Het is vooralsnog onverantwoord om de operaties van kinderen met een aangeboren hartafwijking te concentreren in twee academische ziekenhuizen. De gevolgen zijn te groot en te risicovol voor de ziekenhuizen die deze zeer gespecialiseerde zorgvorm dan kwijtraken. Dat is de conclusie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de langverwachte ‘impactanalyse’, die uitsluitsel moest geven over de vraag bij welke ziekenhuizen een kind met een hartprobleem in de toekomst het best terechtkan. Die vraag leidt al bijna drie decennia tot geruzie tussen academische ziekenhuizen.
Elk academisch centrum staat achter het principe van concentratie. Het idee is dat de kwaliteit van kinderhartchirurgie omhoog gaat als dit in minder ziekenhuizen gebeurt, omdat artsen dan vaker met zeldzame aandoeningen in aanraking komen. Toch wil geen enkel ziekenhuis de kinderhartchirurgie kwijt.
Dat rapport telt honderdtachtig pagina’s en is ‘een stevige tik op de vingers’ van het vorige kabinet, zegt Marco Varkevisser, hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘De NZa kan het niet nalaten al op de eerste pagina te schrijven dat deze analyse vóór de besluitvorming had moeten plaatsvinden, en komt tot de grondige conclusie dat het kabinetsbesluit te risicovol was voor het bijster ingewikkelde concentratievraagstuk.’
Wilt u het hele artikel lezen, ga dan naar de website van de Volkskrant.
- Professor