Uit onderzoek van het CBS en het WODC blijkt dat sinds 2010 een daling in het aantal jeugdige verdachten en daders van strafbare feiten te zien is. De laatste jaren stagneert het aantal jonge verdachten en daders. Dat is opvallend, aangezien de media vaak een ander beeld schetsen. Hoe is deze daling te verklaren? Frank Weerman, hoogleraar Jeugdcriminologie aan Erasmus School of Law, betoogt in de Volkskrant dat jongeren steeds minder op straat en juist steeds meer online zijn gaan hangen, wat een belangrijke reden is waardoor ze minder vatbaar zijn voor crimineel gedrag.
“Het is belangrijk om te benadrukken dat deze daling niet alleen in Nederland wordt gezien, maar dat er in de hele westerse wereld een afname van de jeugdcriminaliteit is vanaf ongeveer 2010”, vertelt Weerman. “Je kunt je als regering daarom niet op de borst kloppen: dat hebben we even goed aangepakt. Want deze daling lijkt geen gevolg van specifiek beleid, eerder van een universele maatschappelijke verandering. Als je dan gaat kijken in de tijd, houdt de afname van de criminaliteit onder jongeren precies gelijke tred met de opkomst van de smartphone en sociale media.”
Online hangen in plaats van op straat
Uit Zweeds en Amerikaans onderzoek blijkt dat jongeren steeds minder tijd op straat zijn gaan doorbrengen met rondhangen, vertelt Weerman, en dat verklaart voor een belangrijk deel ook de daling in jeugdcriminaliteit. “Uit eerdere criminologische onderzoeken weten we dat het veelvuldig rondhangen op straat, zonder een specifiek doel, een grote risicofactor is voor het plegen van misdrijven. Jongeren die zich op straat vervelen gaan elkaar uitdagen, spanning zoeken, en vinden daar een publiek van leeftijdsgenoten op wie ze indruk willen maken. Het verwerven van status is voor tieners een belangrijke motivatie voor crimineel gedrag.”
Verwerven jongeren nu online status? Dat is volgens de criminoloog nog onvoldoende onderzocht, maar “dat lijkt me aannemelijk”. Daarnaast biedt de onlinewereld ook ruimte voor nieuwe soorten criminaliteit, zoals ddos-aanvallen, online bedreiging en oplichting, maar volgens Weerman is er geen 1-op-1 verschuiving van offline naar online criminaliteit zichtbaar: “het is niet zo dat de afname van het aantal offline delicten door jonge verdachten wordt gecompenseerd door een grote toename in cybercrime. Ook als je dat meerekent, is er gewoon sprake van een enorme daling in de jeugdcriminaliteit.”
Jongeren in de media
Voor vele nieuwslezers zal de uitkomst van het onderzoek van het CBS en het WODC als verrassend worden bestempeld, aangezien de media regelmatig schrijven over jongeren die betrokken zijn bij steekincidenten, explosies en drugscriminaliteit. Ook daar heeft Weerman een verklaring voor: “Het zijn de ernstigste incidenten die het nieuws halen, die vallen op, dat onthouden mensen. Het klopt wel dat er rond 2019 ineens een stijging was van specifiek steekincidenten, gepleegd door jongeren. Daar zijn er nog steeds relatief veel van, maar het aantal is niet verder gestegen. Ook waren er vanaf dat moment iets meer jongeren bezig met drugscriminaliteit en vuurwapens, zo blijkt ook uit politiecijfers. Er is dus wel wat aan de hand, maar over de lange termijn bekeken is het aantal ernstige geweldsincidenten afgenomen. Bewoners van een achterstandswijk zullen zich daarechter misschien niet in herkennen, want er zijn ook buurten waar de jeugdcriminaliteit niet is gedaald. Toch is het algemene plaatje dat het veel beter gaat.”
Worden criminelen dan steeds jonger? Ook dat bleek niet uit het onderzoek, beaamt de hoogleraar Jeugdcriminologie: “Daders worden ook niet jonger. Als je als agent wordt geconfronteerd met een 12-jarige verdachte, blijft zo'n voorval lang hangen. Toen ik in de jaren negentig begon in dit vak, werd ook al gezegd: het loopt de spuigaten uit met de jeugd, verdachten worden steeds jonger. Maar dat is dus een vertekend beeld, dat niet klopt met de cijfers.”
- Professor
- Meer informatie
Klik hier voor het hele artikel van de Volkskrant.