Cathelijn Poissonnier is in december 2024 begonnen als programmamanager bij het Erasmus Governance Institute (EGI). Ze is een ervaren manager met een breed palet aan opdrachtgevers en rollen in de afgelopen decennia: van financieel consultant en manager bij ING Wholesale, tot Directie- en bestuurssecretaris bij de Kamer van Koophandel, en van maatschapsmanager in het Diakonessenhuis tot programmamanager corona en interimmanager bij GGD regio Utrecht.
Cathelijn, hoe rolde jouw bal richting het Erasmus Governance Institute?
“Toen ik bij de Kamer van Koophandel werkte, volgde mijn directeur het programma voor commissarissen en toezichthouders. Ze was daar ontzettend enthousiast over en bracht me in contact met Liesbeth. Dat klikte meteen, maar een overstap was op dat moment niet passend. Jaren later, kreeg ik een bericht van Liesbeth. Een heel leuk gesprek volgde – en van het een kwam het ander!”
Wat ga je doen bij EGI?
“Ik ben programmamanager, samen met Petra. We zijn nog bezig met de jaarplanning en onderlinge werkverdeling, maar er is hoe dan ook genoeg te doen! Op diverse punten zie ik ruimte voor verbetering, maar ik erken ook dat de huidige way of working zich heeft bewezen – het instituut is de afgelopen jaren immers enorm gegroeid. Tegelijkertijd veranderen er dingen in de markt, in het deelnemersveld en in de groepsdynamiek. Daarom kijken we als team waar we wellicht de inhoud willen updaten of hoe we kunnen werken aan de competenties van de deelnemers en didactische accenten van de docenten en dagvoorzitters.”
“De vaardigheden en het leiderschap in de rol van commissaris worden steeds belangrijker voor toekomstige toezichthouders en commissarissen. Mijn wens is om onder meer in module 1 een groepsdynamiek te creëren die de rest van het programma versterkt, waarbij de ‘leersfeer’ dus optimaal benut wordt. Dat is niet zweverig, maar gaat over goed inzicht krijgen in de leerbehoeften van de groep en de individuen. Dat draagt bij aan de kwaliteit van de leergang als geheel. Dat is tegelijkertijd ook zoeken, want elke groep is uniek en de dynamiek met elke docent is ook weer anders.”
Waar ligt jouw kracht?
“Ik ben goed in strategisch denken over waar we naartoe willen én in het operationaliseren van die strategie. Juist omdat ik resultaatgericht en oplossingsgericht ben. Daarnaast houd ik van het aansturen en managen van teams en het verbinden van mensen, zeker in een dynamische of hectische omgeving. Ik krijg energie van de synergie die ontstaat als een team hard werkt en elkaar echt weet te vinden, dus van een combinatie van plezier en resultaten.”
Ga je daar bij het EGI ook mee aan de slag?
“Zeker. Door de groei van de leergang krijgen we ook uitdagingen op het gebied van het managen van de steeds grotere groep docenten en dagvoorzitters. We willen hen blijven uitdagen en laten groeien. Daarnaast is het een uitdaging om iedereen op eenzelfde niveau te laten werken, dus om een EGI-standaard te creëren – of het nu gaat om communicatie, professionele etiquette of didactische vaardigheden.”
Die verschillen zie je in de groepen ook toch?
“Absoluut. Het is altijd mooi om te zien dat ook zeer ervaren bestuurders en managers open staan voor nieuwe dingen, willen leren en daarbij ook aangeven wat ze al wel of nog niet weten en kunnen. Volwassen eigenaarschap tonen over je leerbehoefte vraagt om zelfreflectie en persoonlijk leiderschap. Durven uitspreken wat je nodig hebt, onzekerheid erkennen – dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Onze taak is om docenten en dagvoorzitters nog beter te faciliteren in het creëren van een omgeving waarin deelnemers hun professionele ‘verkleedkleren’ durven uitdoen. Hoe ga je om met weerstand in de groep? Wat gebeurt er bij jouzelf? Waar ligt de verantwoordelijkheid van de groep of een deelnemer? Wat heeft iedereen nodig? Dat zijn de vragen die we samen willen beantwoorden.”
Waar wil jij zelf aan werken dit jaar?
“Ik ga aan de slag met het verder integreren van de softskills en het toepassen daarvan in de leergang. Dat is belangrijk, ik verwacht echt dat zulke vaardigheden uiteindelijk belangrijker zullen worden dan puur wéten. Ze zijn essentieel in de relaties binnen een raad van toezicht of bestuur, en in de interactie met een bestuurder. Kun je dingen echt bespreekbaar maken? Kun je open en eerlijk praten over de plussen en minnen van een organisatie?
Misschien zijn softskills wel bepalender voor succes als commissaris of bestuurder dan theoretische kennis of werkervaring. Ik wil dat zowel docenten als deelnemers aan het eind van een dag of module écht in beweging zijn gekomen. Daar ga ik voor.”
