Carola Schouten: "Ik word een harde zakenvrouw, dacht ik"

Als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zet Carola Schouten (1977) zich dag in dag uit in voor boeren, tuinders en vissers in ons land. Gevormd werd zij, zo stelt ze, jaren geleden tijdens haar studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit. ”Het was de mooiste tijd van mijn leven.”

TEKST: Karin Koolen

FOTO's: Mark Horn

 

De ouders van Carola Schouten hadden een boerderij in Giessen. Nadat vader jong overleed, hielpen de kinderen hun moeder waar ze maar konden. Schouten: “Ik vond niet zozeer de boerderij, maar de processen eromheen heel interessant: wat gebeurt er in het bedrijf, waar speel je op in, hoe maak je keuzes … Mijn moeder en ik spraken veel over die kwesties en ik leerde snel: daar wil ik me verder in ontwikkelen.” Dat leidde in 1995 - Schouten was zeventien jaar oud - tot een studie bedrijfskunde. Nog even twijfelde de van origine Brabantse tussen Groningen en Rotterdam, maar ze koos uiteindelijk voor de ‘nuchtere’ havenstad, een internationale stad met allure.

 

Hoewel, toen al …?

(lacht) “Rotterdam was toen nog niet zo bruisend als nu, al gebeurde er genoeg. Ik kwam in West op kamers te wonen, waar de buurt zich destijds net tegen de drugsrunners keerde. Het was echt de wilde tijd van de stad. Ik vond het geweldig. Er gebeurde wat! Ik kwam uit een klein, rustig dorp en wilde de wereld in. Al was het soms ook spannend; we fietsten ’s avonds laat nooit alleen.”

 

Wat weet je nog van je eerste stappen op de universiteit?

“Studeren betekende voor mij: de wereld in. Ik keek er enorm naar uit, was heel gretig. Bedrijfskunde was toen al een grote studie, met ruim duizend eerstejaars studenten, en we zaten een beetje ‘achteraf’ op de campus. Daarmee moest je ook waken voor een anoniem bestaan. Ik heb me al snel aangesloten bij VGSR, een christelijke studentenvereniging. Als ik hier nu rondloop, heb ik alleen maar goede gevoelens. Het voelt als thuiskomen! Ik heb hier de beste tijd van mijn leven gehad.”

 

Je beschrijft jezelf als gretig: hoe zag dat eruit?

“Op de middelbare school was ik heel dedicated, ik moest en zou hoge cijfers halen. Op de universiteit heb ik die teugels het eerste jaar laten vieren. Natuurlijk, ik wilde alles halen, maar ik hoefde niet per se in alles de beste te zijn. De focus lag op studie én op persoonlijke vorming. Ik las veel, deed veel met de vereniging. Maatschappelijke discussies, nachtenlang met elkaar in gesprek zijn … Niet lichtzinnig alleen maar in de kroeg, maar met vrienden de wereld proberen te duiden. Dat varieerde van theologische en filosofische issues tot lezingen over China - het kon alle kanten op. Het was een tijd waarin ik mezelf ontdekte.”

“Mensen die op je pad komen, die vertrouwen in je hebben en je verder helpen in je leven; dat is óók studeren”

Wat ontdekte je zoal over jezelf?

“Dat ik juist de maatschappelijke vraagstukken interessant vond. Terwijl ik de studie ooit begon met het idee bij een grote internationale corporate te gaan werken, waarschijnlijk zelfs in het buitenland. Ik heb één keer een tien gehaald, dat was voor het vak ‘introductie op bedrijfskunde van publieke organisaties’. Dat thema boeide me mateloos! Hoe ben je als bedrijf met de samenleving bezig, die vraag stond centraal. Als bedrijf ben je geen zelfstandige entiteit; je staat altijd in relatie tot mensen, de overheid, de samenleving. Waarom doe je dingen, wat is je drijfveer, hoe neem je als bedrijf een rol in allerlei maatschappelijke thema’s? Toen die ‘klik’ eenmaal gemaakt werd, koos ik voor de major Business-society Management. En ik ging bijvakken volgen; maatschappelijke geschiedenis, reformatorische wijsbegeerte.

Business-society Management bestond uit een kleine groep en er werd veel inzet gevraagd. Je deed het echt samen, ging samen op zoek. Dat was enorm inspirerend. Ik kreeg steeds meer zicht op wat míj dreef. Het is mooi als alles ineens samenvalt, als je actief een eigen pad kunt volgen en kunt verdiepen.”

Wat neem je in je baan als minister mee van je studie?

“Dat is niet eens vakinhoudelijk. Ik heb nog nooit in een bedrijf gewerkt, altijd bij de overheid en in de politiek. Weet je, toen ik aan de studie begon dacht ik: ik ben heel zakelijk, ik word een harde zakenvrouw. Maar uiteindelijk gaat het om: waar word je door aangesproken? Dat was in mijn geval niet door marketing of strategisch management. Ik heb me weleens afgevraagd of ik wel de juiste studie had gekozen. Maar die had ik, want dat zakelijke past ook bij mij. Een zakelijke nuchtere manier van naar dingen kijken, maar je eigen overtuigingen daarin durven toelaten. Zo werk ik: ik wil eerst de feiten weten, en keuzes en afwegingen laad ik altijd met mijn overtuigingen in de politiek en als mens. Je moet jezelf en elkaar durven bevragen. En ook: je intuïtie durven volgen.”

Heb je nog contacten overgehouden aan de universiteit?

“Ik heb nog contact met mensen van Business-society Management. Een tijdje geleden werd ik gevraagd om te komen spreken voor het twintigjarig bestaan en dat deed ik met heel veel liefde! Ik ben de mensen van de vakgroep namelijk enorm dankbaar. Tijdens mijn studie, na een uitwisseling met de universiteit in Tel Aviv, werd ik namelijk zwanger. Ik moest mijn scriptie toen nog schrijven, maar dat heb ik uitgesteld. Ik had een baan nodig, een huis … Zij bleven altijd betrokken en zeiden: ‘wij trekken je erdoorheen.’ Mensen als Lucas Meijs en Rob van Tulder hebben heel veel voor me betekend en hebben er mede voor gezorgd dat ik ben afgestudeerd. Mensen die op je pad komen, die vertrouwen in je hebben en je verder helpen in je leven; dat is óók studeren. Dat zal ik altijd onthouden als ik hier rondloop.”

Binnenkort begint je zoon hier aan een studie, ook bedrijfskunde. Toevallig?

“Daar kwam hij zelf mee, ik heb er echt geen invloed op uitgeoefend. (lacht) Maar ik zie het allemaal met een grote glimlach aan. Ik probeer hem niet te veel voor te bereiden; hij moet het allemaal zelf ontdekken. Er is natuurlijk ook best wat veranderd met de jaren. Wat ik hem, en eigenlijk alle toekomstige studenten mee wil geven? Dat studeren de mooiste tijd van je leven kan zijn. Het is de tijd waarin je je kunt ontwikkelen. Dus zoek waar je hart ligt en gebruik deze tijd om te ontdekken waar je passies en talenten liggen!”

CV

  • NAAM: Carola Schouten

    STUDIE: Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit

    FUNCTIE: Vicepremier en minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in kabinet Rutte III

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen