In de media is regelmatig aandacht voor toenemend messengeweld onder jongeren. Sinds 2019 is een toename van dit geweld onder jongeren zichtbaar. Rotterdam en omstreken waren meer dan eens het toneel van ernstige incidenten. Hoewel er zowel in Rotterdam als op nationaal niveau campagnes en onderzoeken zijn gedaan in de strijd tegen deze ontwikkeling, bleef er nog veel onduidelijk over de omvang, de oorzaak en de achtergrond van het probleem onder Rotterdamse jongeren. Daarom hebben wetenschappers van het departement Law, Society & Crime van Erasmus School of Law in opdracht van de Gemeente Rotterdam onderzoek gedaan naar wapens en wapengeweld in Rotterdam. In het op 21 september 2022 gepubliceerde rapport ‘Het is een probleem, maar niet voor mij’ pleit het onderzoeksteam voor campagnes gericht op de meest risicovolle groep: “Richt aandacht op achterliggende problematiek”.
Het onderzoeksteam bestaat uit Frank Weerman, hoogleraar Jeugdcriminologie, Robby Roks, universitair hoofddocent Criminologie, Jeroen van den Broek en Jip Willink, allen verbonden aan het departement Law, Society & Crime. Het team heeft een mixed-methods onderzoek uitgevoerd, waarbij grootschalige kwantitatieve gegevens zijn verzameld met vragenlijsten, gesprekken met jongeren zijn gevoerd en politieregistraties zijn bestudeerd.
De ene wapenbezitter is de andere niet
Jongeren die betrokken zijn bij wapens (vooral messen) zijn volgens de onderzoekers onder te verdelen in drie groepen. Zo is er een groep die wel wapens bezit, maar deze nooit gebruikt of meedraagt en deze deels lijken te hebben uit een interesse voor wapens. Daarnaast onderscheiden de onderzoekers een grotere groep van jongeren die wapens ook wel eens dragen, maar niet daadwerkelijk gebruiken. Uit het rapport blijkt dat deze jongeren zich vaker onveilig voelen of daadwerkelijk ervaring hebben met bedreiging of geweld. Deze groep draagt een wapen uit zelfverdediging.
De derde groep wijkt in vele opzichten af van de eerste twee groepen. Dit betreft een kleinere specifieke groep, die wapens draagt en hiermee daadwerkelijk anderen verwondt of bedreigt. “Ze hebben vaker een problematische levensstijl en een meer vijandige en agressieve houding naar anderen, maar ze zitten zelf ook vaak in een problematische situatie.”, aldus Weerman.
Gevoelens van onveiligheid
Jongeren met wapens geven aan dat ze zich willen kunnen verdedigen, zich onveilig voelen of het gevoel hebben te worden bedreigd. Daarbij lijken er twee categorieën te zijn: jongeren met algemene onveiligheidsgevoelens op bepaalde plekken in de stad of hun eigen omgeving, en jongeren die concreet worden bedreigd door anderen of in een conflict zijn verzeild. Jongeren die wapens dragen of gebruiken zijn ook relatief vaak recent slachtoffer geweest van geweld.
Bij de zorgen rond wapens hoort een duidelijke kanttekening, benadrukt Weerman: “De meerderheid van de Rotterdamse jongeren is niet betrokken bij wapens. Ongeveer één op de vijf ondervraagde jongeren heeft een wapen op enig moment in bezit gehad, gedragen of gebruikt in de onderzoeksperiode van acht maanden. Maar de meeste jongeren beschouwen wapens niet als normaal of acceptabel. Ze ervaren het wel als groot maatschappelijk probleem, maar kunnen problemen met geweld zelf omzeilen.”
Achterliggende problematiek
Het onderzoeksteam komt met een aantal aanbevelingen om messengeweld terug te dringen. Zo pleit het team voor campagnes gericht op de meest risicovolle groep die wapens gebruikt, voor een plek voor jongeren om hun zorgen over hun veiligheid te uiten en bevelen ze aan om de aandacht te richten op achterliggende achterstanden en problematiek. Het onderzoeksteam stelt daarnaast dat niet veel verwacht moet worden van maatregelen die alleen zijn gericht op het terugdringen van de beschikbaarheid van wapens.
Lees het volledige onderzoeksrapport hier.
- Professor
- Universitair Hoofddocent
- Onderzoeker
- Onderzoeker
- Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met communicatiemedewerker Ronald de Groot van Erasmus School of Law, rdegroot@ese.eur.nl, +31 6 53 641 846.