belastingverordening in werking en wordt gedurende maximaal vijf jaar een BIZ-bijdrage geheven van de ondernemers in het gebied. Elke eigenaar of gebruiker van een ondernemerspand betaalt jaarlijks de BIZ-bijdrage en de opbrengst wordt jaarlijks in de vorm van subsidie door de gemeente overgemaakt naar een daarvoor opgerichte BIZ-vereniging of -stichting. Deze voert vervolgens het activiteitenplan uit. Ten opzichte van de vrijwillige bijdrage aan een ondernemersvereniging is het grote voordeel van de BIZ-bijdrage dat alle ondernemers verplicht meebetalen (er zijn geen free riders). Het is immers een belasting.
Rapport
De Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) bestaat sinds 2015. Sindsdien is in een groot aantal gemeenten een nog groter aantal BI-zones tot stand gekomen. In 2019 waren dat er zo’n 300 in 106 gemeenten. Het ESBL heeft onderzoek gedaan naar het functioneren van BI-zones op initiatief van de gemeente Amsterdam. Daarnaast waren ook de gemeenten Den Haag en Rotterdam en een aantal organisaties met ervaring met opzetten en uitvoeren van BI-zones bij het onderzoek betrokken in een klankbordgroep. Centraal staat de uitslag van een in het kader van dit onderzoek in 2022 uitgevoerde enquête die door 118 BIZ-organisaties is ingevuld.
De respondenten zijn bevraagd op hun ervaringen met de BIZ-regeling en om hun opinie ten aanzien van een aantal voorstellen tot aanpassing en verbetering van de BIZ-regeling. Omdat het overgrote merendeel van de responderende organisaties actief is in centrum- en winkelgebieden zijn de resultaten van dit onderzoek vooral representatief voor BI-zones in die gebieden en minder voor BI-zones op bedrijventerreinen. Op dit moment wordt door het ESBL in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van BI-zones specifiek op bedrijventerreinen. Naast de resultaten van de enquête bevat het onderzoeksrapport een aantal voorstellen tot verbetering van de huidige Wet BIZ. Zo wordt onder meer voorgesteld om onderscheid te maken tussen nieuwe BI-zones en doorstartende BI-zones. Voor doorstartende BI-zones zouden onder voorwaarden ruimere wettelijke mogelijkheden kunnen worden geïntroduceerd. Zo zouden zij moeten kunnen kiezen voor een langere maximale duur dan vijf jaar. Een van de andere voorstellen is om doorstartende BI-zones die na vijf jaar ongewijzigd door willen de mogelijkheid te bieden tot verlenging met een aantal jaar zonder draagvlakmeting.
- Meer informatie
Lees hier het rapport: 'Ruimte voor ambitie van bedrijveninvesteringszones'