Promotie E.S. (Eva) van Marion

Hieronder volgt een korte samenvatting van het proefschrift: 

IVF (in vitro fertilisatie) succespercentages zijn verbeterd, maar het kiezen van het beste embryo blijft moeilijk. Veel embryo’s van ogenschijnlijk goede kwaliteit falen nog steeds om te implanteren. Het is belangrijk om te begrijpen welke factoren van de gameten bijdragen aan de kwaliteit van het embryo en andere voorspellende factoren te identificeren om embryo-selectie te verbeteren. Dit proefschrift onderzoekt vrouwelijke en mannelijke factoren die bijdragen aan pre-implantatie embryo-ontwikkeling en identificeert potentiële voorspellende factoren voor IVF-succes.
Er zijn verschillen in de snelheid van ontwikkeling tussen embryo’s afkomstig van testiculaire en geëjaculeerde zaadcellen. Embryo's van testiculaire zaadcellen hebben een langere eerste celcyclus en delen vaker direct van één naar drie cellen.
Op epigenetisch niveau correleert een hogere H3K9me3/H3-verhouding met een langer interval tussen het vervagen van pronuclei en de eerste klievingsdeling, wat de embryo-ontwikkeling beïnvloedt, maar heeft geen significant effect op de zwangerschapsuitkomst.
Time-lapse incubatie levert veel data voor embryo-selectie. Voorspellingsmodellen ontwikkeld in dit proefschrift voorspellen de kans op zwangerschap op basis van ontwikkelingssnelheid en leeftijd van de vrouw. Deze modellen helpen bij de beslissing tussen het terugplaatsen van één embryo of een dubbele embryo transfer, balancerend tussen kans op zwangerschap en het vermijden van tweelingzwangerschappen. Daarnaast is gebleken dat grotere en sneller expanderende blastocysten meer kans hebben op een succesvolle zwangerschap, wat een potentiële voorspellende factor is.
Tot slot laat dit proefschrift zien dat koppels uit buurten met een lage sociaaleconomische status (SES) een lager cumulatief doorgaand zwangerschapspercentage hebben na IVF behandeling vergeleken met hoge SES, ondanks gelijke toegang tot vruchtbaarheidszorg in Nederland.