De Rechtbank Rotterdam heeft zeven mannen die illegaal het terrein van de Rotterdamse haven betraden, vermoedelijk om drugs uit zeecontainers te halen, veroordeeld tot gevangenisstraffen van drie tot vijf maanden. Deze uithalers waren zogeheten first offenders. Normaal gesproken krijgen first offenders een lagere straf in verhouding tot de maximumstraf, maar nu lijkt dit niet het geval. Joost Nan, hoogleraar Straf- en Strafprocesrecht, in het bijzonder Financieel-Economisch Strafrecht aan Erasmus School of Law, vindt de straf vrij hoog en twijfelt aan de effectiviteit hiervan.
Sinds 1 januari 2022 is het nieuwe wetsartikel 138aa van het Wetboek van Strafecht van kracht; wie onbevoegd verblijft op een besloten plaats gelegen in een haven, op een luchthaven of op een spoorwegemplacement kan een gevangenisstraf van maximaal een jaar krijgen.
De straffen van drie tot vijf maanden die de zeven uithalers kregen is daarmee fors, legt Nan uit. “Een gevangenisstraf van drie maanden krijg je niet zomaar. Steel je voor het eerst een pakje boter, dan hoef je ook niet de gevangenis in. Verkoop je iemand voor het eerst een klap, dan krijg je een boete. De maximale straffen voor die vergrijpen zijn hoger, maar meestal krijgt een first offender juist een lagere straf."
Drugscriminaliteit vormt een hardnekkig probleem in onze maatschappij, in het bijzonder in de Rotterdamse haven. Door middel van hoge straffen proberen de wetgever en de rechter drugshandel tegen te gaan en criminelen af te schrikken. Nan twijfelt echter aan de effectiviteit van deze hoge straf: “Het gaat niet om deze jongens, maar om de organisatie erachter. (…) Deze ingreep verstoort de keten op zich wel, natuurlijk, maar ik vraag me af of de organisatie er nu echt last van heeft."
- Professor
- Meer informatie
Lees hier het hele artikel van RTL Nieuws.