Design gaat over systematisch werken met een bepaalde houding en gedrag. Een houding waar mensen die werken voor de publieke zaak behoefte aan hebben om verder te komen in hun werk.
Laatst kwam een goede vriend en collega naar me toe. Hij ondersteunt wereldwijd publieke organisaties om zaken voor elkaar te krijgen die ze allang willen. Zijn vrouw had tegen hem gezegd: “Ik begrijp eindelijk wat jij doet, dat is aDesign Thinking”. Hij vond het wel grappig, want hij denkt over zichzelf als expert en econoom. Maar het strookt goed met mijn ervaring in de masterclass Design Thinking in het publiek domein, die Hans Robertus en ik verzorgen voor de Erasmus Academie. Design gaat over systematisch werken met een bepaalde houding en gedrag. Een houding waar mensen die werken voor de publieke zaak behoefte aan hebben om verder te komen in hun werk.
Opgaven
Op alle schaalniveaus vragen de opgaven waar we voor staan om het actief ontwerpen van en toewerken naar een wenselijke toekomst. Met alleen klantgericht en financieel verantwoord uitvoeren van taken komen we er niet meer, ook al blijft dat belangrijk. Overal om ons heen zien we dat we als mensheid en samenleving voor grote uitdagingen staan. En dat het na jarenlang geloof in de markt als panacee, weer in is om je in te zetten voor het collectief. Dat is toch waarom mensen in het publiek domein gaan werken, om de wereld een beetje beter te maken. Tegelijk zie ik in mijn werkpraktijk en in de leergang frustratie en soms moedeloosheid, omdat dat zo moeilijk is en het zo langzaam gaat allemaal.
Verantwoording
Het is vaak moeilijk om overzicht te krijgen, terwijl je wel wordt gevraagd om verantwoording af te leggen en vooral geen fouten te maken. Daarom helpt het om gelegitimeerd dingen uit te proberen, want dat mag wel. Ontwerpers leven zich in in de gebruikers van hun ontwerp, dwingen zichzelf een scherpe vraagstelling te formuleren en maken al snel een prototype om uit te testen. Bij voorbaat is een prototype er om van te leren en het mag dus juist helemaal fout zijn. In de eenvoudigste vorm is dat wat Design Thinking als methode leert.
Actuele casus
In de leergang Design Thinking in het publiek domein werkt iedere deelnemer aan een actuele casus uit zijn eigen baan. Daardoor is de theorie direct toepasbaar en wisselt iedereen veel uit en leert van elkaar. We hebben nu meer dan zestig deelnemers gehad uit alle geledingen van overheid, semi-overheid en gerelateerde bedrijven. Bijna overal zien we dezelfde worstelingen terug: Wat is dan de eigen bijdrage aan het grote geheel, op welke doelen stuur je? Met welk gereedschap werk je als je opgaven nieuw zijn en met wie werk je samen? En vooral: Hoe bereik je doorbraken en kom je door de tegenkrachten heen in organisaties die wel gemaakt lijken om initiatief uit te dempen?
Complex
Jeroen van Erp, hoogleraar Concept Design aan de TU Delft, heeft gezegd dat ontwerpen voor de toekomst, impact hebben, transformatie, een zaak wordt van continu ontwerpen en 'dealing with complexity'[1]. Maatschappelijke vragen zijn complex en daardoor een maatschappelijk relevante baan vaak ook. "Complex" is een beladen woord, want het klinkt als ingewikkeld maken. Maar het gaat hier om een complex, een samengesteld geheel, er komen altijd meerdere doelen en problemen en organisaties en afdelingen bij kijken. We hebben daarbij in de publieke zaak te maken met wat recent in een prachtig artikel de Complexity Paradox is genoemd[2]: hoe complexer het beleidsissue, des te meer wordt het beleid maken gecompartimentaliseerd. Mensen die missie-gedreven willen werken lopen tegen allerlei grenzen en beperkingen aan, omdat hun missie dwars door de bestaande onderverdeling van hiërarchische structuren heen gaat.
Houvast
Houvast vinden om daarvoor doorbraken te vinden zit deels in het herontdekken van speelsheid. Ik heb meegemaakt dat een deelnemer aan een simulatie die was bedoeld om moeilijke samenwerking te doorgronden en vormgeven zei: "Het kind in mij was snel afgestoft". Blijkbaar zetten we een knop om als het gaat om een "spel", een "uitprobeersel" en begrijpen we allemaal dat kinderen oplossingen gewoon bedenken en met elkaar aangaan. "Ik ben nu een zeemeermin en daardoor kan ik heel snel naar de overkant zwemmen". In dat verband vind ik de volgende definitie van ontwerp interessant: "Ontwerpen is een cognitieve en een sociale activiteit voor betekenisgeving (sensemaking) die emergent is over de tijd op de individuele en de sociale niveaus, onderbroken door tijdelijke stopzettingen ten behoeve van de eisen aan het artifact dat ontworpen wordt. Ontwerpen impliceert de evolutie van het artifact, het sociale systeem, taal en de informatie die is ingebed in de sociale context."[3] Dit komt van technici, van ingenieurs. We ontwerpen niet (alleen) een ding of een aanpak, maar ook de gedragsregels en gebruiken en de taal en betekenisgeving die daarbij horen, waarbij de uitkomst een verrassing, emergent is. Dat maakt het opeens veel grijpbaarder voor het publiek domein, vind ik.
Drijfveer
Een deelnemer aan de leergang, zelf een Wageningse ingenieur, zei dat voor haar de essentie van ontwerpen een simpel zinnetje is: "Dat moet toch beter kunnen". We kunnen aan design thinking gestructureerde methodes ontlenen, een toolkit beschikbaar maken en tips en trucs aanreiken. Maar uiteindelijk is die drijfveer om "dat kan niet" los te laten misschien wel de essentie van leren werken als een designer en is dat precies waar de vrouw van mijn vriend op doelde.
Alexander van Altena
[1] https://www.iced19.org/keynotes/responsible-design-recognising-the-impa…
[2] Kattel, R., Mazzucato, M., Ryan-Collins, J., Sharpe, S. (2018). The economics of change: Policy appraisal for missions, market shaping and public purpose. UCL Institute for Innovation and Public Purpose, Working Paper Series (IIPP WP 2018-06). https://www.ucl.ac.uk/bartlett/public-purpose/wp2018-06
[3] Subrahmanian, E., Reich, Y., Smulders, F., & Meijer, S. (2011). Designing: insights from weaving theories of cognition and design theories. In Proceedings of the 18th international conference on engineering design (ICED11) (Vol. 7, pp. 424-436)
- CV
Alexander van Altena studeerde Rechten in Leiden, Economie in Amsterdam en History and Philosophy of Science and Technology and History of Economic Thought aan de University of Notre Dame. Hij was onder meer Directeur Spoor bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en directeur bij ProRail. Tegenwoordig is hij partner van de Holland Branding Group en het World Design Forum.
- Meer informatie
De opleiding Design Thinking in het Publieke Domein start in 2020 op 14 mei en op 29 oktober. Meer informatie en inschrijven via de website.