Ze is degene die ervoor zorgde dat het lotingsysteem voor de studie geneeskunde werd veranderd in een decentrale selectie. Inmiddels is radioloog Meike Vernooij professor en wil ze het mysterie van het brein ontrafelen. Een van de ziekten die ze onderzoekt is dementie.
TEKST: Yasmina Aboutaleb
FOTO: Geert Broertjes
"Vanaf het moment dat ik als jong meisje kon lezen, bleef ik in bed bij mijn nachtlampje stiekem uren wakker en verslond ik de boeken van Arthur Conan Doyle en Agatha Christie," vertelt professor Meike Vernooij in haar oratie. Ze staat op het podium van de aula van de Erasmus Universiteit. "Uit die tijd stamt mijn jeugdige, enigszins naïeve fantasie om zelf ook detective te willen worden. Ik denk dat ik, zoals ik vandaag hier voor u sta, daar uiteindelijk niet zo heel ver van verwijderd ben." Vernooijs leerstoel Population Imaging draait namelijk ook om observeren. Ter illustratie noemt de radioloog de MRI-scan van een vrouw met een tumor. Aandachtig observeert Vernooij de beelden, speurt naar aanwijzingen en gebruikt alle waarnemingen om tot een diagnose te komen. Zie daar: de radioloog als medische detective. De ziekten waar Vernooij onderzoek naar doet verschillen, maar het onderzoeksterrein is altijd de hersenen, vertelt ze een week later op haar kantoor in het Erasmus MC. Het brein is een groot mysterie dat Vernooij wil ontrafelen. "We weten inmiddels heel veel over het brein, maar er is ook nog zo veel onbekend. En dat is frustrerend," zegt ze.
Wat vindt u zo interessant aan de hersenen?
"Wat me fascineert is dat het zo complex is. Wat het goed uitlegt: toen ik mijn promotieonderzoek deed, hadden we een grote quote op de deur hangen: ‘If the brain would be so simple that we could understand it, we would be too simple to understand it’. Het is een enorme uitdaging dat het brein zo ingewikkeld is. Wat ik mooi vind is de enorme functionele indeling in de hersenen. Van dingen die misgaan, kun je vrij goed voorspellen waar dat optreedt. Er is een aantal simpele wetmatigheden: last van de rechterarm, dan komt het aan de linkerkant van de hersenen vandaan, en waarschijnlijk in een bepaald gebied. Daar overheen zit nog een laag van veel complexere functies, cognitief, van geheugen en executieve functies. Die zijn niet duidelijk tot een plek te herleiden. Dat maakt het interessant om dat beter te doorgronden. Hoe komt het nou dat de ene persoon gevoeliger is voor verlies van hersenfunctie dan een ander?"
Deze nieuwsgierigheid en de ambitie overal het beste uit alles willen halen, heeft Vernooij al van jongs af aan: "Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik meer kon bereiken als ik ergens harder voor werkte. Al vanaf de basisschool. Als je een 10 kunt halen, probeer dan voor de 10 te gaan." Haar gedrevenheid zorgde ervoor dat ze, in de zomer van 1996, Vernooij was toen een 17-jarige puber, te zien was in het 8 uurjournaal. Ze had eind- examen gedaan in negen vakken, stond een 9,6 gemiddeld, maar werd tot vier keer toe uitgeloot voor de studie geneeskunde. Het werd een politieke rel die uiteindelijk als gevolg had dat het systeem werd veranderd in een decentrale selectie.
Hoe kijkt u daarop terug?
"Als je zo in de media bent geweest, heeft iedereen een mening over je. Sommigen vonden dat het goed was dat iemand de problemen met het systeem aankaartte. Maar anderen vonden het volkomen onterecht dat ik een studieplaats kreeg van de Erasmus buiten de loting om. Zo’n verhaal als dat van mij, iemand op grond van excellentie binnenhalen, dat zou in Amerika heel anders worden ontvangen. Terwijl hier mensen geneigd zijn te denken: waarom ben jij beter dan de rest?"
"Door de bloeddruk te verlagen kan tot 30 procent van de dementiegevallen voorkomen worden"
Een van de ziekten die u nu onderzoekt, is dementie. Wat is uw aandeel in het onderzoek?
"We weten dat het een ziekte is met een heel lange aanloop. Op het moment dat iemand klachten krijgt en bij de neuroloog zit, is er vaak al een lange fase geweest, misschien wel van tientallen jaren, waarin er achteruitgang is geweest die niet is opgemerkt door de patiënt. Daarom richt ik me in mijn onderzoek met name op de fase vóór de klachten. Als mensen nog geen klachten hebben, wat gebeurt er dan in de hersenen? Als er aanwijzingen te zien zijn in de hersenen kunnen we het ziekteverloop beter gaan begrijpen. En misschien kunnen we dan ook voorspellende factoren aanwijzen om te zien wie er meer risico lopen." Een groot deel van Vernooij’s onderzoek vindt plaats in het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek, ook wel ERGO-onderzoek genoemd. Het is een langlopend bevolkingsonderzoek van het Erasmus MC waarbij zo’n 15.000 mensen van 40 jaar en ouder in de Rotterdamse wijk Ommoord worden gevolgd. Daarbij worden het ontstaan en het verloop van belangrijke ziekten gevolgd. Een van die ziekten is dementie. En net als Vernooijs onderzoek is de opzet van dit onderzoek erop gericht mensen te volgen vóór ze klachten hebben.
Wat heeft u ontdekt over het ontstaan van dementie?
"We denken dat er twee heel belangrijke paden een rol spelen. Ten eerste: de schade aan de kleine vaten in de hersenen. Die ontstaat door hoge bloeddruk of roken, maar ook door bepaalde genetisch factoren. En ten tweede is er een toxisch eiwit dat schade kan aanrichten in de hersenen. Waarschijnlijk beïnvloeden die twee dingen, dat eiwit en die vaatschade, elkaar. Hoe dat precies werkt, zijn we nu aan het onderzoeken. Die vaatschade is heel interessant, want als je weet dat die onder meer ontstaat door de standaard risicofactoren als roken en een te hoog cholesterol, dan kun je daar iets aan doen. Bijvoorbeeld door proberen de bloeddruk te verlagen. Het mooie is dat uit het ERGO-onderzoek ook is gebleken dat je daarmee tot dertig procent van de dementiegevallen kunt voorkomen."
Rotterdam was altijd voorloper als het gaat om bevolkingsstudies, maar de stad wordt internationaal steeds meer op de hielen gezeten door andere, grote onderzoeken.
"Klopt. Er zijn andere grote populatiestudies die ook population imaging, beeldvorming, zijn gaan gebruiken. Onder meer in Engeland en in Duitsland. Zij zetten vaak grotere studies op met het idee: hoe groter, hoe beter. In het VK doen zo’n 100.000 personen mee. Het nadeel daarvan is dat zij automatisch ook wat oppervlakkiger onderzoek doen. Wij maken een scan die bijna een uur duurt en waarbij we in detail naar de hersenen kijken. Zij maken een scan van het hele lichaam die in totaal een uur duurt. Dus het deel dat voor de hersenen overblijft, is misschien tien minuten. Maar het is ook goed dat wij niet de enigen zijn. Je kunt van elkaar leren en elkaar aanvullen. Competitie is gezond, maar je moet kijken waar je elkaar kunt versterken."
Daar klinkt veel Rotterdamse trots in door.
"Ja, net als in mijn oratie. Dat wilde ik er ook graag in hebben. Ik ben heel trots dat dit soort onderzoek in Rotterdam kan. De stad heeft de mentaliteit van ‘niet lullen maar poetsen’. Het getuigt van enorme visie van de mensen die destijds de studie zijn begonnen. Zo’n onderzoek in de wijk, met hoge respons. Mensen gingen erover praten in de wijk, er ontstond enthousiasme, mensen wilden graag meedoen en gingen zelf bellen. Dat heeft ontzettend goed gewerkt."