Voor werknemers is het van groot belang hoe bedrijven als Uber, die op aanvraag (‘on-demand’) leveren, worden geclassificeerd. De categorie waarin Uber zichzelf ingedeeld wil zien, is moreel en juridisch twijfelachtig, zo blijkt uit nieuw onderzoek van dr. Magdalena Cholakova en professor Joep Cornelissen van Rotterdam School of Management (RSM) van Erasmus Universiteit Rotterdam. De studie onderzoekt of het gerechtvaardigd is dat Uber werknemers als ‘zelfstandig’ wil omschrijven in plaats van als ‘in loondienst’.
Het classificeren van een bedrijf in een bepaalde categorie heeft verstrekkende gevolgen voor regelgeving, sociale gelijkheid en welvaart. Daarom vinden de onderzoekers dat deze classificatie bekeken moeten worden vanuit zowel een politieke als morele invalshoek. Met behulp van bedrijfsretoriek en juridisch jargon doet Uber het voorkomen dat de categorie waarin zij zich willen classificeren heel vanzelfsprekend is. De boete van 649 miljoen dollar (ongeveer 585 miljoen euro) die Uber kreeg van de rechter in New Jersey omdat het chauffeurs niet als 'werknemers' aanduidde laat zien dat deze classificatie niet zo vanzelfsprekend is.
Een nieuwe categorie werknemers
Het onderzoek van Cholakova en Cornelissen toont aan dat Uber ernaar streeft een nieuwe categorie van 'zelfstandigen' te creëren, zodat zij af kunnen zien van enige vorm van verantwoordelijkheid voor hun werknemers op het gebied van sociale zekerheid, bescherming en redelijk loon.
De vraag is of het maatschappelijk acceptabel is als een bedrijf zich als platform manifesteert, en via een app optreedt als bemiddelaar tussen klantverzoeken en werkzaamheden, en zich daarmee ontdoet van arbeidswetgeving en verantwoordelijkheid.
De argumenten die Uber ter rechtvaardiging gebruikt zijn discutabel. Voorstanders van een zelfstandigenstatus, in plaats van een werknemersstatus, wijzen er bijvoorbeeld op dat het aantal werkuren niet te meten is. Een ander argument van voorstanders is dat werknemers met meerdere apps tegelijk bezig kunnen zijn, waardoor het moeilijk is om uren toe te schrijven aan een enkele werkgever.
Cholakova en Cornelissen stellen juist dat Uber chauffeurs actief aanstuurt, zelfs gedurende 'inactieve' uren. Van hen wordt immers verwacht dat ze een rit binnen 15 seconden accepteren, zonder de exacte locatie of beloning te weten. Omdat chauffeurs het risico lopen te worden afgedankt als ze een rit weigeren, kunnen er vraagtekens gezet worden bij de hoeveelheid vrijheid die zij echt hebben.
Dr. Magdalena Cholakova: “Wij vinden de redenering ten gunste van een nieuwe categorie ‘zelfstandigen’ oneerlijk en verwachten een negatief netto-effect voor de samenleving. Deze nieuwe categorie ondermijnt het naoorlogse ideaal van de arbeidsrelatie die werknemers steun en bescherming biedt. Als deze nieuwe categorie wereldwijd ingang vindt, schaadt dit niet alleen individuele arbeidskrachten, ook kan er een nieuwe groep slecht betaalde werkenden zonder arbeidszekerheid ontstaan, met materiële en psychologische schade tot gevolg.”
Meer maatschappelijke aandacht voor de impact van ‘gig-bedrijven’
De onderzoekers pleiten voor meer aandacht en toezicht op lobbyactiviteiten, advertenties en juridische argumenten die de ‘gig-bedrijven’ inzetten om hun bedrijf in de gewenste categorie te krijgen. Gig-bedrijven functioneren alsof hun werknemers ‘zelfstandigen’ zijn, en zorgen er ook voor dat hun taalgebruik hierop aansluit en doen alsof de categorie al geïnstitutionaliseerd is. Bedrijven als Deliveroo en Foodora doen er alles aan om ervoor te zorgen dat er geen onderdelen in de omschrijving van hun bedrijf staan waarmee zij 'ten onrechte' kunnen worden gecategoriseerd als traditionele werkgevers in de sector maaltijdbezorging.
Terwijl deze klassieke gig-bedrijven hun eigen classificatie toepassen, zien we dat andere bedrijven, die hun personeel altijd als werknemers classificeerden, nu ook het etiket 'zelfstandige' willen gebruiken om hetzelfde economisch voordeel te kunnen behalen.
Prof. Joep Cornelissen: “Deze ontwikkelingen zouden genoeg redenen voor beleidsmakers, wetgevers en onderzoekers moeten zijn om te werken aan een eerlijke classificatie voor werknemers van bedrijven als Uber. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het geen ‘winst Uber alles’ wordt.”
Lees het hele onderzoek, Profits Uber everything? The gig economy and the morality of category work in Strategic Organization.
- Meer informatie
Voor meer informatie over RSM of dit persbericht kunt u contact opnemen met Irene Bosman, media officer voor RSM, via 010 408 2028 of per mail: bosman@rsm.nl