Gaan robots steeds meer banen overnemen? En misschien zelfs morele beslissingen nemen? Drie wetenschappers delen hun visie en leggen uit waarom we wel moeten veranderen, maar niet hoeven te vrezen.
TEKST: Pauline Bijster
ILLUSTRATIE: Mireille Schaap
Stefano Puntoni is Professor Marketing aan de Rotterdam School of Management (RSM). Hij onderzoekt en onderwijst brand management, marketing strategie en consumenten gedrag, en welke rol Artificial Intelligence (A.I.) hierbij speelt: Man versus Machine.
"Eén van mijn onderzoeken gaat erover hoe mensen zich voelen ten opzichte van het feit dat machines banen overnemen. Dit is al langer gaande, veel fabriekswerk is in de loop van de jaren vervangen door robots. Maar nu speelt het op andere niveaus: kantoorbanen worden overgenomen. Een deel van het boekhoudwerk kan digitaal, waardoor er minder boekhouders nodig zijn. Bij sommige groeiende bedrijven hebben ze minder digitale marketeers nodig, vanwege computers. Tot aan het werk van radiologen in het ziekenhuis wordt vervangen. Er zullen altijd boek- houders en radiologen nodig blijven, maar minder. Machines kunnen steeds beter ook cognitief werk vervangen – ze kunnen bijvoorbeeld al een restaurant boeken of mail versturen uit jouw naam, zie het Google-project Duplex.
De pessimist zegt: wat gaan al deze mensen dán doen? Vanuit economisch perspectief kun je zeggen dat er in de geschiedenis altijd meer banen bijgekomen zijn dan verdwenen, dat zal opnieuw gebeuren. Maar de banen van de toekomst gaan er wel anders uitzien. Werknemers van de toekomst hebben andere vaardigheden nodig dan alleen 'iets goed kunnen', of kunnen nadenken. Een andere mindset. Ze moeten leren omgaan met verandering, flexibel zijn, bereid om immer bij te scholen. Hoewel we nu niet precies weten hoe de banen eruit zullen zien over een paar decennia, zullen dingen zoals 'leadership' en 'teamwork' steeds belangrijker worden, net als persoonlijke ontwikkeling."
"Mensen moeten bereid zijn immer bij te scholen"
Katharina Bauer is universitair docent Praktische Filosofie bij de Erasmus School of Philosophy (ESPhil). Ze onderzoekt ‘human enhancement’: wat is ons ideaal van de perfecte mens? En hoe wenselijk is het überhaupt om perfect te zijn? Ze onderzoekt robotisering van de mens zelf, in vorm van cyborgism.
"Robots zijn vaak antropomorf, ze interageren met mensen en nemen menselijke taken op zich. In sommige gevallen kunnen ze mensen vervangen. Maar een belangrijk idee in de morele filosofie is dat mensen niet substitueerbaar zijn, vanwege hun individualiteit en hun morele status. Dit is dus een interessante kwestie: wat is de morele status van een robot, als hij quasi de rol van een mens over- neemt? Een andere interessante vraag is: kunnen we machines zo programmeren dat ze moreel handelen, en dat ze ook kunnen beslissen of zelfs oordelen? Kunnen ze zelfbewustzijn ontwikkelen? De robot wordt vaak als een tegenbeeld van de mens gezien – soms als een partner, soms als een onderhorige, soms als een tegenstander, soms als een afbeeld of spiegelbeeld. Als we over robots nadenken, denken we tegelijkertijd na over wat de specifieke kenmerken eigenlijk zijn van een mens, dat is interessant."
"Wat zijn eigenlijk de specifieke kenmerken van een mens?"
Jos de Mul is Hoogleraar Wijsgerige Antropologie aan de Erasmus School of Philosophy (ESPhil). Hij heeft een bijzondere interesse voor de relatie menstechniek en onder zoekt hoe informatietechnologieën zoals Artificial Intelligence en robotica de menselijke levensvorm en het zelfbeeld van de mens veranderen.
"Mensen onderhouden verschillende relaties met techniek. Technische middelen kunnen een verlengstuk zijn van menselijk handelen, denk aan een hamer. Ze kunnen ons informatie geven over onze omgeving voorbij de menselijke waarneming: een infraroodcamera. Ze kunnen zelfstandig een vastomlijnde taak uitvoeren: de wasmachine. Of ongemerkt op de achtergrond hun werk doen, zoals de centrale verwarming. Tot slot kunnen ze als quasi-ander tegenover ons komen te staan: de schaakcomputer. Bij robots zijn we geneigd om ze als de quasi-ander bij uitstek te zien. Zowel Stefano als Katharina wijzen daarop, en Katharina stelt terecht dat de robot daarbij verschillende rollen kan spelen. De reden dat we robots zo zien is, denk ik, vooral het feit dat ze op basis van hun programma tot op zekere hoogte autonoom kunnen interacteren met hun omgeving. Mijn stofzuigerrobot kiest zelf de meest efficiënte route door de kamer. De vraag is of we ze ook morele autonomie moeten geven. Moeten we drones laten beslissen of ze een vermeende vijand al dan niet zullen doden? Moeten we het aan de zelfrijdende auto overlaten of hij bij een onverwacht overstekende voetganger frontaal tegen de boom naast de weg rijdt of de overstekende voetganger schept? Misschien is het beter, zeker bij dergelijke ingrijpende morele beslissingen, om de robot in de eerste plaats te beschouwen als een verlengstuk, en de mens steeds in het vizier te houden. Laten we de mens vooral verantwoordelijk houden. ‘Robot says no’ mag nooit het laatste woord zijn."
"Laten we de mens vooral verantwoordelijk houden"