Vanuit diverse academische disciplines kun je je licht laten schijnen op duurzaamheid; een complex en urgent thema. Leonie Reins, hoogleraar Publiekrecht en Duurzaamheid, Margreet Luth-Morgan, universitair docent Theorie en Methodologie, en Liesbeth Enneking, hoogleraar Corporate Responsibility and Sustainability, delen hun perspectieven op de rol van bedrijven, technologie en ethiek in het kader van het grote en actuele onderwerp duurzaamheid.
Volgens Enneking gaat duurzaam ondernemen niet alleen over ‘do good’, maar ook over ‘do no harm’. Ze benadrukt: “Bedrijven praten graag over hun positieve bijdrage aan bijvoorbeeld de Sustainable Development Goals. Maar dat is slechts één kant van de medaille. Aan de andere kant wordt verwacht dat ze verantwoordelijkheid nemen voor – en afleggen over – de negatieve effecten die ze kunnen hebben.” Dit betekent dat bedrijven in de eerste plaats moeten voorkomen dat ze direct of indirect – met hun eigen activiteiten of via de activiteiten van dochtermaatschappijen en ketenpartners – een negatieve impact hebben op mens, milieu en klimaat. Ze benadrukt de nauwe verwevenheid van beide aspecten met het voorbeeld van groene energie: “Windmolens zijn een positieve ontwikkeling in het kader van de klimaattransitie, maar het winnen van de mineralen die nodig zijn voor de productie ervan gaat vaak gepaard met mensenrechtenschendingen in de keten.”
Technologie als paradox
Reins richt zich op het snijvlak van duurzaamheid en technologie. Technologie kan zowel oplossingen bieden voor klimaatverandering als de klimaatcrisis verergeren. “Technologie is essentieel voor het behalen van deze doelen, maar het brengt een paradox met zich mee”, vertelt Reins. Een belangrijk probleem is dat technologie zich snel ontwikkelt met een rechtssysteem dat langzaam evolueert. Reins legt uit: “We hebben een regelgevingssysteem nodig dat zowel theoretisch als praktisch nieuwe technologieën kan omvatten. Met het huidige systeem bereiken we de doelen niet en houden we ook geen rekening met de snelle ontwikkelingen.”
Breder leren denken
Luth-Morgan benadrukt het belang van kritische reflectie op de rol van juristen in de samenleving. “Als we alleen de grenzen van de wet onderwijzen en onze studenten enkel leren zich daaraan te houden, dan riskeren we dat zij bedrijven adviseren om precies binnen de wettelijke grenzen te opereren. Dat is niet genoeg”, zegt Luth-Morgan. “Ze moeten ook nadenken over wat duurzaam beleid is en hoe de wereld er over tien jaar uitziet, en verder kijken dan het huidige positieve recht”, voegt ze toe. De ethische aspecten van haar vakgebied gaan vaak over individuele rechten, maar Luth-Morgan pleit ervoor om breder te leren denken over de impact op de planeet, economie en rechtvaardigheid: “Het is aan ons docenten om studenten de tools te geven om deze bredere vragen te beantwoorden.”
Adaptieve wetgeving
Reins stelt dat het niet haalbaar is om voor elke toekomstige technologische ontwikkeling wetgeving te ontwikkelen, omdat dit veel te lang duurt. “We hebben toekomstbestendige en adaptieve wetgeving nodig.” Ze vervolgt: “Het regelgevingssysteem zélf moet dus veranderen om toekomstbestendig te zijn.”
Dit sluit aan bij de vraag hoe we het recht toekomstbestendig maken, zegt Enneking. “Sinds 2011 is het duidelijk wat de maatschappelijke verwachtingen zijn van bedrijven op het gebied van verantwoord ondernemen. Er is een uitgebreid normatief kader neergelegd in verschillende internationale instrumenten, maar deze zijn soft law en leggen dus niet rechtstreeks verplichtingen op aan bedrijven”, legt ze uit. Daarin staat centraal de maatschappelijke verwachting dat bedrijven due diligence procedures implementeren op mensenrechten- en milieugebied. Dat wil zeggen dat zij de risico’s voor mens, milieu en klimaat van bedrijfsactiviteiten in hun waardeketens in kaart moeten brengen en actie moeten ondernemen om deze te voorkomen of verminderen.
Het afgelopen decennium heeft deze maatschappelijke verwachting zich via verschillende juridische routes ontwikkeld tot hard law, bindende en afdwingbare verplichtingen voor bedrijven. “Zo is er onder meer wetgeving ontstaan waarin due diligence voor grote ondernemingen verplicht wordt gesteld, zoals in de recent aangenomen Corporate Sustainability Due Diligence Directive”, zegt Enneking. “Dit soort wetgeving dwingt achterblijvende bedrijven om mee te doen, maar kan ook het momentum van voorlopers beperken. Hoewel veel mensen denken dat deze wetgeving het eindpunt is, een sluitstuk, vormt het mijns inziens juist de aanzet voor verdere rechtsontwikkeling op dit onderwerp.”
"Alleen de grenzen van de wet onderwijzen is niet genoeg." - Margreet Luth-Morgan
Veranderende opvattingen over verantwoordelijkheden
Luth-Morgan noemt dat bedrijven nu worden gezien als onderdeel van de samenleving met verantwoordelijkheden richting de maatschappelijke en geografische context. “Waar het vroeger geaccepteerd was dat een bedrijf alleen winst maakte, erkennen we nu dat bedrijven onderdeel zijn van de samenleving en dus maatschappelijke verantwoordelijkheden hebben. Deze veranderende opvattingen over de verantwoordelijkheden van bedrijven komen terug in discussies over duurzaamheid en recht.”
Enneking benadrukt de urgentie van de duurzaamheidstransitie. Ze roept op tot actie door ieder van ons in onze verschillende hoedanigheden: als docenten, onderzoekers, ouders, werknemers, consumenten, deelnemers aan een pensioenfonds, kiesgerechtigden, et cetera. “Als we echt vooruitgang willen boeken, moeten we op alle niveaus in actie komen.” Ze deelt persoonlijke voorbeelden van haar eigen duurzaamheidsinitiatieven, zoals het verduurzamen van het schoolplein van haar kinderen. “Ik eet geen vlees meer, vlieg niet meer en zit in een wetenschappelijke commissie die kritisch meekijkt naar het duurzaamheidsbeleid van ABP”, vertelt ze.
“Voor mij betekent de duurzaamheidstransitie ‘never standing still’”, zegt Reins. Ze maakt zich zorgen over het behalen van de doelen voor 2050 en de maatschappelijke prijs die daarmee gepaard gaat. “Duurzaamheid is een emotioneel beladen onderwerp met kwesties als energiearmoede.”
Houvast bieden
“Door corona en maatschappelijke ontwikkelingen zoals de opkomst van sociale media (echo chambers, sociale bubbels) merk ik dat studenten het steeds moeilijker vinden om kritische discussies te voeren en op een respectvolle manier van mening te verschillen”, merkt Luth-Morgan op. Het is belangrijk dat universiteiten studenten houvast bieden en hen leren hoe ze hun mening kunnen onderbouwen. “Kritische reflectie en beargumenteerde keuzes worden steeds crucialer in een wereld vol tegenstrijdige informatie. Met ethische theorieën geef ik ze handvatten.”
Rol van de jurist
“Ons is specifiek gevraagd om vanuit de Denktank Duurzaamheid advies te geven over hoe we duurzaamheid kunnen integreren in het curriculum. Het is van groot belang om een generatie juristen op te leiden die klaar is voor de toekomst en in staat is om met duurzaamheidsdilemma’s om te gaan. Wij vinden dat dit alleen kan als studenten leren over kritische reflectie en argumentatie, en een duidelijk beeld krijgen van de rol van de jurist in de maatschappij en hun eigen positie daarin”, aldus Enneking, Luth-Morgan en Reins. Enneking vervolgt: “We hebben veel onderzoekers en docenten die hier al mee bezig zijn. Wij vinden alledrie dat dit zou moeten doorklinken in de missie en visie van de faculteit.” Reins sluit af met: “Samenwerking en verbinding zijn essentieel om de duurzaamheidstransitie te bevorderen en een duurzame toekomst te waarborgen.”
- Meer informatie
Wil je nog meer van dit soort artikelen lezen? Dat kan! Erasmus School of Law bestaat 60 jaar en dat vieren we met ons Groos Magazine. Hierin blikken we met trots terug op op ons verleden en kijken we vol ambitie naar de toekomst. We nemen je mee langs mijlpalen, ontwikkelingen en inspirerende verhalen waarin de drive en het Rotterdamse lef van onze collega’s duidelijk voelbaar is. Duik in de verhalen en ontdek Erasmus School of Law.