2018 was óók het jaar van de blockchaintechnologie. Niet alleen goudzoekers op zoek naar een bitcoinfortuin maken gebruik van deze technologie, maar ook de overheid waagt zich er langzaamaan aan. Hoe dat precies zit, vertellen blockchainexperts Jurgen Goossens (universitair docent staatsrecht) en Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie.
Wat hebben jullie met blockchain?
Jurgen Goossens: ‘Enige tijd geleden werd ik geconfronteerd met het fenomeen bitcoin, dat ik dan zelf ook als experiment voor een klein bedrag heb aangeschaft. Ik vond het vooral opmerkelijk dat er ineens, op een soort cowboyachtige wijze, een virtuele munt kon ontstaan die mensen in één klap rijk kon maken. Als staatsrechtgeleerde dacht ik toen: daar moet ik induiken, want hoe verhoudt zich dit met de bestaande wetten en regelgeving? Daarom heb ik met een aantal EUR-collega’s een onderzoeksbeurs aangevraagd om onderzoek te doen naar de juridische grenzen en mogelijkheden van de onderliggende technologie, blockchain, en de rol die vertrouwen speelt. Blockchain belooft namelijk heel veel, maar is het ook waar te maken? Ondertussen ben ik co-auteur van het boek ‘Blockchain en smart contracts: het einde van de vertrouwde tussenpersoon?’
Jos de Mul: ‘Ik ben met name geïnteresseerd in de relatie tussen mens en technologie. Een van de thema’s waar ik me mee bezighoud is de rol van de overheid daarbij, bijvoorbeeld welke impact digitale dienstverlening door de overheid heeft op het vertrouwen van burgers. Op de blockchainmiddag die in december op de EUR gehouden werd, hebben we onder meer gesproken over de rol die blockchain daarbij zou kunnen spelen.
Inderdaad: wat kan de overheid met blockchain, of beter gezegd, gebeurt er nu al iets op dat vlak?
Jurgen Goossens: ‘Binnen de zorgsector bijvoorbeeld heeft de Nederlandse overheid een experiment uitgevoerd met ethereum als blockchainplatform. Het is van belang om nu te kijken naar een mogelijk gebruik op grotere schaal: kan het netwerk überhaupt wel zoveel mensen aan, alle Nederlanders bijvoorbeeld? Er zijn nu namelijk maar een x aantal transacties per minuut mogelijk.’
Dus er zitten technisch gezien grenzen aan blockchain?
Jos de Mul: ‘Zeker. Alleen al de blockchaintechnologie die nodig is voor bitcoin, een relatief kleine cryptomunt,verbruikt per jaar net zoveel stroom als heel Oostenrijk. Dat komt omdat iedere transactie continu door alle computers in het netwerk moet worden opgeslagen, en er is bovendien een enorme rekenkracht voor nodig om alle gegevens te versleutelen.’
Jurgen Goossens: ‘Ja, 0,3 procent van het wereldwijde stroomverbruik gaat naar de bitcoin. Ook inzake energie-efficiëntie moeten we dus kijken in hoeverre blockchain wenselijk en mogelijk is.’
En hoe zit dat maatschappelijk gezien?
Jos de Mul: ‘De politieke agenda die bij veel initiatiefnemers van de blockchain speelde was: we willen de rol van de overheid kleiner maken of zelfs geheel wegnemen. In feite is blockchain de implementatie van een libertarische ideologie in een technologisch systeem. Het wordt gepresenteerd als gedistribueerd vertrouwen, onafhankelijkheid van een notaris, bank of overheid. Volgens deze ideologie is het een zegen dat burgers het recht - of nee, de data - in eigen hand nemen.’
Jurgen Goossens: ‘Maar dat hoeft het niet te zijn. Daarom kijken we naar de rol van de overheid. Want die heeft staatsrechtelijk gezien bepaalde verplichtingen, bijvoorbeeld het waarborgen van het stemgeheim, zorgen dat Rusland die gegevens niet kan hacken, et cetera. Die verplichtingen worden vaak vergeten. Het overbodig maken van de overheid is in de praktijk daarom vaak onmogelijk.’
Jos de Mul: ‘Anders gezegd: het zou slechts mogelijk zijn wanneer we de de democratische rechtsstaat zoals we die nu kennen zouden afschaffen. En dat wil bijna niemand.’
Dat lijkt me staatsrechtelijk gezien ook lastig.
Jurgen Goossens: ‘Ja, als jurist zie je dat wanneer er een dergelijke disruptieve technologie opkomt, er sprake is van een soort rechtsvacuüm en rechtsonzekerheid die een rem kan betekenen op evoluties. Er is geen wetgeving speciaal voor blockchain. Bovendien ageren mensen binnen de blockchain onder een pseudoniem. Je weet dus nooit wie je moet aanspreken als er een probleem is. Dat zijn de echte uitdagingen.’
Jos de Mul: ‘Net als privacy. Transparantie is het idee - alle transacties zijn zichtbaar voor iedereen die deelneemt aan de blockchain - maar dat staat dus op gespannen voet met privacy.’
Jurgen Goossens: ‘Dit is ook een beetje een oproep aan juristen: kijk niet alleen naar blockchain – de meest populaire vorm van distributed ledger technology – en kijk naar dergelijke ontwikkelingen in een breder perspectief. Maak toekomstbestendige regelgeving, zodat er geen rechtsvacuüm of te veel rechtsonzekerheid ontstaat.’