Sophie van der Zee is universitair docent aan de Erasmus School of Economics en doet onderzoek naar een leugendetector die wél werkt. In eerste instantie om de politie te helpen bij verhoren. Maar intussen ontmaskert ze ook even Donald Trump; ze weet precies wanneer hij jokt in zijn tweets.
TEKST: Suzanne Rethans
ILLUSTRATIE: Claudie de Cleen
“Probeer dit vooral niet zelf”, zegt wetenschapsonderzoekster Sophie van der Zee. Als ze iets heeft geleerd de afgelopen tien jaar dat ze onderzoek deed naar de meest accurate vorm van leugendetectie, is dat het met het blote oog niet te zien valt. ‘Trucjes’ als wegkijken, schuifelen, het zegt allemaal niks. “Wegkijken doe je als je nadenkt. Een leugenaar die eerlijk over wil komen kijkt je juist vaak aan in de hoop je te overtuigen.” Het verzoek kwam oorspronkelijk van het Centre for the Protection of National Infrastructure (cpni.gov.uk), in 2010: hoe kunnen politieverhoren worden verbeterd? Hoe bepaal je betrouwbaarheid? Richt je je op non-verbale aspecten – hoe gedraagt iemand zich? – of op verbale - wat zegt iemand? Haar hypothese was dat een focus op gedrag meer zou vertellen. Zelf liegt ze ook weleens en dan heeft ze redelijk onder controle wat ze zegt, maar niet hoe ze daarbij beweegt.
Do ist der Bahnhof
Het probleem is dat liegen niet het effect sorteert dat het bij Pinokkio heeft. “Eigenlijk ben je op zoek naar de holy grail, de menselijke variant op de neus van Pinokkio.” Die is er niet, is de conclusie. “De kin gaat iets omhoog als je liegt en mensen beginnen vaak te wiebelen met hun vingers. Maar gooi je alle gedragingen op de grote hoop, dan blijft er weinig overeind.” Dat is het resultaat van jarenlang gedrag bestuderen van mensen die op video waarheid en leugens vertellen. Alle gedragingen werden gecodeerd en geturfd: rechterhand beweegt, kijkt opzij, verandert van houding. Maar zie het maar eens met bijbedoeling te meten. Het maakt nogal wat uit of je je handen enthousiast meebeweegt tijdens het vertellen of wijst: Do ist der Bahnhof.
In 2011 hoorde Van der Zee dat op de Universiteit Twente Ronald Poppe als informatica-onderzoeker bezig was met algoritmes loslaten op menselijk gedrag uit beeld en materiaal, waardoor er objectief en automatisch wordt gemeten. Ze hebben samen een methode ontwikkeld om automatisch menselijk gedrag te meten en die vervolgens toegepast op leugendetectie. En zo ontstond een vruchtbare samenwerking, op het snijvlak van psychologie en informatica. En niet alleen in wetenschappelijk opzicht, want er heeft inmiddels een huwelijk plaatsgevonden en er is een dochter geboren.
Onder tafel gebeurt van alles
Het onderzoek werd opnieuw gedaan, maar nu droegen de mensen een motion capture-pak vol sensoren. Naar het onderlichaam was op video nog bijna nooit gekeken, want mensen zitten tijdens een verhoor aan een tafel. Met dit pak aan bleken de meeste mensen over hun hele lichaam meer te bewegen tijdens het liegen, ook hun voeten en benen. Maar onzichtbaar voor het oog. Het nadeel is dus dat je echt zo’n pak moet gebruiken, en dat is een kostbare zaak. Er zijn alternatieven zoals de Xbox Kinect, maar die zijn minder accuraat. Daarbij: kun je het ook gebruiken als mensen het weten? Eenmaal bekend, kunnen advocaten hun cliënten instrueren zo stil mogelijk te blijven zitten. In vervolgonderzoek kwamen er twee onderzoeksgroepen: een groep die wist hoe het pak werkte en een die het niet wist. Opdracht aan beide groepen: probeer het pak te verslaan. Het bleek dat de groep die het niet wist zoals eerder aangetoond meer bewoog tijdens het liegen, de groep die het wel wist paste het gedrag aan, maar was niet in staat dat op een geloofwaardige manier te doen.
Liegen is moeilijker dan de waarheid vertellen
Vervolgens ging de tocht in 2013 naar Cambridge waar Van der Zee de dynamiek tussen twee mensen onderzocht als er een liegt. Vanuit de gedachte: liegen doe je nooit alleen, maar altijd tegen iemand. Het blijkt dat mensen elkaar meer gaan spiegelen als ze liegen. Als je liegt ga je er niet vanuit dat de ander je gelooft, dus ga je overtuigen, en daar hoort ‘please’-gedrag bij. Er spelen meer emoties zoals schuldgevoel en angst dat het uitkomt, tenzij je psychopathische trekjes hebt. Er is een cognitieve belasting, liegen is moeilijker dan de waarheid vertellen omdat je niet uit je herinnering kunt putten, al geldt dat niet altijd. Als je een vriendin moet vertellen dat haar man vreemdgaat, is liegen soms makkelijker. En leugenaars proberen eerlijk over te komen. En wat als mensen zijn gaan geloven in hun eigen leugens? Dan is het geen liegen meer.
Trump weet wanneer hij onjuistheden tweet
Sinds 2015 richt ze zich op multimodale leugendetectie en kijkt ook naar taalgebruik. Gebruiken mensen andere woorden als ze liegen? Zo heeft Van der Zee de leugens van Trump geanalyseerd aan de hand van zijn tweets, in samenwerking met fact checkers van de Washington Post. Dat hij dingen zegt die feitelijk onjuist zijn, staat vast. Maar weet hij dat hij liegt of is hij gewoon slecht geïnformeerd? Uit de linguïstische analyse blijkt dat hij heel andere woorden gebruikt in feitelijk juiste dan in feitelijk onjuiste tweets. Hij weet vaak dus wel degelijk weet dat hij liegt. Toepassing van het onderzoek is in de praktijk nog lastig. Het best werkt een multimodale aanpak: non-verbaal, verbaal en fysiologisch. Maar er is belangstelling. Niet alleen bij de politie, maar ook bij douane en in de verzekeringsbranche.
“Als je liegt ga je er niet vanuit dat de ander je gelooft, dus ga je overtuigen, en daar hoort ‘please’-gedrag bij”