Stel je voor; je vindt een leuk datingsprofiel en je wil graag met deze persoon chatten. Vaak word je dan doorgestuurd naar een datingssite, waar je – tegen betaling – met deze persoon kan chatten. Maar komen die lieve berichtjes die je ontvangt wel van deze persoon? Of ben je aan het daten met een chatbot die al jouw gevoelige, persoonlijke informatie onthoudt? En wat kun je doen als je hierachter komt? In het programma Pointer op NPO Radio 1 gaat Martien Schaub, universitair hoofddocent Privaatrecht aan Erasmus School of Law, hierover in gesprek.
Nederland kent rond de tweeduizend datingssites, waarvan niet alle profielen echte mensen zijn, maar waar een deel van de profielen wordt beheerd door chatbots en chatoperators. Dit is niet altijd duidelijk voor de echte gebruikers van deze site en de bedrijven achter deze sites verdienen hun geld met het verzamelen van persoonlijke informatie over de gebruikers en het laten betalen van deze gebruikers voor het verzenden van berichten. Veel gebruikers weten niet dat de zogenaamde vrouwen met wie ze denken contact te hebben niet echt zijn, terwijl ze geld uitgeven om met hen te kunnen spreken en persoonlijke informatie over zichzelf delen.
Zelfs wanneer gebruikers de vraag stellen of iemand wel echt is, wordt er geheimzinnig gedaan door de chat operators. Dit is tegen de gedragsregels van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Officieel zouden de bedrijven eerlijk moeten antwoorden op zo’n vraag, maar in het onderzoek van Pointer is dat geen enkele keer gebeurd.
Oneerlijke handel
Volgens Schaub is deze praktijk niet zonder meer toegestaan: “Ik zou dit kenmerken als een oneerlijke handelspraktijk omdat er geen duidelijke en begrijpelijke informatie wordt verstrekt over de aard van de dienstverlening. Dat is verboden”. Schaub denkt daarbij ook dat er consequenties verbonden zouden kunnen zijn voor deze bedrijven: “dit is iets wat door de ACM beboet zou kunnen worden. En een klant zelf zou bijvoorbeeld schadevergoeding kunnen vorderen”. Om schadevergoeding te kunnen vorderen, moet er feitelijk sprake zijn van schade. In dit geval zou de schade bestaan uit de betaalde vergoeding voor de gestuurde berichten, echter speelt de eigen schuld van de consument ook een rol, zegt Schaub: “als het gaat om schadevergoeding zou eigen schuld wel een rol kunnen spelen. Er is een tweede grondslag die je zou kunnen gebruiken hier; je zou de overeenkomst kunnen vernietigen en je geld kunnen terugvragen.”
Zeker bij de ontbinding als alternatief voor de schadevergoeding zou de juiste motivering kunnen zorgen voor een reële kans van slagen. “Als je als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk een overeenkomst sluit die je anders niet zou hebben gesloten, en ik denk als deze personen hadden geweten dat het geen echte profielen waren dat ze dat niet gedaan zouden kunnen hebben, dan kunnen ze dus de overeenkomst ongedaan maken en hun geld terugvorderen”, zo beargumenteert de universitair hoofddocent Privaatrecht.
Privacyschending
Naast het feit dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, worden ook persoonlijke gegevens van consumenten opgeslagen op illegale wijze. “Ik denk dat je hier moet weten dat er onderscheid gemaakt kan worden tussen ‘gewone’ persoonlijke gegevens en ‘bijzondere’ persoonlijke gegevens. Bijzondere persoonlijke gegevens zijn bijvoorbeeld gegevens over iemands religie, seksuele voorkeuren, medische gegevens, echt de wat gevoeligere gegevens. Daarvoor gelden hele strenge eisen. Dat soort gegevens mag je in beginsel niet verwerken”, legt Schaub uit.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
Klik hier voor het hele item van Pointer.