Jaap Cornelese over deel uitmaken van de Universiteitsraad

Jaap Cornelese is beleidsadviseur bij EDIS en was staflid in de Universiteitsraad (UR). Hoe is hij in de UR terecht gekomen en wat wil hij bereiken?

Waarom heb je je kandidaat gesteld voor de Universiteitsraad?

"Als manager bij EUR tussen 2015 en 2022 heb ik inzicht gekregen in de werking van de universiteit op veel verschillende beleidsterreinen. Ik voelde altijd de drang om buiten mijn formele verantwoordelijkheden als manager om te proberen invloed uit te oefenen op het beleid. Als persoon ben ik nooit goed geweest in het me beperken tot een bepaalde ‘circle of influence’. Ik werd echter geremd door twee factoren: het voorkomen van mogelijke conflicten met taken en verantwoordelijkheden die ik als manager had en tijdgebrek in die functie. Begin 2022 kreeg ik echter een nieuwe functie als beleidsadviseur en besloot ik dat ik nu eindelijk tijd kon en wilde vrijmaken om deel te nemen aan de medezeggenschap bij de EUR. Ik had het geluk om eerst in de Dienstraad van de PRO-diensten en daarna, als vertegenwoordiger van diezelfde PRO-diensten, in de Universiteitsraad gekozen te worden."

Wat wilde je veranderen toen je begon als raadslid?

"In het bijzonder wilde ik aandacht vragen voor de veelheid goedbedoeld beleid waartoe de EUR besluit, maar dat nauwelijks wordt uitgevoerd. Formeel is het beleid van EUR er bijvoorbeeld op gericht om 'horizontale' carrièrewisselingen door managers te bevorderen. Dit ten eerste om medewerkers een interessanter carrièrepad binnen de universiteit te bieden en ten tweede om de uitwisseling van kennis en ervaring tussen diensten en faculteiten te verbeteren. Ik heb zelf de voordelen van een dergelijke uitwisseling tussen diensten mogen ervaren, nadat ik 1,5 jaar door IT was uitgeleend aan Marketing & Communicatie en daarna terugkeerde naar EDIS. Door inzicht in het reilen en zeilen van beide diensten kon ik projecten en contracten die door misverstanden en gebrek aan communicatie tussen beide diensten waren vastgelopen, aanzienlijk versnellen. In de praktijk wisselen managers echter nauwelijks tussen afdelingen, diensten en faculteiten."

Hoe zijn je ervaringen tot nu toe?

"Interessant en goed passend bij mijn aard als bemoeial waar het gaat om beleidsvorming in het algemeen. De EUR is voortdurend bezig met het maken van nieuw beleid, variërend van de verdeling van middelen over faculteiten en diensten tot het verbeteren van de toegankelijkheid van de campus. Bij al dit beleid moet de vraag worden gesteld of het in de praktijk slechts goedbedoeld beleid zonder praktische impact zal blijken te zijn of beleid dat echt effect zal hebben. Die vraag kunnen en mogen stellen als lid van de medezeggenschapsorganen van EUR geeft energie."