Karim El Ahmadi werd geboren in Enschede, maar kwam dit WK uit voor Marokko, het land van zijn ouders. De wieg van Diego Costa stond in Brazilië, maar op het WK droeg hij het rood-geel van het Spaanse elftal. Op afgelopen WK was 13 procent van alle voetballers geboren noch getogen in het land waar ze voor speelden - van de 23 voetballers in het Marokkaanse elftal zijn er zelfs zeventien geboren in Europa. Afgelopen week koos de in Leiderdorp geboren Ajax-verdediger Noussair Mazraoui voor het Marokkaanse elftal - ondanks pogingen van bondscoach Ronald Koeman om hem voor Oranje te strikken. Historici Gijsbert Oonk en Gijs van Campenhout van de Erasmus School of History, Culture and Communication haalden onlangs verschillende kranten met onderzoek naar deze opvallende cijfers. Oonk is nu bekroond met een Jean Monnet leerstoel voor Migration, Citizenship and Identity. We belden hem op om te vragen waar hij zich mee bezighoudt en wat zijn plannen zijn met de onderzoeksbeurs van 50.000 euro voor de komende drie jaar.
Goedendag meneer Oonk, gefeliciteerd met de Jean Monnet leerstoel! Voor welk onderzoek heeft u deze prijs gekregen?
Ik doe al lang onderzoek naar migratie en burgerschap in allerlei vormen. De vraag wat een burger is en wat nationale identiteit eigenlijk inhoudt is van alle tijden. Mijn tweede onderzoek had betrekking op sport en nationaliteit. Iedereen heeft een mening over bijvoorbeeld een hardloper uit Kenia die uitkomt voor Qatar. Met deze leerstoel ga ik door met dat onderzoek.
Wat zijn uw plannen voor de komende jaren?
Ik ga door op deze vraag: Wie mag de natie representeren? Ik heb recent onderzoek gedaan naar de achtergrond van spelers op het WK voetbal in Rusland. Zo’n 20 tot 25 procent van de spelers op dit WK kon kiezen twee of meer landen om voor uit te komen. Dit is gelijk de paradox van zo’n evenement: het draait om nationale teams, maar veel sporters die het volkslied zingen en de kleuren van dat land dragen, hadden ook voor een ander land kunnen uitkomen.
Dit lijkt steeds vaker een discussiepunt te worden; tijdens het WK kwam het regelmatig ter sprake. Is dat zo of valt het alleen maar meer op?
In Nederland, of in West-Europa, is dit sinds de aanslagen van 9/11 en de opkomst van rechts-populistische partijen steeds meer een issue geworden - terwijl het aantal migranten relatief gezien nauwelijks meer is geworden dan 20 of 30 jaar geleden. Maar het discours is veranderd.
Heeft dit ook invloed op de populariteit? Is het Marokkaanse elftal in eigen land nog even populair, nu er weinig spelers meedoen die in Marokko geboren zijn?
In Marokko was dit elftal gigantisch populair, net als onder Marokkaanse Nederlanders hier. Nu werden ze in de eerste ronde uitgeschakeld, maar het was interessant geweest als ze verder waren gegaan. Was de rest van Nederland dan ook voor ze gaan juichen?
Je kiest vaak iets waar je je mee kan identificeren - daarom praten wij nu ook over Nederlandse Marokkanen bijvoorbeeld, omdat wij Nederlands zijn en Nederlands praten. Maar we kunnen het ook hebben over het Franse elftal: daar was een groot deel van de spelers van Afrikaanse afkomst.
Het discours kan alle kanten op gaan. Frankrijk won in 1998 het WK met een divers team en dat werd gepresenteerd als een teken dat de multiculturele samenleving gelukt was. Maar jaren later, toen het wat minder ging met het Franse voetbal, ontstond er discussie en werd er zelfs geopperd dat alleen ‘echte Fransen’ geselecteerd moesten worden. Sport blijft een reflectie van debatten die in de samenleving spelen.
Wat denkt u? Zien we elftallen met spelers van verschillende afkomst in de toekomst vaker als een succes van de multiculturele samenleving of als het einde van het nationale team?
Politieke debatten blijven leidend. Er zijn aan de ene kant altijd partijen die scapegoaten, een zondebok willen aanwijzen, aan de andere kant wordt de flexibiliteit van nationaliteit steeds meer geaccepteerd. Het valt niet te voorspellen welke kant het opgaat. Ik ben dan ook een historicus, geen profeet!