Wie wat bewaart…

Several academic gowns for PhD candidates
Pedel Rachel Doekhi in academische toga op het EMC
Capital images/Chris Gorzeman

De 110-jarige Erasmus Universiteit Rotterdam is een, naar verhouding, jonge universiteit. Zowel materieel erfgoed als tradities en protocollen werpen een licht op het verleden. Wat zeggen ze over de academische identiteit? Pedel Rachel Doekhi vertelt over veranderde man-vrouwverhoudingen en EUR-oudgediende Cora Boele schrijdt in zevenmijlslaarzen door de universitaire schatkamer. 

Als een van de pedellen van onze universiteit waakt Rachel Doekhi in haar dagelijks werk over de academische tradities en gebruiken. Zo gaat ze bij plechtigheden het cortège van hoogleraren voor, met de pedellenstaf in de hand. Die staf, van plexiglas, is betrekkelijk modern want gemaakt in 1973, toen er voor het eerst sprake was van één Erasmus Universiteit. “Formeel is de universiteit van 1973, maar de voorgeschiedenis vanaf de stichting van de Nederlandsche Handels-Hoogeschool wordt gekoesterd. De oude staf van de hogeschool hangt hier.”

Kleurverschillen

Hier, dat is het Erasmusgebouw. Waar zich op de eerste verdieping onder meer de rectorskamer, de togakamer en de Senaatszaal bevinden, waar soms drie promoties per dag plaatshebben. Vele portretten brengen er het universitair verleden tot leven. “De meest recente toevoeging is de galerij met foto’s van 72 vrouwelijke hoogleraren”, zegt Rachel. “De per faculteit verschillende kleuren van de stola’s, de baret en de bies zijn duidelijk zichtbaar. Geel voor de economen en groen voor de medici.” Dit kleurverschil, legt Rachel uit, is uniek voor de EUR en onderscheidt haar dus van andere universiteiten.

In het Erasmusgebouw bevindt zich ook een Bureau van de Pedel. Met de groei van het aantal studenten en medewerkers aan de nieuwe universiteit nam de hoeveelheid administratieve taken met betrekking tot plechtigheden toe. Deze taken kwamen op het bordje van de pedel te liggen en vergden een teamprestatie. Waar bij de hogeschool de pedel lange tijd een parttimefunctie betrof, beschikt de EUR al snel over een fulltime pedel en enkele parttimers. Volgens Rachel nam – en neemt – de planning en begeleiding van promoties de meeste tijd in beslag. Het behalen van de academische graad van doctor door het schrijven en publiekelijk verdedigen van een proefschrift is immers een hoeksteen van de wetenschapsbeoefening.

“Dat een lid van de begeleidingscommissie moet worden overgevlogen is verleden tijd. Inbellen kan ook.”

Rachel Doekhi

Pedel aan de EUR

Promoveren toen en nu

Rachel vertelt dat de eerste doctorstitel in 1918 is verleend, vijf jaar na de oprichting van de NHH. “Daarna vond er lange tijd hooguit zes tot acht keer per jaar een promotie plaats.” Ter vergelijking: in 2023 hadden er aan de EUR meer dan 400 promoties plaats. Door digitalisering is zowel de aard als de afhandeling van het protocol wezenlijk veranderd. “Promotietrajecten verlopen nu in hoge mate langs digitale wegen.” Dit geldt niet alleen voor de administratieve afhandeling van stukken. Tijdens de coronapandemie kreeg de ceremonie in sneltreinvaart een hybride karakter. “Dat een lid van de begeleidingscommissie moet worden overgevlogen is verleden tijd. Inbellen kan ook.”

In 1963, wanneer de inmiddels tot Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) omgedoopte instelling een halve eeuw bestaat, staat de teller op 296 promoties sinds 1918. Hiervan hebben er vijf betrekking op een vrouw. De economie was lange tijd een mannenwereld, legt Rachel uit. Vrouwen promoveerden niet omdat ze als econoom decennialang amper beroepsperspectieven hadden. “Willemien Van der Goot, waarnaar een gebouw op campus Woudestein is vernoemd, beet in 1930 het spits af. Ze was de eerste vrouw in Nederland die een doctorstitel in de economische wetenschappen verwierf.” Pas in 1948 volgt de tweede en in 1954 de derde promovenda. In 1956 en 1962 behalen twee buitenlandse dames – in die tijd een zeldzaam verschijnsel – hun doctorsbul. “Die waren hier door toedoen van hoogleraar Jan Tinbergen. In zijn functie bij de Wereldbank legde hij veel internationale contacten.” In het decennium na 1963, wanneer de nieuwe faculteiten Sociale wetenschappen en Rechtsgeleerdheid het licht zien, komen er slechts twee vrouwelijke doctoren bij: één econoom en één jurist.

Promoties uit ons archief

A 1928 PhD ceremony at EUR
Archief Universiteits Bibliotheek Erasmus Universiteit Rotterdam: doctorate from 1928
Tio Poo Tjang's PhD ceremony found in the archives
Archief Universiteits Bibliotheek Erasmus Universiteit Rotterdam: Tio Poo Tjang's PhD doctorate

Tijden veranderen

Ook onder de studenten vormden vrouwen lange tijd een minderheid. Drie van de zeventig studenten die in 1913 aan de hogeschool starten zijn vrouwen. “Toen de latere politica en bestuurder Neelie Kroes hier in 1958 economie kwam studeren, telde de instelling 46 andere vrouwelijke studenten”, zegt Rachel. “Ze hadden zich te verhouden tot circa 1580 mannen.” Na 1963 beginnen de verhoudingen te verschuiven. Ook het samengaan van de Medische Faculteit Rotterdam en de Nederlandse Economische Hogeschool tot Erasmus Universiteit in 1973 doet het aandeel studerende vrouwen stijgen. “In 2013, bij de viering van het eeuwfeest van de universiteit, zijn de aantallen mannelijke en vrouwelijke studenten voor het eerst in balans.”

Tijden veranderen. In 2022 werd een nieuw onderwijsgebouw vernoemd naar prof. Henny Langeveld. Zij was verbonden aan de Sociale faculteit en werd in 1969 de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Anno 2023 is een kwart van de professoren een vrouw. “En sinds 2020 geldt de regel dat elke promotiecommissie minstens twee vrouwelijke leden telt”, aldus Rachel. Voor het eerst heeft nu ook een vrouwelijke rector magnificus de wetenschappelijke touwtjes in handen. “Iemand die bovendien niet is aangesteld vanuit een eigen faculteit. Ook een breuk met het verleden.”

Erfgoed

Als iemand een nauwe band met het recente verleden van de universiteit heeft, is dat Cora Boele. Vanaf 1981 volgde ze de piepjonge studierichting Maatschappijgeschiedenis. “Het ruimteprobleem op de campus was zo nijpend dat we werden ondergebracht in het gebouw van de Medische faculteit.” Nadien vervulde ze verschillende functies aan de universiteit. Namens de Stichting Universitair Historisch Kabinet was ze vanaf 2008 tot 2020 medeverantwoordelijk voor het verzamelen, beheren en presenteren van academisch erfgoed. Behalve objecten zoals de rectorsketen, pedellenstaf en portretten van hoogleraren uit de tijd voor 1973 omvat het materiële erfgoed vele documenten, foto's en films. “De hele verzameling werd in 2018 ondergebracht bij de Universiteitsbibliotheek, die in feite als schatbewaarder van de universiteit fungeert.”

Erasmus MC beschikt over een eigen erfgoedcollectie, zegt Cora. “Hiertoe behoren onder meer objecten en documenten die de Medische Faculteit Rotterdam bezat voordat ze fuseerde met de NEH. Denk aan allerlei medisch instrumentarium, soms door medewerkers zelf ontwikkeld.”

Professoren en lopen met de staf naar buiten tijdens promotie.
Chris Gorzeman - Capital images

Penningen

Een buitengewone deelverzameling is die van het Nederlands Economisch PenningKabinet. Cora: “Die penningen, ruim 2700 stuks, hebben een motief van economische aard. Er zijn ook penningen met afbeeldingen van onze naamgever, Desiderius Erasmus.” In de Erasmusgalerij zijn permanente tentoonstellingen aan de unieke collectie gewijd, in speciale vitrines met een touchscreen. “Je kunt alle penningen vinden op de website van het NEPK.”

De Nobelprijspenning die econoom Jan Tinbergen in 1969 werd toegekend, bevindt zich eveneens in de collectie van het NEPK. Een model van de onderscheiding ligt, naast andere Nobelprijs-attributen, in een Tinbergen-vitrine in de voormalige portiersloge van het Erasmusgebouw. “Daar is een permanente expositie ingericht over de geschiedenis van de EUR, van 1913 tot 2013, met interessante oude filmfragmenten. Eén ervan gaat over de toekenning van de prijs.”

Tinbergen vitrine

Boeken

De nalatenschap van Jan Tinbergen, een belangrijk onderdeel van het universitaire erfgoed, omvat ook zijn werkarchief en werkbibliotheek. Deze Collectie Jan Tinbergen is een andere bijzondere deelverzameling in beheer van de Universiteitsbibliotheek. Waar het om waardevolle boeken gaat neemt het Rotterdamsch Leeskabinet een aparte positie in. Cora: “Het Leeskabinet werd in 1859 opgericht om goede lectuur beschikbaar te stellen aan de Rotterdammers.” Behalve de nodige letterkunde en talrijke boeken over geschiedenis en kunst omvat de verzameling van het Leeskabinet bijzondere atlassen en vele topografische kaarten van Rotterdam uit de 17e tot en met de 20e eeuw. “In 1971 is het Leeskabinet bij de Universiteitsbibliotheek ondergebracht. Goed om te melden: universitair medewerkers en studenten mogen boeken uit de collectie gratis lenen.”

Topkunst

De universiteit mag zich ook gelukkig prijzen met een in cultureel en financieel opzicht waardevolle collectie moderne kunst. Wanneer in 1968 campus Woudestein in gebruik wordt genomen, is er behoefte aan kunstwerken die aansluiten bij de nieuwe binnen- en buitenruimte. Mede dankzij professor Piet Sanders, bouwdecaan van de juridische faculteit en particulier verzamelaar, worden ook werken verworven van prominente kunstenaars zoals Karel Appel, Lucebert en Co Westerik. Met relatief goedkoop grafisch werk kan de kale nieuwbouw aanvankelijk eenvoudig worden opgefleurd. “Sommige werken zijn in de loop der tijd echter zo veel waard geworden dat ze niet meer uit het depot komen”, weet Cora. De verwerving van moderne kunst is een doorlopend proces, zegt ze, waarover een aparte afdeling kunstzaken, nu Art Affairs Erasmus University geheten, zich ontfermt. “Tot op de dag van vandaag kunnen medewerkers grafische kunst in hun werkkamer krijgen. Dat is de moeite waard, er valt wat te kiezen.”

“Medewerkers kunnen grafische kunst in hun werkkamer krijgen. Dat is de moeite waard, er valt wat te kiezen.”

Cora Boele

EUR-oudgediende

Monetary National Income Analogue Computer in het Theilgebouw
Capital images/Chris Gorzeman

Geld als water
“Een absoluut pronkstuk in de erfgoedcollectie is de in de collegezalenhal van het Theilgebouw opgestelde MONIAC.” MONIAC, legt Cora uit, staat voor Monetary National Income Analogue Computer. Het door econoom William Phillips in 1949 ontwikkelde apparaat bootst macro-economische processen uit de keynesiaanse school na aan de hand van vloeistofstromen. “Verschillende door buizen onderling verbonden reservoirs stellen verschillende onderdelen van een economisch systeem voor. Door water vanuit de ‘staatskas’-bak selectief door reservoirs te laten stromen – dan wel terug te pompen – en de vloeistofverdeling te variëren, kan de hoogleraar de studenten tonen hoe investeringen, besparingen, uitgaven en inkomsten in en vanuit verschillende sectoren zich tot elkaar verhouden.” Het apparaat functioneert als een analoge computer die de uitwerking van verschillende economische variabelen op de conjunctuur simuleert en direct zichtbaar maakt. “De Gemeente Rotterdam schonk deze ‘machine’ voor onderwijsdoeleinden bij het veertigjarig bestaan van de Nederlandse Economische Hogeschool in 1953. Er zijn er waarschijnlijk niet meer dan veertien gemaakt. Zeven zijn er nog in beeld, waaronder twee exemplaren in buitenlandse musea.”

Meer informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam bestaat 110 jaar. Kijk hoe we dat vieren!

Gerelateerde content
Luuk Bode vertelt over zijn werk bij de kunstcollectie: “Als je je ogen goed openhoudt dan kom je hier overal kunst tegen.”
Onze universiteit viert haar 110-jarig bestaan. Waarom is het wel of niet belangrijk hierbij stil te staan? Ronald van Raak en Gijs van Oenen vertellen.
Studenten en werknemers staan voor een grote taart.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen